Resultaat 85–96 van de 132 resultaten wordt getoond

Ontwikkelingen op het terrein van wetenschappelijk onderzoek met embryo’s

S.F.M. Wortmann

In het onderstaande zal eerst kort worden ingegaan op stamcellen en het zogenoemde therapeutisch kloneren, nauwkeuriger gezegd: celkerntransplantatie. Daarna volgt een kort overzicht van ontwikkelingen in de buitenlandse wetgeving. Ten slotte ga ik kort in op de vraag of niet-levensvatbare embryo’s onder het begrip ‘embryo’ vallen en op het probleem van de schaarste aan donoreicellen.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2006
AA20060719

Ouderdoding als centraal en ultiem delict

F.A.M.M. Koenraadt

In dit artikel wordt het proefschrift beschreven dat ouderdoding en daarop van toepassing zijnde straffen in Europese landen onderzocht.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
september 1997
AA19970651

Over de erfelijkheid van bezit, goede en kwade trouw

Kan de bona fide erfgenaam van de mala fide erflater een verkrijgende verjaring beginnen?

J.E. Jansen

Post thumbnail

Wat gebeurt er als een bona fide erfgenaam een goed verkrijgt van een mala fide erflater? Naar het voorbeeld van het Romeinse en Franse recht bepaalt ons burgerlijk wetboek dat de kennis en wetenschap van de erfgenaam niet ter zake doen: hij volgt op in het mala fide bezit van de erflater en begint dus geen verkrijgende verjaring ex artikel 3:99 BW. Naar Duits recht is de erfgenaam beter af: bij bona fide verkrijging van het bezit door erfopvolging begint hij verkrijgend te verjaren. Aan de hand van een rechtshistorische en rechtvergelijkende analyse wordt in dit artikel onderzocht of de Nederlandse wetgever dit Duitse voorbeeld zou moeten volgen.

Overig | Rode draad | Historische wortels van het recht
juni 2013
AA20130501

Over de grenzen van het recht

Voorwoord Rode Draad 2011

G.J.A. Geertjes, W.S. de Zanger

Overig | Rode draad | Over de grenzen van het recht
januari 2011
AA20110052

Over de grenzen van het strafrecht

Een beschouwing over de strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen in rechtsvergelijkend perspectief

P. Smith

Post thumbnail

Over de strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen in artikel 46 Sr is naar aanleiding van de laatste wetswijziging en de uitspraak van de Hoge Raad in (met name) de zaak Samir A. het nodige gezegd en geschreven. De insteek van dit ‘debat’ lijkt in de eerste plaats de interpretatie van de huidige tekst van artikel 46 Sr te zijn, waarbij met name de vraag speelt hoe het bestanddeel ‘bestemd tot’ (het begaan van dat misdrijf) moet worden uitgelegd. Peter Smith probeert in dit artikel, mede vanuit rechtsvergelijkend perspectief, een aanzet te geven tot een herbezinning op het leerstuk van de strafbare voorbereiding in het algemeen.

Overig | Rode draad | Over de grenzen van het recht
november 2011
AA20110827

Overheidsaansprakelijkheid in Engeland en Nederland

H.J.Th.M. van Roosmalen

De stelsels van buiten-contractuele overheidsaansprakelijkheid in Engeland en Nederland zijn werkelijk verschillend. De verwachting dat de uitkomsten in vergelijkbare gevallen toch wel min of meer vergelijkbaar zullen zijn, zal na het lezen van dit boek niet geheel worden ingelost. Deze dissertatie kiest in de eerste plaats een constitutioneel perspectief en richt de blik pas in de tweede plaats op het civiele recht en het bestuursrecht.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
oktober 2007
AA20070806

Parlementaire ‘Rules of Engagement’

Een vergelijking tussen de formele rol van het Nederlandse en het Duitse parlement bij de besluitvorming over de uitzending van militairen naar het buitenland

C. Aalbers

In dit artikel wordt de formele invloed van het Nederlandse en Duitse parlement bekeken bij de uitzending van militairen.

Verdieping | Studentartikel
november 2005
AA20050895

Pas op! Borgtocht in bedrijf

(Bras vs. Satisfactorie)

W.H. van Boom

Hoge Raad 6 juni 2008, nr. C06/317HR, ECLI:NL:HR:2008:BC8690, LJN: BC8690 (Bras/Satisfactorie) In deze uitspraak van de Hoge Raad en de daarbij behorende noot staat de borgtochtovereenkomst centraal. De uitspraak en de noot maken duidelijk dat een goede communicatie en afspraken belangrijk zijn bij een borgtochtovereenkomst. Ook komt de mededelingsplicht duidelijk aan de orde. In de noot worden besproken: de nadelen en gevolgen van de buitengerechtelijke vernietiging van de overeenkomst door de hoofdschuldenaar, de doorwerking van verweermiddelen van de hoofdschuldenaar in de verhouding tussen borg en schuldeiser respectievelijk borg en hoofdschuldenaar, het onderscheid tussen een verweermiddel en het wilsrecht dat na uitoefening tot een verweermiddel leidt, alsmede de gevolgen van dat onderscheid voor de borg en ten slotte onze conclusie dat meer aandacht nodig is voor communicatieplichten in plaats van de aandacht die nu uitgaat naar het ontstaansmoment van de regresvordering. Aan de orde komen hierbij het Nederlandse en Belgische recht en waar van belang ook de Draft Common Frame of Reference.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2009
AA20090554

Pleural plaques: Lords kennen geen vergoeding van angstgevoelens toe

Positieve discriminatie

P.J. Boon

Supreme Court of the United States of America 12 juni 1995, NJB 1995 pp. 980-982 Uitspraak van het Amerikaanse Hooggerechtshof over positieve discriminatie waarbij meerdere amendementen van de Amerikaanse Grondwet aan de orde komen. In de noot wordt dieper ingegaan op deze problematiek die de betekenis van de Amerikaanse Constitutie wijzigen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1995
AA19950896

Procederen over uitkeringen

Het litigation-probleem in de Workers' Compensation

B. Barentsen

Alle Amerikaanse staaten kennen een eigen verzekering voor beroepsgebonden arbeidsongeschiktheid, de Workers' Compensation. De Workers' Compensation wordt voor een belangrijk deel privaat uitgevoerd. In een groot aantal staten wordt buitensporig veel geprocedeerd over Workers' Compensation-uitkeringen. Met behulp van preventief overheidstoezicht en onpartijdige keuringsartsen weten enkele staten de litigation in de hand te houden. Nu de Nederlandse sociale zekerheid geprivatiseerd wordt, zullen goed publiek toezicht en onpartijdige keuringen ook belangrijker worden voor het Nederlandse systeem.

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht
mei 1998
AA19980481

Proloog

D. Kokkini-Iatridou

De timing van de verschijning van de onderhavige bundel is bijna perfect te noemen en de initiatiefnemers hiervan verdienen alle lof. Het is immers onontbeerlijk aan de vooravond van een eeuw geschiedenis moderne rechtsvergelijking, die met het Parijse Congres van 1900 is begonnen, de cruciale vraag nog eens aan de orde te stellen: Bestaat er een paradigma voor rechtsvergelijking?

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940273

Resultaat 85–96 van de 132 resultaten wordt getoond