Burgerlijk recht

Resultaat 397–408 van de 3021 resultaten wordt getoond

De bancaire informatieplicht: de relatie bank-fiscus aangescherpt

J.C.V. Geenen

Nadat Slavenburg's haar hierin voorging, werden begin oktober 1984 bij het hoofdkantoor van de Verenigde Spaarbank in Nieuwegein en een tiental filialen daarvan in regio Amsterdam invallen gedaan. De invallen brachten inzicht in de verschillende vormen waarin belastingfraude bedreven wordt en in de omvang daarvan. Mede op basis daarvan werd besloten een rentesteekproef te doen uitvoeren naar de mate waarin door cliënten van de banken ontvangen rente in de belastingheffing wordt betrokken. In onderstaand artikel wordt ingegaan op de, gegeven de resultaten, noodzakelijk geachte verruiming van de informatievoorziening van de banken aan de fiscus. Deze verruiming zal bezien worden in samenhang met de in de AWR opgenomen regeling en de beperkingen die daarop golden.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 1988
AA19880163

De bancaire kredietovereenkomst

A.J. Verdaas

Post thumbnail De juridische en praktische aspecten van bancair krediet, in het bijzonder van kredieten zoals die door Nederlandse banken verstrekt worden aan kleine tot middelgrote ondernemingen en non-profitorganisaties.

9789492766229 - 04-04-2018

De bancaire kredietovereenkomst (Digitaal boek)

A.J. Verdaas

Post thumbnail De juridische en praktische aspecten van bancair krediet, in het bijzonder van kredieten zoals die door Nederlandse banken verstrekt worden aan kleine tot middelgrote ondernemingen en non-profitorganisaties.

9789492766229 - 04-04-2018

De begrippen overeenkomst, partij en derde in het civiele recht

A.L.H. Ernes, A.H. Lamers

Post thumbnail In deze bijdrage zal aandacht worden besteed aan de vraag wie kan worden gezien als partij bij een overeenkomst, en aansluitend hierop: wie zijn derden? Sluiten de begrippen ‘partij’ en ‘derde’ elkaar uit, of bestaan er overlappingen? Daarnaast zal worden gekeken naar de problematiek van de samenhangende overeenkomsten, waarbij de vraag kan worden gesteld of degene die partij is bij de ene overeenkomst, ook contractuele rechten kan ontlenen aan de overeenkomsten die met deze eerste overeenkomst samenhang vertonen. Tot slot zal worden onderzocht op welke wijze contractencomplexen, waarvan de samenhang zo sterk is dat kan worden gesproken van een contractengroep, kunnen worden afgebakend in die zin dat kan worden vastgesteld welke contractanten in dat complex, ondanks het feit dat ze geen directe bilaterale contractuele band met elkaar hebben, elkaar toch kunnen aanspreken op grond van contractuele rechten.

Verdieping
januari 2012
AA20120026

De beheersbevoegdheid van de hypotheekhouder in rechtshistorisch en rechtsvergelijkend perspectief

R. Bobbink

Dit artikel gaat over het recht van pandgebruik: de bevoegdheid tot gebruik, beheer en vruchttrekking van een zekerheidsobject door de zekerheidsgerechtigde. De auteur beschouwt de ontwikkeling en toepassing van deze rechtsfiguur op onroerende zaken, vanaf het Romeinse recht tot het heden. De inzichten uit deze historische rechtsvergelijking bieden inspiratie bij de uitleg van de beheersbevoegdheid van de hypotheekhouder in het geldende Nederlandse recht.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
december 2021
AA20211141

De beoordeling van een vordering tot opheffing van een conservatoir beslag

A.W. Jongbloed

Hoge Raad 17 april 2015, nr. 14/01028, ECLI:NL:HR:2015:1074 (Hwang/Nidera c.s.; Pine trader)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2015
AA20150794

De beoordeling van joint ventures onder Europees en nationaal mededingingsrecht

R. Ludding

In de marktgeoriënteerde economieën van de Lid-Staten van de Europese Unie is de mededinging tussen ondernemingen een drijvende kracht, het belangrijkste mechaniek voor het (uiteindelijk) efficiënt aanwenden van schaarse productiemiddelen, een stimulator van vernieuwing. Zowel op nationaal als op Europees niveau bestaan rechtsregels die ondernemingen weliswaar niet tot actieve concurrentie verplichten, maar wel beogen ondernemersgedrag dat tot een afnemende intensiteit of kwaliteit van de mededinging leidt of kan leiden, aan banden te leggen. Een gemeenschappelijke onderneming kan onder omstandigheden een merkbare beperking van de mededinging (tussen de partners onderling of tussen hen en derde-ondernemingen) tot gevolg hebben. Deze bijdrage bespreekt de beoordeling van dat gevolg naar Europees en nationaal recht.

Bijzonder nummer | Joint Ventures
mei 1995
AA19950409

De beperkte, eenvoudige gemeenschap van een huurrecht van buiten iedere huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap gehuwde echtgenoten

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 14 december 2007, nr. C06/109HR, ECLI:NL:HR:2007:BA4202, LJN: BA4202 Annotatie bij een arrest van de Hoge Raad over voortzetting van het huurgenot na echtscheiding van echtgenoten die buiten enige gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Aan de orde komen verrekening na overbedeling bij gebruik van de huurwoning, verhouding tussen huwelijks- en eenvoudige gemeenschap.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2008
AA20080218

De bescherming van derde-verkrijgers tegen stille pandrechten: een eeuwenoude traditie

V.J.M. van Hoof

Artikel 3:86 lid 2 BW beschermt derde-verkrijgers te goeder trouw tegen stille pandrechten op roerende zaken. Vanaf Romeinse tijden verpanden veel ondernemingen vrijwel al hun bestaande en toekomstige zaken aan de bank. Is de goede trouw wel een geschikt criterium als veel verkrijgers kunnen vermoeden dat alles is verpand? Had de wetgever niet beter voor alternatieve, in het verleden beproefde criteria kunnen kiezen?

Literatuur | Proefschriftbijdrage
januari 2016
AA20160060

De bescherming van gewichtheffers, cheerleaders en menselijke kanonkogels

D.J.G. Visser

Opiniërend artikel over de destijds in te voeren wet die ziet op de naburige rechten. Volgens de auteur wordt is het onduidelijk wie beschermd worden, de kunstenaars en wat onder de definitie valt. De auteur pleit na invoering voor proefprocessen om de onduidelijkheid te voorkomen.

Opinie | Opiniërend artikel
januari 1993
AA19930020

De besloten vennootschap in Boek 2 BW

F.G.H. Kristen

De BV is naar aanleiding van de Eerste Richtlijn in ons rechtsstelsel geïntroduceerd. Deze vennootschapsvorm is een kopie van de NV; beide worden opgevat als een instituut. Is de besloten vennootschap harmonieus geregeld zowel wat betreft de inpassing in Boek 2 BW (wetsharmonie), als wat betreft de behoeften in de praktijk (rechtsharmonie)? Deze twee vragen staan in dit artikel centraal.

Bijzonder nummer | Rechtsharmonie - Wetsharmonie
mei 1996
AA19960315

De betalingsregeling als sluitstuk van de brede schuldenaanpak

N. Jungmann, T. Madern

Post thumbnail Om de schuldenproblematiek terug te dringen en de aanpak ervan effectiever te maken, is er recentelijk een ongekende hoeveelheid nieuwe wetgeving van kracht geworden. Dit gaat in combinatie met beleidswijzigingen een impuls geven aan de aanpak van problematische schuldsituaties. Het ontbreekt alleen nog aan een afdoende antwoord op de vraag hoe wordt voorkomen dat situaties problematisch worden. Misschien kan een aanpassing van artikel 6:29 BW daarin van betekenis zijn.

Opinie | Opiniërend artikel
mei 2021
AA20210482

Resultaat 397–408 van de 3021 resultaten wordt getoond