Strafprocesrecht

Resultaat 49–60 van de 400 resultaten wordt getoond

De Confrontatie in de Praktijk

D.J. Hessing, F.P. van Koppen

Auteurs gaan in op de soorten confrontaties die in de praktijk bestaan, wanneer en op welke wijze deze idealiter dienen te worden uitgevoerd, welke fouten daarmee in de praktijk worden gemaakt en hoe deze kunnen worden opgelost.

Opinie | Opiniërend artikel | Rode draad | Bewijs en bewijsrecht
februari 1999
AA19990103

De deskundigenparadox: een schijnbare tegenstelling

R.A. Hoving

De deskundigenparadox is het probleem dat rechters deskundigenbewijs moeten beoordelen, terwijl ze zelf weinig kennis hebben over het onderwerp waarover de deskundige informatie geeft. Dit probleem is niet onoverkomelijk. Door kritische vragen te stellen kan de rechter proberen om zich zelfstandig een rationeel oordeel te vormen over het deskundigenbewijs.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
januari 2018
AA20180086

De forensisch-psychiatrische rapportage in strafzaken

Een driehoeksverhouding op het scherp van de snede

M.M. Dolman

In strafzaken kan aan personen van zeer verschillende professie worden gevraagd hun gevoelen mede te delen betreffende hetgeen hun wetenschap hen leert omtrent datgene wat aan hun oordeel onderworpen is. De ballisticus, de grafoloog, de toxicoloog, zij kunnen alle gevraagd worden een deskundig oordeel te vellen ten behoeve van jusitie. De meest notoire deskundige in strafzaken is echter de forensisch psychiater. Zijn verschijning wordt veelal met wantrouwen en angst bezien want hij is degene die op voor leken onnaspeurbare wijze beslist of iemand 'gek' is of niet. Van zijn oordeel hangt af of een delinquent 'naar de gevangenis gaat zoals iedereen' of 'wordt opgesloten in een gekkenhuis'. Moge dit al voldoende reden zijn om eens nadere aandacht te besteden aan de forensisch psychiater in strafzaken, als men zich verdiept in de wijze waarop de psychiater in het strafproces wordt ingeschakeld en in zijn positie ten opzichte van de andere bij het proces betrokkenen en als men zich rekenschap geeft van het belang van zijn taakvervulling, dan valt een aantal bijzonderheden op die studie naar de figuur van de forensisch psychiater welhaast noodzakelijk maken. Aan die bijzonderheden besteedt de auteur aandacht.

Verdieping | Studentartikel
februari 1990
AA19900063

De hackbevoegdheid in de praktijk

C.A.J. van den Eeden, A. van Uden

Post thumbnail Sinds 1 maart 2019 beschikt de Nationale politie over een hackbevoegdheid. Dat betekent dat een specialistisch team – onder speciale voorwaarden – apparaten van verdachten, zoals telefoons en servers, heimelijk en op afstand mag binnendringen en gegevens mag verzamelen. In dit artikel gaan wij in op het wettelijk kader van de hackbevoegdheid, de uitvoering en knelpunten die zich voordoen in de opsporingspraktijk.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2023
AA20230273

De controlerende functie van de Hoge Raad bij het redresseren van rechterlijke dwalingen: de strafrechtelijke revisie in rechtsbeschermend perspectief

G.G.J. Knoops

Hoge Raad 7 september 2004, nr. 00282/04H, ECLI:NL:HR:2004:AQ9834, LJN AQ9834 (Schiedammer parkmoord) In onderstaand artikel worden aan de hand van enkele arresten de belangen en de mogelijkheden van de strafrechtelijke revisie besproken.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2005
AA20050089

De doodgeschoten kroongetuige

Y. Buruma

Hoge Raad 30 juni 1998, nr. 107.189, ECLI:NL:HR:1998:ZD1191, NJ 1998, 799 met nt. Sch Onderstaand artikel behandeld het fenomeen van de kroongetuige. - Kroongetuige: Taak wetgever; - Bijzondere motiveringsplicht; - Volledige immuniteit als beloning; - Betrouwbaarheid en onmogelijkheid een dode getuige door een rechter te laten horen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1999
AA19990056

De geheime dienst gecontroleerd

E.R. Muller

Post thumbnail In dit artikel gaat de auteur in op welke wijze de controle op inlichtingen- en veiligheidsdiensten geregeld is en hoe deze in de praktijk daadwerkelijk plaatsvindt. De auteur gaat daarbij met name in op de AIVD. Na de inleiding beschrijft de auteur de taken en bevoegdheden van de AIVD. Vervolgens stelt de auteur de uitgangspunten voor inlichtingen- en veiligheidsdiensten zoals legitimiteit en gescheiden inlichtingen- en opsporingsdiensten. In de vierde paragraaf wordt ingegaan op de sturing en controle. Hierbij komt de controle door het parlement, maar ook de Commissie van Toezicht aan bod. Tenslotte geeft de auteur, die eerder al op dit onderwerp promoveerde, een aantal aandachtspunten weer.

Verdieping | Studentartikel
april 2009
AA20090223

De Innovatiewet Strafvordering: het eerste spoor van het nieuwe Wetboek van Strafvordering

R.J. Verbeek

Op 21 juni 2022 heeft de Eerste Kamer de Innovatiewet Strafvordering aangenomen. Daarmee is de eerste wet uit het recent gepresenteerde sporenoverzicht in het kader van het nieuwe Wetboek van Strafvordering tot stand gekomen (Stb. 2022, 276). De wet is 1 oktober 2022 in werking getreden (Stb. 2022, 362). In deze bijdrage wordt allereerst kort ingegaan op de stand van zaken van het nieuwe Wetboek van Strafvordering. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de totstandkoming van de Innovatiewet Strafvordering en de vijf onderdelen die deel uitmaken van deze nieuwe wet. Tot slot wordt een blik op de nabije toekomst geworpen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
oktober 2022
AA20220802

De controversiële godsdienst- en meningsuiting

S.C. van Bijsterveld

Door godsdienst ingegeven uitspraken of uitspraken over godsdienst zijn de laatste jaren weer in staat om in de hele samenleving stof te doen opwaaien. Voor een open en vitale samenleving is debat daarover essentieel. Voor de juridische beoordeling van controversiële uitingen is zowel binnen het strafrecht als ook daarbuiten uiteindelijk een beoordelingsmarge aanwezig. Bij de concrete beoordeling van controversiële uitingen moeten wij ons niet laten leiden door zelfgenoegzaamheid, maar ook niet door de waan van de dag.

Bijzonder nummer | Recht & Religie
juli 2003
AA20030533

De ernstig geschokte rechtsorde, een vervolg

M.J. Borgers

Rechtbank Haarlem 13 april 2007, nr. 15/800389-07, ECLI:NL:RBHAA:2007:BA2938, LJN: BA2938; Gerechtshof Amsterdam 16 mei 2007, nr. 00523-07, ECLI:NL:GHAMS:2007:BA6642, LJN: BA6642 De annotator gaat in deze noot in op de ernstig geschokte rechtsorde als grond voor voorlopige hechtenis waarbij een vonnis van een rechtbank vergeleken wordt met een arrest van een hof.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2007
AA20070798

De grondwet, de doodstraf en de volksovertuiging

L. van Troost

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
oktober 2010
AA20100732

De mensenhandelaar, de waan van de dag en de minister van Justitie

J. Giltaij, D.J. van Leeuwen

Naar aanleiding van het vluchten van een verdachte waarvan de voorlopige hechtenis in de aanloop van het geding was geschorst, gaan twee redactieleden in op aan wie de bevoegdheid tot het schorsen van de voorlopige hechtenis toekomt en dient toe te komen. Daarbij wordt met name ingegaan op de taak van de rechter in het strafproces.

Opinie | Redactioneel
november 2009
AA20090705

Resultaat 49–60 van de 400 resultaten wordt getoond