A.J.M. Nuytinck
Hoge Raad 19 januari 2007, nr. C05/273HR, ECLI:NL:HR:2007:AZ1488, LJN: AZ1488, NJ 2007, 62
Verdeling huwelijksgoederengemeenschap bijwege van echtscheidingsconvenant; onrechtmatige daad (verzwijging); samenloop; de aan de bevoegdheid tot vernietiging van een verdeling (art. 3:196 BW) verbonden vervaltermijn van artikel 3:200 BW staat niet eraan in de weg dat na het verstrijken daarvan een deelgenoot jegens de ander een vordering tot schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad instelt.
Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2007
AA20070515