Participatie van het kind bij het ouderschapsplan

UCERF 13 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht


Participatie van kinderen krijgt in toenemende mate aandacht, zowel nationaal als internationaal. Artikel 12 van het Verdrag voor de Rechten van het Kind speelt hierbij een belangrijke rol. In deze bijdrage staan de ervaringen van een GZ-psycholoog kind & jeugd en orthopedagoog generalist en een familierechter, die in dit kader bij de rechtbank Overijssel zijn opgedaan centraal. Het vertrekpunt is artikel 815 lid 4 Rv waarin de verplichting is opgenomen dat ouders in hun ouderschapsplan aangeven op welke wijze hun kinderen bij de totstandkoming daarvan zijn betrokken. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de rechter een actieve rol heeft om te toetsen of het ouderschapsplan strookt met de belangen van de kinderen. De auteurs merken op dat in de praktijk in de meeste ouderschapsplannen niet wordt aangegeven hoe, dus op welke wijze, kinderen zijn betrokken bij het ouderschapsplan. Er staat doorgaans slechts dat de kinderen op een leeftijdsadequate wijze zijn betrokken bij het ouderschapsplan. Om hierin verbetering te brengen is op 1 mei 2018 een eenjarige proef van start gegaan, waarbij ouders die een echtscheidingsverzoek indienen bij de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, verplicht zijn een Bruggesprek-formulier in te dienen. Dat is een gesprek dat ouders met hun kind voeren waarin verschillende aspecten van de scheiding aan de orde komen. Bij het formulier worden suggesties gedaan aan ouders over onderwerpen die aan bod kunnen komen die voor kinderen belangrijk zijn. De rechter kan aan de hand van het bij het ouderschapsplan te voegen formulier beoordelen of ouders hun kinderen voldoende hebben betrokken bij het ouderschapsplan en of het belang van het kind goed vertegenwoordigd is door de ouders. In de bijdrage kunt u lezen hoe dit in zijn werk gaat en wat de ervaringen tot nu toe zijn.