Rechtsvergelijking

Resultaat 49–60 van de 141 resultaten wordt getoond

Driemaal schatvinding in Frankrijk

J.E. Jansen

Post thumbnail

Eeuwenlang was het door keizer Justinianus in de zesde eeuw gecodificeerde Romeinse privaatrecht de belangrijkste civielrechtelijke bron die iedere jurist in Europa bestudeerde. Daarvan bleef met de komst van de codificaties echter weinig over en stelde rechtswetenschappers voor de taak het Europese, Romeinse karakter van hun stiel te behouden door de blik over de landsgrenzen te werpen. Dat gebeurt ook in deze amuse: we kijken over de Franse grens, naar rechtspraak over schatvinding.

Opinie | Amuse
april 2022
AA20220254

Een spel van vraag en antwoord

S. Steneker

Post thumbnail

Een rechtsvraag kun je op twee manieren aan de Hoge Raad stellen: via een gewone (schijn)procedure, of via een prejudiciële procedure. Op beide routes naar Den Haag kom je obstakels tegen. Als je de vraag alleen maar stelt omdat je het antwoord wilt weten, lijkt een prejudiciële vraag de aangewezen weg.

Opinie | Amuse
maart 2015
AA20150174

Een vergelijking van ‘hardship’ uit de UNIDROIT-regeling met de onvoorziene omstandigheden uit artikel 6:258 van het BW

M. Kuijer

In het contractenrecht kunnen zich onbillijke situaties voordoen. Een van die situaties is die waarin het niet redelijk is een partij aan zijn verplichtingen te houden omdat de omstandigheden waaronder het con¬tract gesloten is, al dan niet fundamenteel, gewijzigd zijn. Zowel de UNIDROIT-principles als ons hui¬dige wetboek bevatten een regeling om, onder omstandigheden, onbillijke clausules uit een contract aan te tasten. Een vergelijking.

Verdieping | Studentartikel
januari 1996
AA19960016

Een who is who van de rechtsvergelijking

E.H. Hondius

Column van Hondius waarin deze rechtsvergelijking door Sir Basil Markesinis behandelt. Markesinis heeft onder meer een Engelstalig commentaar op het Duitse vermogensrecht geschreven. Hondius geeft een aantal quotes van hem waarin Markesinis de vloer aanveegt met collega rechtsvergelijkers van zowel het Europese vasteland als Engelse native speakers.

Opinie | Column
december 2009
AA20090809

Eenvoud en verleidelijkheid

Rechtsvergelijkende analyse en taal van descriptie

M. Adams

Ieder van ons ervaart permanent het verlangen – de reflex – om onbekende verschijnselen te willen duiden in termen of categorieën die je meent te herkennen of te begrijpen. Dat maakt het onverwachte hanteerbaar; eenvoudig misschien. Een dergelijk verlangen kan echter zo verleidelijk blijken dat dit tot grove misleiding wordt. Zeker voor de rechtsvergelijker gaat het dan om een fundamenteel probleem. Kan aan de verleiding worden ontkomen? In dit artikel wil ik deze vraag proberen te beantwoorden aan de hand van onder meer een leerstuk uit de rechtsantropologie.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2011
AA20110796

Eigen recht eerst

E.H. Hondius

Reclame maken voor het recht uit eigen land, het gebeurt echt. Is dat zinvol? Is ‘vreemd’ recht dan minder goed? Ewoud Hondius schrijft erover in zijn column ‘Eigen recht eerst’.

Opinie | Column
september 2013
AA20130640

Engels recht en de voormalige Britse koloniën

K. von Benda-Beckmann

De verbreiding van Engels recht in de koloniën is sterk afhankelijk geweest van de politieke en economische ontwikkelingen in de koloniën. Tot de negentiende eeuw leidden de zeer uiteenlopende economische en politieke constellaties binnen de koloniën tot grote rechtsverscheidenheid. Daarna verkeerde de trend in convergentie tussen de koloniale en postkoloniale leden van het Commonwealth. De invloed van het Engelse recht komt niet alleen tot uitdrukking in het recht van de koloniale staat, maar ook in de wijze waarop volksrecht en religieus recht door het koloniale gezag werden omgevormd. Het gebruik van Engelse rechtsbegrippen en procedurele vereisten, toepassing van het precedentenbeginsel en meer in het algemeen een dominantie van een Engelse juridische denktrant zijn instrumenteel geweest voor de diepgaande invloed van het Engelse recht binnen het Commonwealth.

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht | Verdieping | Studentartikel
mei 1998
AA19980376

Er zijn toch nog slechts Europeanen?

Verslag van de lezingen van W.J. Zwalve en O. Lando tijdens het congres 'Nieuw Burgerlijk Wetboek in vergelijkend perspectief'

P. van der Grinten, H.J. van Kooten

Op 22 en 23 januari 1992 werd in Den Haag het congres 'Nieuw Burgerlijk Wetboek in vergelijkend perspectief' gehouden. Dit congres, georganiseerd door de Nederlandse juridische faculteiten in samenwerking met het Ministerie van Justitie, vond plaats in het kader van de 'Week van het recht'. Hieronder volgt een verslag van de lezingen van de hoogleraren Zwalve en Lando. Bovendien pogen auteurs door het plaatsen van een aantal kanttekeningen een aanzet te geven tot een in Ars Aequi te voeren discussie.

Verdieping | Studentartikel
mei 1992
AA19920254

Euthanasie: de symboliek voorbij?

G. Geudens

De goedkeuring van de Nederlandse euthanasiewet kon op ruime publieke belangstelling in binnen- en buitenland rekenen. Daarbij kregen vooral uitgesproken voor- en tegenstanders aandacht. Na een gepolariseerde discussie nadert ook in België een euthanasiewet de eindfase. Een beknopte schets van deze regeling kan een interessant perspectief bieden. Daarbij zal blijken dat ondanks de ruime publieke belangstelling in beide landen bepaalde maatschappelijke probleempunten ernstig te kort worden gedaan.

Opinie | Opiniërend artikel
november 2001
AA20010884

Expert evidence in het strafproces

S. van Gessel

Deskundigenverklaringen kunnen van doorslaggevende invloed zijn op de uitkomst van een strafproces. Er wordt veel waarde gehecht aan de mening van een deskundige, maar fouten zijn snel gemaakt. Fouten zullen in de praktijk soms nauwelijks te voorkomen zijn, ze zullen in strafproces echter achterhaald moeten worden. In het Engelse strafproces heerst een beter klimaat om kritisch te zijn.

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht
mei 1998
AA19980502

Fiduciaire overdracht in het Nederlandse BW, de Franse Code civil en de Europese Draft Common Frame of Reference

S. de Groot, A.F. Salomons

Arthur Salomons en Selma de Groot bespreken in deze bijdrage de consequenties van een mogelijke schrapping van het fiduciaverbod door de problemen waartoe het fiduciaverbod in Nederland aanleiding geeft af te zetten tegen de situatie in Frankrijk, waar onlangs wel is overgegaan tot aanpassing van het burgerlijk recht door introductie van de fiducie. Ook zullen zij nagaan hoe de Nederlandse en de Franse regelingen ter zake zich verhouden tot het zekerhedenregime als voorgesteld in de Europese Draft Common Frame of Reference.

Overig | Rode draad | Over de grenzen van het recht
mei 2011
AA20110383

Forum non conveniens in het Engelse en het Nederlandse recht

R.W. Bax

In het onderstaande zal ik ingaan op de vraag of de regeling van de rechtsmacht zoals deze recent door de wetgever is voorgesteld, wenselijk is. Meer specifiek ga ik in op de vraag of het gewenst is te kiezen voor een stelsel waarin het de rechter niet wordt toegestaan rechtsmacht af te wijzen met een beroep op het feit dat de casus onvoldoende met de Nederlandse rechtssfeer is verbonden (forum non conveniens). Hiertoe zal ik een vergelijking maken met het Engelse recht, omdat onder dit recht de rechter voornoemde bevoegdheid wel toekomt. Ik beperk mij tot de behandeling van de rechtsmacht in dagvaardingsprocedures. Voor de regeling van de rechtsmacht bij de verzoekschriftprocedure verwijs ik naar art. 429C Rv

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht
mei 1998
AA19980458

Resultaat 49–60 van de 141 resultaten wordt getoond