Resultaat 25–36 van de 132 resultaten wordt getoond

De betekenis van het Anglo-Amerikaanse zekerhedenrecht, in het bijzonder de floating charge en Article 9 Uniform Commercial Code: over bepaaldheid en publiciteit

T.H.D. Struycken

De floating charge van Engelse origine en het Amerikaanse regime van Article 9 Uniform Commercial Code geven te denken over twee aspecten van het Nederlandse zekerhedenrecht: bepaalbaarheid en publiciteit. Over de mate waarin de zekerheidsobjecten dienen te worden bepaald bij de vestiging van zekerheidsrechten in het Nederlandse recht, blijkt weinig met zekerheid te kunnen worden gezegd; het bekende Sio-arrest is een te zwakke basis voor de ‘heersende mening’ omtrent verpanding van roerende zaken. Verder steekt het stil pandrecht schril af bij het publiciteitsregime van het Anglo-Amerikaanse zekerhedenrecht. Er is reden te denken dat het publiciteitsloze pandrecht in strijd is met Europees mededingingsrecht. Bovendien sluit de juridische dogmatiek van het zekerhedenrecht slecht aan bij de realiteit van de kredietwereld.

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht
mei 1998
AA19980417

De bewijswaardering in civiele zaken: vage noties of scherpe normen?

I. Giesen

De bewijswaardering is in de nederlandse literatuur over het burgerlijk procesrecht geen populair onderwerp, hoewel het in de praktijk wel zeer belangrijk is. In het onderhavige artikel wordt daarom getracht dit begrip nader te omschrijven. Gezocht wordt naar 'scherpere' normen dan de vage notie van 'een redelijke mate van zekerheid' die meestal ingeroepen wordt.

Rode draad | Bewijs en bewijsrecht | Verdieping | Verdiepend artikel
september 1999
AA19990623

De externe werking van een trustverhouding tegenover derden naar Engels en Nederlands recht

G.T.M.J. Raaijmakers

Met de dogmatische scheiding tussen bet verbintenissenrecht en het goederenrecht is de trust tot op de dag van vandaag steeds als aparte rechtsfiguur uit het Nederlandse recht geweerd. Pitlo zei over deze scheiding echter al: 'te gecompliceerd in het maatschappelijk leven, dan dat de kernvragen van het burgerlijk recht in een sobere, enkelvoudige zin tot oplossing zouden zijn te brengen. De sobere zin kan hoogstens het uitgangspunt vormen voor nadere overdenking." Dit blijkt duidelijk bij het denken over normen met betrekking tot de Nederlandse trust-achtige verhouding. In dit verband kan veel worden geleerd van het Engelse recht.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940331

De Franse Conseil d’Etat en het ongeschreven volkenrecht

De invloed van de Japanse denkwijze op het Japanse constitutionele recht

T. de Wit

In dit artikel wordt ingegaan op de wijze van het Japanse denken op het constitutionele recht aldaar. Japan heeft Westers recht overgenomen. Deze overname en met name de wijze waarop dit recht vervolgens wordt toegepast, is pas te begrijpen vanuit het oogpunt van de Japanse denkwijze. Naast de Japanse denkwijze wordt er ingegaan op de grondtrekken van de Japanse samenleving.

Verdieping | Studentartikel
september 1991
AA19910609

De invloed van de rechtswetenschap op de ontwikkeling van het Anglo-Amerikaanse recht

J.M. van Dunné

In een common law-stelsel neemt de rechtspraak een centrale plaats in bij de ontwikkeling van het recht, met de rechter als krachtfiguur die de dienst uitmaakt. Vrij algemeen wordt aangenomen dat in het Engelse recht opvattingen van schrijvers weinig gewicht in de schaal leggen en in de rechtszaal zelfs niet aangehaald mogen worden: de non-citation rule. In de afgelopen decennia is die regel echter in onbruik geraakt en is de wisselwerking tussen rechtspraak en rechtswetenschap tot bloei gekomen. Op dit punt valt veel van het Engelse recht te leren.

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht
mei 1998
AA19980387

De kloof tussen het internationale recht en de praktijk; de situatie van minderheden in Slowakije, Roemenië en Bulgarije

A. Meijknecht

Dit artikel beschrijft de problematiek van minderheden in Slowakije, Roemenië en Bulgarije, in deze landen zijn minderheden behoorlijk achtergesteld en de vraag die daardoor opkomst is: "waar blijft het internationale recht?

Opinie | Opiniërend artikel | Overig | Rode draad | Het collectief in het recht
maart 2002
AA20020153

De opkomst van de transparante burger

Over de identificatieplicht in N ederland en om ringende landen

G. Cebe, B.M.J. van Klink, N. Zeegers

In dit artikel wordt ingegaan op de vraag of een verband bestaat tussen de aanslagen op de Twin Towers en de steeds verdergaande indentificatieplicht in verschillende Nederland, Duitsland, Engeland en Belgi.

Opinie | Opiniërend artikel
juli 2007
AA20070600

De regeling van abortus in het verenigde Duitsland

T. Barkhuysen

In het verenigde Duitsland gelden nu twee verschillende abortusregelingen: de liberale DDR-regeling, die van toepassing blijft in de deelstaten die voor de vereniging de DDR vormden, en een veel minder liberale regeling in de 'Westduitse' deelstaten. Op grond van het Einigungsvertrag moet de Duitse wetgever aan deze situatie voor het einde van 1992 een einde maken en één abortusregeling voor het verenigde Duitsland ontwerpen. In dit artikel wordt eerst het grondwettelijk kader geschetst waarbinnen een dergelijke regeling moet passen. Daarna worden de (juridische) mogelijkheden onderzocht om de DDR-regeling als regeling voor heel Duitsland in te voeren en daarmee een van de laatste restanten van het DDR-recht in het verenigde Duitsland te behouden.

Verdieping | Studentartikel
januari 1992
AA19920014

De rol van de vrouw in de reclame

W. Sillevis Smitt

Noorwegen is een van de weinige landen in Europa met een wettelijke bepaling die het uitbeelden van sekse-discriminatie in reclame verbiedt. Nederland moddert wat aan met een vage en ruime bepaling die de rol van de vrouw in de reclame in goede banen moet leiden. Dagelijks worden we met reclame geconfronteerd en beïnvloedt reclame de maatschappij. De rol die de vrouw in de huidige reclame speelt, is dikwijls ergerlijk en achterhaald. Wellicht is het tijd voor verandering en kan de wettelijke regulering van Noorwegen voor ons als voorbeeld dienen.

Overig | Rode draad | Recht en reclame
november 1993
AA19930796

De rol van rechtsvergelijking bij de totstandkoming van wetten

J.M. Polak

In dit artikel beschrijft de auteur aan de hand van een op hande zijnd proefschrift de gebruikmaking van rechtsvergelijking bij de totstandkoming van wetten. Als begintpunt gaat de auteur in op het gebruik van rechtsvergelijking bij het BW en de Awb. Van daaruit worden vragen geformuleerd zoals: 'Waarom moet er gebruik worden gemaakt van rechtsvergelijking voor de totstandkoming van wetgeving?' en 'Wanneer moet er rechtsvergelijking bedreven worden?' en 'Welke rechtsstelsels dienen er bekeken te worden?'. Verder in het artikel wordt daar antwoord op gegeven.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940297

De Romeinsrechtelijke prijsbetalingsregel en het recht van reclame van artikel 7:39-44 BW

R. Feenstra

In dit artikel in de digestenreeks wordt de Romeinsrechtelijke prijsbetalingsregeling, een zaak is al volgens de regel overgedragen maar wordt pas eigendom van de koper nadat deze de koopprijs wordt voldaan, vergeleken met Nederlandsrechtelijke regeling rondom het recht van reclame.

Overig | Rode draad | Digesten
december 2006
AA20060876

Resultaat 25–36 van de 132 resultaten wordt getoond