Strafprocesrecht

DNA-onderzoek in strafzaken volgens de Commissie-Moons

M. de Klerk

Regelmatig probeert Justitie een verdachte ertoe te bewegen een DNA-test te ondergaan. Nu vindt een test slechts plaats indien de verdachte zijn onschuld wil aantonen of een ander belang heeft bij zo'n test. Het rapport van de Commissie herrijking Wetboek van Strafvordering kan aan deze selectieve onwilligheid van verdachten een einde gaan maken.

Verdieping | Studentartikel
juli 1991
AA19910540

DNA, geen biologische blauwdruk van de mens

F. van Maasakker, I. Reuder

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op het destijds nog in concept verschenen wetsvoorstel over het gebruik van DNA-print in het strafproces. De redacteuren betogen dat de inbreuk op het menselijk lichaam tot een minimum dient te worden beperkt en dat er voldoende rechtsbescherming voor de verdachte dient te zijn. Volgens de redacteuren was daar tot dan toe te weinig aandacht aan besteed.

Opinie | Redactioneel
april 1991
AA19910292

Een niet zo schokkende uitspraak

M.J. Borgers

Hoge Raad 21 maart 2006, nr. 02868/05 B, ECLI:NL:HR:2006:AU8131, LJN: AU8131, NJ 2006, 246, m.nt. T.M. Schalken Een geschokte rechtsorde, volgens de rechtbank is de Nederlandse rechtsorde niet geschokt wanneer er 3 dagen na een wetswijziging, waardoor in plaats van 3 kg al bij 1,5 kg cocane meer dan 12 jaar cel mogelijk is, iemand wordt gepakt met 2,2 kg, de Hoge Raad sluit zich hier bij aan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2007
AA20070245

Een nieuw Wetboek van Strafvordering voor de Nederlandse Antillen en Aruba?

S. van Gessel, M.F.J. Haak

In dit redactionele artikel wordt door twee redacteurs van Ars Aequi ingegaan op het nieuwe Wetboek van Strafvordering op de Nederlandse Antillen waar de cautie pas later behoeft te worden gegeven dan in Nederland en er voor verdachten een legitimatieplicht bestaat. Ook wordt er ingegaan op het strafrechtelijk kort geding waarbij er voor gedupeerden en andere belanghebbenden de mogelijkheid bestaat om voorzieningen te verzoeken bij de rechter. Redacteuren gaan daarbij ook in op het in het Koninkrijk der Nederlanden geldende concordantiebeginsel dat is opgenomen in het Statuut.

Opinie | Redactioneel
december 1996
AA19960737

Een nieuwe ‘in rem’ procedure? Balanceren op de grens van straf- en privaatrecht

J. Broekhuizen, I. Schmohl

Op 2 mei 1994 werd het wetsvoorstel 23 704 Regelen inzake de confiscatie van met criminaliteit in verband staand vermogen (Wet Confiscatie Crimineel Vermogen) bij de Tweede Kamer ingediend. In dit artikel bespreken wij de inhoud van dit wetsvoorstel en leveren kritiek. In hoofdstuk 1 wordt eerst de voorgeschiedenis weergegeven. Het wetsvoorstel zal in hoofdstuk 2 besproken worden, waarbij wij de indeling van de wet zullen volgen. In hoofdstuk 3 volgen enkele slotbeschouwingen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juni 1995
AA19950484

Een nieuwe loot aan de DNA-stam: strafvorderlijk DNA-verwantschapsonderzoek

C.C.M. van Deudekom

Een deel van de verdachten en veroordeelden heeft ook familieleden die strafbare feiten plegen of hebben gepleegd. Dat crimineel gedrag binnen een familie bij meer leden voorkomt, kent voor politie en justitie vooral zorgelijke kanten, maar sinds 1 april 2012 ook een lichtpuntje. Op die datum is de wet in werking getreden die de officieren van justitie en rechters-commissarissen een nieuw instrument in handen heeft gegeven om daders van misdrijven met behulp van het celmateriaal van hun familieleden op te sporen. Het betreft hier het zogenaamde DNA-verwantschapsonderzoek. Karin van Deudekom behandelt in deze bijdrage alle aspecten van deze nieuwe wet.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 2012
AA20120849

Een Tilburgse observatie van een Tilburgse observatie

T. Kooijmans

Hoge Raad 13 november 2012, nr. 10/02916, ECLI:NL:HR:2012:BW9338, LJN: BW9338

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2013
AA20130222

Eerwraak en het Nederlandse Strafrecht

M. Siesling

Hoe moet de rechter omgaan met een verdachte die zich beroept op een gebruik dat door zijn culturele achtergrond ingegeven is en dat naar zijn mening moreel juist is, terwijl het in de Nederlandse samenleving niet geaccepteerd is?

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2004
AA20040770

Enkele vormen van private bijdragen aan de opsporing belicht

F.W. Bleichrodt, E.M. Moerman

Post thumbnail

In dit artikel belichten Erwin Bleichrodt en Eelco Moerman de toenemende betekenis van de burger voor de opsporing. De nadruk wordt gelegd op enkele bijzondere categorieën burgers die in het kader van het strafproces opsporingsinformatie verschaffen: informanten, infiltranten, tipgevers en pseudokopers en -dienstverleners. De vraag welke rol zij spelen bij de opsporing van strafbare feiten staat centraal. Ook wordt ingegaan op de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de burger en de overheid voor het handelen van deze burgers. 

Bijzonder nummer | Privatisering van het strafrecht | Overig
juli 2013
AA20130566

Enkele wijzigingen van het Wetboek van Strafvordering (voorlopige hechtenis en bepalingen houdende termijnen)

F.D. van Asbeck

In dit artikel worden de wijzigingen in het Wetboek van Strafvordering beschreven. Het gaat daarbij om bepalingen die zien op de voorlopige hechtenis. De wijzigingen ten aanzien van de termijnen voor bewaring, rechterlijke bevoegdheden en andere processuele bevoegdheden. De tweede wet die besproken wordt, is de Termijnenwet. Deze wet regelt met name een verruiming van de termijnen in het vooronderzoek om te voorkomen dat overschrijding daarvan leiden tot nietigheden en vormverzuimen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
december 1992
AA19920784

Europees Strafrecht 2020-2021 (Digitaal boek)

M.M. Dolman

Post thumbnail Deze wetseditie bevat de belangrijkste wet- en regelgeving op het gebied van het Europees strafrecht in de Nederlandse taal voor studenten en praktijkjuristen. De opgenomen instrumenten zijn gepubliceerd voor 1 mei 2019.

9789492766595 - 02-12-2019

Expert evidence in het strafproces

S. van Gessel

Deskundigenverklaringen kunnen van doorslaggevende invloed zijn op de uitkomst van een strafproces. Er wordt veel waarde gehecht aan de mening van een deskundige, maar fouten zijn snel gemaakt. Fouten zullen in de praktijk soms nauwelijks te voorkomen zijn, ze zullen in strafproces echter achterhaald moeten worden. In het Engelse strafproces heerst een beter klimaat om kritisch te zijn.

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht
mei 1998
AA19980502