Strafprocesrecht

Resultaat 385–396 van de 396 resultaten wordt getoond

Wet ter verruiming van de mogelijkheden tot opsporing en vervolging van terroristische misdrijven

P.A.M. Verrest

Uitbreiding strafvorderlijke bevoegdheden ten behoeve van terrorismebestrijding. Bij de bestrijding van terrorisme moet er een balans gezocht worden tussen opsporingsbevoegdheden en persoonlijke vrijheden.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
februari 2007
AA20070158

Wet terroristische misdrijven

Nieuwe wetgeving

B.F. Keulen

Op 10 augustus 2004 is de Wet terroristische misdrijven in werking getreden. Onderstaand artikel behandeld de werking van deze wet en hoe het in de Nederlandse wetgeving is geïmplementeerd op basis van het EU-kaderbesluit van de Raad inzake terrorismebestrijding.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
februari 2005
AA20050097

Wet tot aanpassing van de regeling van de vervolgingsverjaring

S.S. Arendse

Op 1 april 2013 treedt de Wet van 15 november 2012 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de aanpassing van de regeling van de vervolgingsverjaring (Stb. 2012, 572) in werking. Deze Wet aanpassing verjaringsregeling 2012 heft de verjaringstermijnen op voor ernstige misdrijven, waaronder ernstige zedenmisdrijven gepleegd tegen kinderen. In dit artikel zal eerst kort de tot 1 april 2013 geldende verjaringsregeling worden beschreven. Vervolgens wordt een korte schets gegeven van de voorgeschiedenis van de nieuwe wet. Daarna volgt een beschrijving van de wijzigingen die per 1 april 2013 in werking zijn getreden. Er zal, tot slot, afzonderlijk worden ingegaan op het overgangsrecht. 

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
maart 2013
AA20130230

Wijziging herzieningsprocedure in strafzaken

M. Kessler

Onlangs zijn twee wetten tot stand gekomen die wijziging brengen in de herzieningsprocedure in strafzaken als voorzien in het Wetboek van Strafvordering. Het betreft de Wet hervorming herziening ten voordele en de Wet herziening ten nadele. De eerste wet moderniseert de procedure op grond waarvan onherroepelijke veroordelingen ten voordele van de veroordeelde kunnen worden herzien. De tweede wet voegt daaraan een regeling toe volgens welke onherroepelijke vrijspraken ten nadele van de vrijgesproken persoon kunnen worden herzien. In deze bijdrage worden de belangrijkste wijzigingen besproken die door de genoemde wetten in het Wetboek van Strafvordering zijn of worden doorgevoerd.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 2013
AA20130691

Wijziging van de procedure inzake het bezwaarschift tegen de dagvaarding

R.E. van Galen-Herrmann

In dit artikel wordt ingegaan op een wetswijziging waarbij het Wetboek van Strafvordering werd gewijzigd ten aanzien van het bezwaarschrift tegen een dagvaarding. De wetswijziging strekt er toe vertraging in de voortgang van het strafproces tengevolge van de indiening van een dergelijk bezwaarschrift zo veel mogelijk te voorkomen. Met het oog daarop is de bepaling in het Wetboek van Strafvordering dat de indiening van het bezwaarschrift de dagvaarding, van rechtswege doet vervallen, geschrapt. Voorts zijn hoger beroep en beroep in cassatie voor de verdachte wiens bezwaarschrift door de rechtbank is afgewezen, uitgesloten. Tegen afwijzing van zijn bezwaarschrift door het gerechtshof na het instellen van hoger beroep door de officier van justitie, staat voor de verdachte beroep in cassatie open.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
februari 1989
AA19890142

Wijziging van de regelingen van voorwaardelijke veroordeling en voorwaardelijke invrijheidstelling

J.T.J Struyker Boudier

Op 1 april 2012 is een aantal belangrijke wijzigingen van met name de regeling van voorwaardelijke veroordeling en daarnaast ook de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling in het Wetboek van Strafrecht in werking getreden. Mr.drs. Struyker Boudier belicht in deze bijdrage deze wijzingingen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juni 2012
AA20120474

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering (vormverzuimen)

F.D. van Asbeck

In dit artikel wordt de wijziging van het wetboek van strafvordering besproken waarbij het rapport 'Recht in vorm' wordt besproken waarin de schending van vormvoorschriften en de gevolgen daarvan worden onderzocht.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juni 1996
AA19960434

You have the right to remain silent…

A. van Veen

Redactioneel artikel over een destijds ingediend wetsartikel waarin er ten behoeve van de journalist werd voorzien in bronbescherming. In het artikel wordt ingegaan op de werking ervan, keuzemogelijkheid, en het verschil met het verschoningsrecht van bijvoorbeeld advocaten en artsen.

Opinie | Redactioneel
juli 1993
AA19930520

Zand in de ‘zittingsmachine’

T. Spronken

Wanneer een advocaat vraagt om aanhouding van de zaak zijn rechters hier vaak niet blij mee, het vergt vaak veel extra tijd en die is toch al schaars. Maar wat nu wanneer de rechter door wil gaan en de advocaat legt dan zijn werk neer, hij staat de verdachte niet langer bij. De verdachte heeft niet langer rechtsbijstand en de rechter moet de zaak wel aanhouden, is dit misbruik van verdedigingsbevoegdheden.

Opinie | Amuse
september 2005
AA20050657

Zondaars die zeggen hun les te hebben geleerd

C. Kelk

Opinie | Column
april 2010
AA20100251

Zuivere verkrachting?

P.J. Baauw

Hoge Raad (Strafkamer) 16 juni 1987, nr. 80585 (mrs. Bronkhorst, de Waard, Jeukens, Beekhuis, Keijzer; A-G Leijten), ECLI:NL:HR:1987:AC9883, DD 87. 585; NJ1988, 156, m.nt. GEM. In dit arrest van de Hoge Raad staat verkrachting in de zin van art. 242 Sr centraal. In deze uitspraak die in Ars Aequi geannoteerd wordt, wordt allereerst het feitenrelaas geschept en vervolgens wordt de Hoge Raad geciteerd. Daarna volgt een noot waarin de verschillende elementen van art. 242 Sr worden uitgewerkt en waarin het opzettelijke element van art. 242 Sr duidelijk naar voren komt. Ook komt in de noot het handelen van het OM, politie en de rechter (m.n. ten aanzien van bewijs aan de orde).

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1988
AA19880575

Zwijgen als bewijs?

De rol van het zwijgen of verklaren van de verdachte in de bewijsconstructie van diefstal

T.J. van der Rijst

Post thumbnail Het zwijgrecht is een fundamenteel onderdeel van het recht op een eerlijk proces, maar is desondanks niet absoluut. In dit artikel wordt aan de hand van systematische feitenrechtspraakanalyse onderzocht wat de rol is van het zwijgen van de verdachte in de bewijsbeslissing bij diefstal, of dit verschilt tussen de delicten diefstal en witwassen en zo ja, welke factoren daarbij relevant zijn.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2022
AA20220737

Resultaat 385–396 van de 396 resultaten wordt getoond