Resultaat 505–516 van de 3021 resultaten wordt getoond
W. Gunther
Het beginsel van redelijkheid en billijkheid is in zijn algemeenheid voor ons huidige privaatrecht slechtsopgenomen voor het verbintenissenrecht. Toch lijkt het beginsel ook van belang te zijn voor het goederenrecht. Zo zijn er enkele goederenrechtelijke wetsartikelen waarin de term ‘redelijkheid en billijkheid’ expliciet voorkomt. In dit artikel zal worden bekeken op welke andere wijzen en in welke mate redelijkheid en billijkheid van invloed kunnen zijn op de goederenrechtelijke rechtsfiguur van erfdienstbaarheid. Enige uitspraken van de Hoge Raad zullen aan bod komen.
Verdieping | Studentartikelseptember 1998AA19980742
C.J.H. Jansen
Het Bürgerliches Gesetzbuch heeft na zijn afkondiging op 1 januari 1900 een niet te onderschatten invloed uitgeoefend op het begin 20e-eeuwse Nederlandse burgerlijk recht (zaken-, overeenkomsten- en buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht). Dit was geen nieuw verschijnsel. Het Duitse recht vormde al vanaf de 19e eeuw een inspiratiebron voor Nederlandse juristen.
Bijzonder nummer | Duits rechtjuli 2014AA20140516
R.H.C. van Kleef
De sport kenmerkt zich door een grote hoeveelheid van eigen regelgeving. Veel van deze regelgeving is van tuchtrechtelijke aard en dient (mede) om schade te voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan spelregels, pisteregels of aan standaarden voor stadionveiligheid. In dit artikel wordt gestreefd de status van deze regels in een civiele procedure te verduidelijken. In welke mate kan en moet tuchtrechtelijke regelgeving van sportorganisaties in aanmerking worden genomen bij het bepalen van de toepasselijke zorgvuldigheidsnorm?
Bijzonder nummer | Tuchtrechtjuli 2016AA20160545
M. Reinsma
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de invoering van het NBW. Daarbij wordt naast de invoering van het vermogensrecht ook aandacht besteed aan de boeken 1, 2 en 8 NBW die al eerder in werking traden dan 1992. De rest van het artikel wordt besteed aan aanverwante regelingen van het NBW en toekomstige wetgeving.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingdecember 1991AA19911118
H.J. van Kooten, M.J. Kroeze
Redactioneel artikel waarin een overzicht wordt gegeven over de pogingen tot codificatie van het Nederlandse internationaal privaatrecht.
Opinie | Redactioneelnovember 1993AA19930762
E.F. Verheul
In deze bijdrage keer ik mij tegen de opvatting dat het verschil tussen bezit en houderschap gelegen is in het feit dat een bezitter een (naar buiten blijkende) wil heeft om de zaak voor zichzelf te houden. In plaats daarvan is bepalend of sprake is van een rechtsverhouding, die meebrengt dat de houder niet voor zichzelf, maar voor een ander houdt.
Rode draad | Dissenting opinionsjuni 2024AA20240568
J.J. Hallebeek
Deiustum pretium-leer en het evenredigheidsbeginsel hebben in het westerse rechtsdenken altijd een rol gespeeld. Hoewel vanaf de vroegmoderne tijd het primaat van de contractsvrijheid hun rol sterk heeft teruggedrongen, wordt een approximatieve equivalentie van wederkerige prestaties als algemeen beginsel thans weer bepleit. Biedt het huidige contractenrecht daar ruimte voor?
Overig | Rode draad | Historische wortels van het rechtjanuari 2013AA20130059
M.A.J.M. Buijsen
Op 1 januari 2015 treedt de Jeugdwet in werking. Deze wet zal het stelsel van jeugdzorg ingrijpend wijzigen. Daarmee komt de regie in handen van de gemeente. Deze krijgt de verantwoordelijkheid om integraal jeugdbeleid te voeren en maatwerk te bieden, afgestemd op de lokale situatie en uitgaand van de individuele behoeften en het eigen probleemoplossend vermogen van de jeugdige, zijn ouders en zijn sociale omgeving. Bij de nieuwe wet zijn echter serieuze kanttekeningen te plaatsen. Daarbij springt in het oog dat de meeste met mensenrechten samenhangen.
Verdieping | Verdiepend artikeljuni 2014AA20140443
A.H.W.M. van Beuningen
Op 14 maart is de Jeugdwet gepubliceerd in het Staatsblad. Deze treedt op 1 januari 2015 in werking. De wet heeft tot doel het jeugdstelsel te vereenvoudigen en effectiever te maken en voorziet in de bestuurlijke en financiële decentralisatie naar de gemeenten van alle ondersteuning, hulp en zorg bij opgroeien en opvoeden. In deze bijdrage wordt de Jeugdwet nader toegelicht.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingseptember 2014AA20140653
A.I.M. van Mierlo
Hoge Raad 30 november 2001, nr. C00/041HR, ECLI:NL:HR:2001:AD3953, RvdW 2001, 196 (De Jong/Carnifour) Derdenbeslag. Verklaring van derde-beslagene op de voet van artikel 476a Rv. Staat het de derde beslagene vrij zijn verklaring, zo die onjuist is, te herroepen of te wijzigen? Onrechtmatige daad; rechtsverwerking. Geen analoge toepassing artikel 3:35 en 3:36 BW.
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 2002AA20020276
J.E. Jansen
Blauwe pagina's | Bijzondere bepalingenmaart 2016AA20160156
D.J. Jansen, E.Ph.R. Sutorius
In dit artikel, behorende bij de rode draad 'De positie van onbekwamen in het recht' wordt ingegaan op de juridische kwalificatie en positie van het levenstestament. Dit document dat in twee delen valt te onderscheiden - enerzijds een verzoek aan de arts om euthanasie en anderzijds een verzoek om de geneeskundige behandeling te stoppen - staat in dit artikel centraal. Onder andere komt de non-reanimatieverklaring aan de orde. Verder worden de functie, elementen en de rechtskracht van het levenstestament besproken. Daarnaast wordt er ingegaan op het medisch oordeel van de arts ten opzichte van het zelfbeschikkingsrecht van de arts.
Overig | Rode draad | De positie van onbekwamen in het rechtnovember 1991AA19910990