Vind een Maandblad-aflevering

Kies de maand en het jaar waarin het nummer dat je zoekt is verschenen en ga naar de aflevering.

* Van 2012 tot en met heden vind je naast de artikelen van de betreffende maand ook het volledige nummer integraal.
* Vóór 2012 vind je per nummer alleen de losse artikelen die in dat nummer zijn verschenen en kun je niet het volledige nummer integraal bekijken.

Banner Hoge Raad
Banner RU Onderneming & Recht
Banner Maverick
Banner Raad van State
Banner Hoge Raad
Banner RU Onderneming & Recht
Banner Maverick
Banner Raad van State

Deeplink naar deze pagina:
https://arsaequi.nl/aam/201506


Maandblad juni 2015

Beginselen van goed markttoezicht

M. Aelen

Post thumbnail Op 26 september 2014 promoveerde Margot Aelen aan de Universiteit Utrecht op haar proefschrift Beginselen van goed markttoezicht. Gedefinieerd, verklaard en uitgewerkt voor het toezicht op de financiële markten. In deze bijdrage vertelt zij waar haar stellingen in de kern op neerkomen.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
juni 2015
AA20150543

De algemene taakomschrijving van de politie en de waarde(n) van het legaliteitsbeginsel

T.M.A. Arts, R.J.B. Schutgens

Hoge Raad 1 juli 2014, nr. 12/01277, ECLI:NL:HR:2014:1562 (Inzet IMSI-catcher)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2015
AA20150485

De humanitaire grenzen aan het volkenrechtelijk mandaat

K.M. Manusama

Post thumbnail De volkenrechtelijke grenzen aan het gebruik van geweld staan onder druk. Humanitaire overwegingen beginnen de overhand te krijgen boven de traditionele grenzen van het VN-Handvest. Terwijl de discussie over humanitaire interventie in de wereld verder gaat, wordt de Nederlandse besluitvorming geregeerd door het edict van Davids: geen interventie zonder volkenrechtelijk mandaat.

Opinie | Tweeluik
juni 2015
AA20150463

De lange weg naar het subjectieve recht

C.M. Bezemer

Post thumbnail Het Belfort van Gent (bouw begonnen omstreeks 1300), is uitdrukking van een stedelijk bewustzijn. Tegelijkertijd is het een symbool voor een nieuwe manier van denken over de rechten van burgers: namelijk als onlichamelijke zaken die zetelen in de persoon.

Blauwe pagina's | Bouwstenen van het recht
juni 2015
AA20150432

De rechter gaat digitaal… Nou en?

C.J.M. Klaassen

Post thumbnail Mag de rechter op eigen initiatief op zoek gaan naar informatie op het internet? En zo ja, hoe dient de rechter hiermee om te gaan ten opzichte van partijen?

Opinie | Opiniërend artikel
juni 2015
AA20150448

Een duik in het ondiepe

Beantwoording rechtsvraag (344) Verbintenissenrecht

A.G. Castermans

In september 2014 verscheen de rechtsvraag 'Een duik in het diepe'. In deze bijdrage wordt de rechtsvraag beantwoord.

Perspectief | Rechtsvraag
juni 2015
AA20150539

Een nieuw ontslagrecht

J.M.E. Cornelissen, R.C. van Daal

Per 1 juli 2015 wijzigt het ontslagrecht. Deze wijziging kent een aanloop met vele politieke akkoorden, waaronder het op 11 april 2013 tussen het kabinet en sociale partners gesloten sociaal akkoord. Dit bevatte naast een wijziging van het ontslagrecht ook maatregelen op het terrein van flexibele arbeid en de Werkeloosheidswet. Al deze maatregelen zijn uitgewerkt in de Wet werk en zekerheid. In dit artikel wordt ingegaan op het onderdeel ontslagrecht, dat in werking zal treden op 1 juli 2015.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juni 2015
AA20150516

Het instituut van de borgsom in het Nederlandse strafprocesrecht

De voor- en nadelen in nationaal perspectief

B.J. Polman

Post thumbnail De borgsom in het Nederlandse strafprocesrecht leidt tot op heden slechts een slapend bestaan. In de praktijk klinken echter steeds meer geluiden vóór toepassing van alternatieven voor de voorlopige hechtenis. In deze bijdrage wordt daarom vanuit verschillende perspectieven stilgestaan bij de voor- en nadelen van de toepassing van de borgsom.

Verdieping | Studentartikel
juni 2015
AA20150437

Het Schotse referendum en het kiesrecht voor gedetineerden

R. van der Hulle

Post thumbnail Het kiesrecht voor gedetineerden is nog altijd een omstreden onderwerp binnen het Verenigd Koninkrijk. De Britse regering voert al jarenlang een felle strijd tegen de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: het EHRM), waaruit volgt dat een algehele, categorische uitsluiting van gedetineerden van deelname aan verkiezingen niet is toegestaan. Tegen die achtergrond werd het Britse Supreme Court gevraagd een oordeel te geven over de uitsluiting van gedetineerden van deelname aan het op 18 september 2014 gehouden Schotse referendum.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2015
AA20150454

Humanitair ingrijpen zonder humanitaire interventie

Een antwoord aan Kenneth Manusama

C.M.J. Ryngaert

Post thumbnail In deze bijdrage reageert Cedric Ryngaert op het artikel ‘De humanitaire grenzen aan het volkenrechtelijk mandaat’. Hij argumenteert in deze bijdrage met name dat Nederland, in het belang van de menselijke waardigheid die ook ten grondslag ligt aan het Responsibility to Protect-discours, zijn verzet dient op te geven tegen een liberale interpretatie van het recht op zelfverdediging jegens niet-statelijke actoren zoals IS.

Opinie | Tweeluik
juni 2015
AA20150470

Interferentie van materieelstrafrechtelijke leerstukken: voorbereiding van moord

T. Kooijmans

Hoge Raad 4 november 2014, nr. 12/05178, ECLI:NL:HR:2014:3081, NJ 2015/185 m.nt. N. Rozemond

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2015
AA20150490

Levert het recht voor de officiële Londense taxi’s de vrije busbanen te mogen gebruiken, staatssteun op?

P.J. Slot

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) (tweede kamer, vijf rechters) 14 januari 2015, zaak C-518/13, ECLI:EU:C:2015:9 (The Queen/Parking Adjudicator)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2015
AA20150510

Omgaan met de tijd

R. de Graaff, F.Q. van de Pol

Jurisprudentie van de Hoge Raad kan tot problemen leiden als de rechtspraktijk zich op een andere interpretatie heeft ingesteld. Als oplossing wordt soms een bepaalde vorm van rechterlijk overgangsrecht toegepast: de zogenoemde prospective overruling. Deze techniek kent zowel voor- als nadelen. Met name de positie van procespartijen kan in het gedrang komen. Hoe kan de Hoge Raad hier het beste mee omgaan?

Opinie | Redactioneel
juni 2015
AA20150431

Opzegging van duurovereenkomsten, in het bijzonder kredietovereenkomsten

R.M. Wibier

Hoge Raad 10 oktober 2014, nr. 13/02588, ECLI:NL:HR:2014:2929 (ING/De Keijzer)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2015
AA20150480

Over een vonnis dat vastzat in de Russische pijplijn

A.A.H. van Hoek

Hoge Raad 26 september 2014, nr. 13/04272, ECLI:NL:HR:2014:2838, JIN 2014/197 m.nt. M. Teekens; JOR 2014/350 m.nt. C.G. van der Plas (Gazprombank/Bensadon)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2015
AA20150502

Particulier initiatief en de bescherming van vluchtelingen

Een Canadees voorbeeld dat navolging verdient

M.Y.A. Zieck

Post thumbnail Er zijn talloze vormen van particulier initiatief die zijn gericht op het bijstaan en beschermen van vluchtelingen. Een opmerkelijk voorbeeld daarvan is het Canadese ‘Private Sponsorship of Refugees Program’. Dit programma geeft Canadese burgers de mogelijkheid om vluchtelingen uit te nodigen om zich in Canada te vestigen. Een voorbeeld dat om verschillende redenen navolging verdient in Nederland.

Opinie | Amuse
juni 2015
AA20150434

Plas-Valburg en de klassieke tegenstelling tussen rechtszekerheid en billijkheid

Reactie op 'Plas/Valburg: veel rechtsonzekerheid en ondermaats resultaat in de feitenrechtspraak'

M.L. van Oosten, J.L. Smeehuijzen

Reactie & Nawoord door Pieter Wolters In het januarinummer van dit tijdschrift bespreken Smeehuijzen en Van Oosten de Plas/Valburg-doctrine vanuit de tegenstelling tussen rechtszekerheid en billijkheid. Zij komen op basis van de analyse van 141 bodemzaken tot de conclusie dat de voordelen van de doctrine niet opwegen tegen de aantasting van de rechtszekerheid. De mogelijkheid tot vergoeding van het positief contractsbelang op grond van Plas/Valburg zou om deze reden moeten worden afgeschaft. In deze reactie betoog ik dat de gepresenteerde argumenten niet duidelijk maken dat er sprake is van een grote aantasting van de rechtszekerheid en de conclusie niet dragen. Naschrift bij bovenstaande reactie door Lodewijk Smeehuijzen & Meelf van Oosten Dit is een naschrift bij de reactie van Pieter Wolters op J.L. Smeehuijzen & M.L. van Oosten, ‘Plas/Valburg: veel rechtsonzekerheid en ondermaats resultaat in de feitenrechtspraak’, AA 2015, p. 72-77

Opinie | Reactie/nawoord
juni 2015
AA20150475

Ruzies onder professoren – deel I

E.H. Hondius

In deze column wil Ewoud Hondius enkele Oude Ruzies onder professoren oprakelen.

Opinie | Column
juni 2015
AA20150453

Summertime, and the living is easy…

V. Mak

In deze column schrijft Vanessa Mak over de spanningen tussen – met name – de zwarte en blanke bevolking van de Verenigde Staten, spanningen waar het Amerikaanse rechtssysteem zich in veel gevallen geen raad mee weet.

Opinie | Column
juni 2015
AA20150474

Uitdijende strafbaarheid van onzedelijk handelen

C. Kelk

Post thumbnail In de afgelopen eeuw en daarna zijn steeds meer zedenmisdrijven in het Wetboek van Strafrecht opgenomen. Sommige formuleringen zijn intussen weer zó veranderd dat de rechter meer interpretatieruimte heeft gekregen. Het slachtofferbelang weegt vaak zwaar, in weerwil van het strikte legaliteitsbeginsel van artikel 1 lid 1 Sr.

Rode draad | Rechtsvorming door de Hoge Raad
juni 2015
AA20150520

Uitlevering – het vertrouwensbeginsel, legaliteit en dubbele strafbaarheid

E. van Sliedregt

Hoge Raad 16 december 2014, nr. 14/04306, ECLI:NL:HR:2014:3627; Hoge Raad 17 juni 2014, nr. 14/00090, ECLI:NL:HR:2014:1441

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2015
AA20150495

Vorming of uitholling van recht?

De normering van de strafrechtelijke bewijsbeslissing door de Hoge Raad

M.J. Dubelaar

Post thumbnail De Hoge Raad betracht van oudsher de nodige terughoudendheid bij het toetsen van de bewijsbeslissing, nu het antwoord op de bewijsvraag in de kern een feitelijke aangelegenheid betreft waarin de Hoge Raad als cassatierechter niet te veel wil treden. Wat betreft de invulling van het bewijsrecht (die paar regels die het juridisch kader vormen waarbinnen de bewijsbeslissing moet worden genomen), heeft de Hoge Raad zich altijd tamelijk formalistisch én coulant opgesteld, hetgeen erin heeft geresulteerd dat de wettelijke bewijsregeling is uitgehold en zich geen echte juridische bewijstheorie heeft ontwikkeld. In dit artikel wordt nader ingegaan op de rol van het recht bij de bewijsbeslissing en de opstelling van de Hoge Raad ter zake de normering van die beslissing. Betoogd wordt dat de Hoge Raad wel degelijk meer zou kunnen betekenen, maar dat vanzelfsprekend niet alle openliggende vragen op dit terrein in de cassatierechtspraak kunnen worden opgelost.

Rode draad | Rechtsvorming door de Hoge Raad
juni 2015
AA20150528