Resultaat 1–12 van de 112 resultaten wordt getoond
J.J. Knol
In deze bijdrage wordt een beknopt overzicht gegeven van een aantal regelingen op het gebied van de publiekrechtelijke fusiecontrole. Aan de orde komen regelingen uit Nederland en diverse andere lidstaten van de EG. Tevens wordt aandacht besteed aan het concept voor een Europese verordening voor de controle van concentraties van ondernemingen en het recente 'Philip MorrisI Rothmans'-arrest van het Europese Hof over de toepassing van artikel 85 EEG op concentraties.
Verdieping | Studentartikelseptember 1988AA19880523
P.J. Slot
Annotaties en wetgeving | Annotatiefebruari 2016AA20160121
E. van Dijk
De NMa ziet erop toe dat bedrijven eerlijk met elkaar concurreren. Ze doen dit door kartelvorming te bestrijden en misbruik van economische machtsposities aan te pakken. Voordat een sanctie wordt opgelegd moet de NMa met bewijs komen. Hiervoor wordt veel informatie verzameld en geanalyseerd, gevolgd door een gedegen rapport. Op basis van dat rapport wordt dan een sanctiebesluit genomen. In deze bijdrage wordt besproken hoe de NMa informatie verzamelt en welke bevoegdheden zij daarbij heeft.
mei 2010AA20100347
M. Aelen
Op 26 september 2014 promoveerde Margot Aelen aan de Universiteit Utrecht op haar proefschrift Beginselen van goed markttoezicht. Gedefinieerd, verklaard en uitgewerkt voor het toezicht op de financiële markten. In deze bijdrage vertelt zij waar haar stellingen in de kern op neerkomen.
Literatuur | Proefschriftbijdragejuni 2015AA20150543
J.W. van de Gronden
De onstuitbare opkomst van big data noodzaakt de Europese Commissie en de nationale mededingingsautoriteiten ertoe snel meer werk te maken van het verbod op misbruik van een machtspositie. De toepassing van artikel 102 VWEU en diens ‘evenknie’ in het nationale recht (in Nederland art. 24 Mededingingswet) op big data brengt met zich dat bepaalde doctrines en benaderingen met de vereiste voortvarendheid geschikt gemaakt moeten worden voor deze nieuwe uitdagingen. Daarover gaat deze amuse.
Opinie | Amusemei 2019AA20190342
I. Graef
Uitdaging voor het mededingingsrecht is de juiste rol te vinden in een samenleving die steeds meer beïnvloed wordt door ‘big tech’. In hoeverre nieuwe regelgeving wenselijk is of een versterking van bestaande mededingingsconcepten volstaat, hangt vooral af van de flexibiliteit waarmee mededingingsautoriteiten en rechters bereid zijn de regels te interpreteren.
Bijzonder nummer | Concurrentiejuli 2020AA20200716
H.J. Bremmers
Het onjuist of misleidend gebruiken van voedings- en gezondheidsclaims verstoort de werking van de markt, kan de voedselveiligheid in gevaar brengen en ondermijnt de mogelijkheden die de consument heeft om met kennis van zaken keuzes te maken. In dit artikel staan de problemen die zijn verbonden met de autorisatie en het gebruik van claims centraal.
Rode draad | Voedsel & Rechtmei 2014AA20140384
H.T. van Staveren
Vercommercialisering heeft te maken met de verkoop van een product. Dat product bestaat uit de sportprestaties van de sportorganisatie — de club, de bond of een andere soortgelijke organisatie — en uit de sportprestaties van de betrokken sporters. Bij de verkoop van het product is natuurlijk van groot belang wie de rechten op die prestaties kan doen gelden. Dit artikel gaat in op de rechten van de sportorganisatie en de sporter op hun respectievelijke prestaties alsmede op de verhouding tussen die rechten.
Overig | Rode draad | Sport en rechtdecember 1996AA19960744
J.A. Winter
In dit artikel wordt ingegaan op het onderwerp van de staatssteun en steunmaatregelen door de nationale overheden. Deze steun aan nationale bedrijven en bedrijfstakken verstoort de interne markt. In het artikel worden de artikelen 92 en 93 EEG behandeld waarbij de opzet en ratio hiervan aan de orde komt. Het steunbegrip van art. 92 EEG wordt uitvoerig besproken. Ook komen verschillende vormen van steun aan de orde.
Bijzonder nummer | Europa 1992mei 1989AA19890441
J. Lindeboom
Het recht is noodzakelijk om concurrentie in stand te houden. Hierover bestaat nagenoeg consensus. Maar hoe het recht de concurrentie het beste kan beschermen is controversieel. Evenzo controversieel is de vraag waarom we concurrentie precies willen beschermen, alsook de vraag wat concurrentie eigenlijk inhoudt. Dit artikel bespreekt de belangrijkste opvattingen over deze drie vragen, en beoogt daarmee inzicht te geven in de verhouding tussen juridische concurrentienormering en concurrentie als economisch fenomeen.
Bijzonder nummer | Concurrentiejuli 2020AA20200652
F.O.W. Vogelaar
Dit artikel gaat in op de strafrechtelijke aanpak van overtredingen van het mededingingsrecht uit artikel 81 en 82 EG-verdrag.
Opinie | Opiniërend artikeldecember 2005AA20051015
R. Ludding
In de marktgeoriënteerde economieën van de Lid-Staten van de Europese Unie is de mededinging tussen ondernemingen een drijvende kracht, het belangrijkste mechaniek voor het (uiteindelijk) efficiënt aanwenden van schaarse productiemiddelen, een stimulator van vernieuwing. Zowel op nationaal als op Europees niveau bestaan rechtsregels die ondernemingen weliswaar niet tot actieve concurrentie verplichten, maar wel beogen ondernemersgedrag dat tot een afnemende intensiteit of kwaliteit van de mededinging leidt of kan leiden, aan banden te leggen. Een gemeenschappelijke onderneming kan onder omstandigheden een merkbare beperking van de mededinging (tussen de partners onderling of tussen hen en derde-ondernemingen) tot gevolg hebben. Deze bijdrage bespreekt de beoordeling van dat gevolg naar Europees en nationaal recht.
Bijzonder nummer | Joint Venturesmei 1995AA19950409