Metajuridica

Resultaat 109–120 van de 1118 resultaten wordt getoond

De beheersbevoegdheid van de hypotheekhouder in rechtshistorisch en rechtsvergelijkend perspectief

R. Bobbink

Dit artikel gaat over het recht van pandgebruik: de bevoegdheid tot gebruik, beheer en vruchttrekking van een zekerheidsobject door de zekerheidsgerechtigde. De auteur beschouwt de ontwikkeling en toepassing van deze rechtsfiguur op onroerende zaken, vanaf het Romeinse recht tot het heden. De inzichten uit deze historische rechtsvergelijking bieden inspiratie bij de uitleg van de beheersbevoegdheid van de hypotheekhouder in het geldende Nederlandse recht.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
december 2021
AA20211141

De bejaerde wezen

M. van der Vrugt

Bejaerde wezen is de term die Hugo de Groot gebruikt om de meerderjarige wilsonbekwamen aan te duiden. Hij en zijn tijdgenoot Antonius Matthaeus II zijn de auteurs van twee werken die bepalend zijn geweest voor de wijze waarop in het burgerlijk recht en in het strafrecht de positie van de bejaerde wees werd gezien ten tijde van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Hun geschriften hebben echter niet alleen de na hen levende geleerden, maar ook de practici die de bejaerde wezen van de mondigen moesten onderscheiden, beïnvloed.

Overig | Rode draad | De positie van onbekwamen in het recht
september 1991
AA19910636

De bescherming van derde-verkrijgers tegen stille pandrechten: een eeuwenoude traditie

V.J.M. van Hoof

Artikel 3:86 lid 2 BW beschermt derde-verkrijgers te goeder trouw tegen stille pandrechten op roerende zaken. Vanaf Romeinse tijden verpanden veel ondernemingen vrijwel al hun bestaande en toekomstige zaken aan de bank. Is de goede trouw wel een geschikt criterium als veel verkrijgers kunnen vermoeden dat alles is verpand? Had de wetgever niet beter voor alternatieve, in het verleden beproefde criteria kunnen kiezen?

Literatuur | Proefschriftbijdrage
januari 2016
AA20160060

De betekenis van een woord is zijn gebruik in de taal

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

In deze aflevering van Vijf minuten rechtsfilosofie schenken Carel Smith & Harm Kloosterhuis aandacht aan de letterlijke interpretatie van woorden in overeenkomsten. Ludwig Wittgenstein had daar zo zijn ideeën over.

Perspectief | Column
juni 2020
AA20200633

De betekenis van gelijkheid en rechtvaardigheid in de gezondheidszorg: de Zorgverzekeringswet rechtsfilosofisch bezien

M.A.J.M. Buijsen

In dit artikel wordt op rechtsfilosofische wijze gekeken naar de nieuwe Zorgverzekeringswet (Zvw) waarbij ingegaan wordt op solidariteit, gelijkheid & rechtvaardigheid, toegankelijkheid van gezondheidszorg en het (grond)recht op zorg.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2006
AA20060609

De betekenis van het Anglo-Amerikaanse zekerhedenrecht, in het bijzonder de floating charge en Article 9 Uniform Commercial Code: over bepaaldheid en publiciteit

T.H.D. Struycken

De floating charge van Engelse origine en het Amerikaanse regime van Article 9 Uniform Commercial Code geven te denken over twee aspecten van het Nederlandse zekerhedenrecht: bepaalbaarheid en publiciteit. Over de mate waarin de zekerheidsobjecten dienen te worden bepaald bij de vestiging van zekerheidsrechten in het Nederlandse recht, blijkt weinig met zekerheid te kunnen worden gezegd; het bekende Sio-arrest is een te zwakke basis voor de ‘heersende mening’ omtrent verpanding van roerende zaken. Verder steekt het stil pandrecht schril af bij het publiciteitsregime van het Anglo-Amerikaanse zekerhedenrecht. Er is reden te denken dat het publiciteitsloze pandrecht in strijd is met Europees mededingingsrecht. Bovendien sluit de juridische dogmatiek van het zekerhedenrecht slecht aan bij de realiteit van de kredietwereld.

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht
mei 1998
AA19980417

De bewijswaardering in civiele zaken: vage noties of scherpe normen?

I. Giesen

De bewijswaardering is in de nederlandse literatuur over het burgerlijk procesrecht geen populair onderwerp, hoewel het in de praktijk wel zeer belangrijk is. In het onderhavige artikel wordt daarom getracht dit begrip nader te omschrijven. Gezocht wordt naar 'scherpere' normen dan de vage notie van 'een redelijke mate van zekerheid' die meestal ingeroepen wordt.

Rode draad | Bewijs en bewijsrecht | Verdieping | Verdiepend artikel
september 1999
AA19990623

De canon van juridisch Nederland

J.H.A. Lokin

Post thumbnail In dit artikel, behorende bij de Rode draad 2009 'Canon van het Recht' wordt ingegaan op het woord canon en wordt de rode draad ingeleid en uitgelegd. Daarbij gaat Lokin in op de 'Canon van Nederland' die in vijftig vensters de hoofdlijnen van de Nederlandse geschiedenis weergeeft. Lokin vraagt zich af of juristen afzijdig kunnen blijven bij alle verschijningen van canons op velerlei gebied. Zeven hoogleraren bespreken in de volgende afleveringen van Ars Aequi 50 gebeurtenissen en/ of personen beschreven die voor het geldende Nederlandse recht van zo grote betekenis zijn (geweest) dat iedere jurist een gesprek erover zou moeten kunnen beginnen met iedere andere jurist zonder dat hij hoeft uit te leggen wie of wat.

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
februari 2009
AA20090130

De cassatieadvocaat als laatste juridische generalist

Een interview met Philip Fruytier

M.J. De Boeck, A.I. Elvan

Post thumbnail In dit interview met cassatieadvocaat mr. Philip Fruytier staat het werk van de cassatieadvocaat in civiele zaken centraal. Waar houdt de cassatieadvocaat zich dagelijks mee bezig en wat maakt het werk spannend? Daarnaast komen enkele ontwikkelingen op het gebied van cassatie aan bod en wordt een uitstapje gemaakt naar procederen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Perspectief | Interview
december 2023
AA20230994

De codificatiebeweging

W.J. Zwalve

In deel 7 van de Rode draad 'Canon van het recht' gaat Zwalve aan de hand van de civielrechtelijke codificaties vanaf de Bataafse republiek in op het belang van codificaties bij natievorming.

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
juni 2009
AA20090413

De cypressen van Daphne

W.J. Zwalve

In dit artikel wordt de rechtenstudie in de Oudheid vergeleken met de retorica in de Oudheid. De juridische opleiding was geschikt om later een groot vermogen te kunnen verdienen maar stond in vergelijking met de de retorica in een lager aanzien.

juli 2007
AA20070560

De derde in het recht

A.F.M. Brenninkmeijer

Eén van de drogredenen in de logica vormt de uitgesloten derde. Een keuze wordt gemaakt tussen A en B, terwijl de derde oplossing C niet genoemd is. Zoals de uitgesloten derde in de logica tot drogredeneringen kan leiden, zo geldt ook voor het recht dat het uitsluiten van derden bij rechtsverhoudingen afbreuk doet aan een goede rechtsontwikkeling. De ontmaskering van de juridische drogreden van de uitgesloten derde, kies ik daarom als adagium voor deze bijdrage.

Bijzonder nummer | De derde in het recht
mei 1997
AA19970267

Resultaat 109–120 van de 1118 resultaten wordt getoond