De Arubaanse en de Curaçaose verwekker en de nationaliteit van het door hen postnataal erkende kind


Hoge Raad 26 januari 2007, nr. R05/153HR, ECLI:NL:HR:2007:AZ1634, LJN: AZ1624, NJ 2007, 73 (Arubaanse zaak) en

Hoge Raad 26 januari 2007, nr. R05/125HR, ECLI:NL:HR:2007:AZ1624, LJN: AZ1634 (Curaçaose zaak)

Vaststelling Nederlanderschap; kind van niet-Nederlandse moeder dat na zijn geboorte door Nederlander wordt erkend; postnatale erkenning in combinatie met gerechtelijk bewijs van het verwekkerschap met het oog op de toepassing van artikel 4 Rijkswet op het Nederlanderschap (hierna: RWN) is gelijk te stellen met gerechtelijke vaststelling van het vaderschap in de zin van artikel 1:207 BW; artikel 26 Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (hierna: IVBPR).


Verschijningsvorm: Maandbladartikel (download pdf)

Auteur(s): A.J.M. Nuytinck

Verschijning: april 2007

Archiefcode: AA20070354

Hoge Raad 26-01-2007 (ECLI:NL:HR:2007:AZ1624) zaaknummer: R05/125HR,
Hoge Raad 26-01-2007 (ECLI:NL:HR:2007:AZ1634) zaaknummer: R05/153HR

postnatale erkenning vaststelling Nederlanderschap

Burgerlijk recht Personen-, familie- en jeugdrecht

Annotaties en wetgeving Annotatie