Burgerlijk recht

‘Zeg Van Klaveren, ben jij al verzekerd?’

De collectieve aansprakelijkheid van artikel 138(248) Boek 2 BW: een weg zonder uitweg?

H. Houben

Op 1 januari 1987 is de misbruik-3 wetgeving van kracht geworden. Het is een typisch produkt uit de nieuwe generatie wetten die bedoeld zijn om alle vormen van misbruik en onbehoorlijk gebruik van vennootschappen te bestrijden. Een wezenlijk onderdeel van de wet vormt het expliciet omschreven beginsel van collectieve aansprakelijkheid van het bestuur van een vennootschap. Hieronder volgt een beschouwing over deze vorm van aansprakelijkheid en haar mogelijke gevolgen.

Verdieping | Studentartikel
september 1988
AA19880511

Schakelingen tussen Algemene wet bestuursrecht en Nieuw BW

F.J. van Ommeren

In dit artikel staat de relatie tussen het Voorontwerp Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW) centraal, in het bijzonder het verband tussen (schakelbepaling) artikel 3.1.1 lid 2 Awb en (schakelbepaling) artikel 3.2.21 NBW. Een schakelbepaling is een bepaling die een bepaalde regeling van overeenkomstige toepassing verklaart op verhoudingen waarvoor die regeling niet is geschreven.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 1988
AA19880549

Wet op het consumentenkrediet

J.G.J. Rinkes

Consumptief krediet wordt verstrekt door (semi-)gemeentelijke kredietbanken, sociale instellingen (bijvoorbeeld personeelsfondsen), spaarbanken, algemene en coöperatief georganiseerde banken en financieringsmaatschappijen. De nu (1988) geldende regels met betrekking tot de kredietverlening aan particulieren zijn onoverzichtelijk en inconsistent. Op 19 november 1986 is een voorstel van Wet houdende regels met betrekking tot het consumentenkrediet aangeboden aan de Tweede Kamer. Naar aanleiding van het verschijnen van de Memorie van Antwoord en Nota van Wijziging bij de WCK op 29 april 1988 wordt in deze bijdrage een overzicht gegeven van aard en ratio van de voorgestelde wet. Voorts worden de recente wijzigingen en aanpassingen van de WCK besproken.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
september 1988
AA19880530

Internationaal privaatrecht: rechtsmacht inzake een nevenvordering tot boedelscheiding

Th.M. de Boer

Hof 's-Gravenhage 28 augustus 1986, ECLI:NL:GHSGR:1986:AC9489, nr. 1986-08-28/NJ_62970, NJ1988, 11 (mrs. Kok, Neleman, Hamaker). Uitspraak van het Hof Den Haag over de rechtsmacht van de Nederlandse rechter. In eerste aanleg heeft de vrouw die een re conventionele vordering heeft ingesteld ter zake van de scheiding en deling van de gemeenschap geen bezwaren geuit tegen rechtsmacht van de Nederlandse rechter waar deze in beginsel geen rechtsmacht bezit. Door in hoger beroep de rechtsmacht aan te vechten wordt er in strijd gehandeld met de goede procesorde. In de noot wordt hier dieper op in gegaan en wordt ook het leerstuk van 'distributie is attributie' behandeld. Ook komt de forumkeuze aan de orde en de beperkingen daarbij.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1988
AA19880562

Albada Jelgersma

Aansprakelijkheid in concernverhoudingen

P. van Schilfgaarde

Hoge Raad 19 februari 1988, nr. 12814, ECLI:NL:HR:1988:AG5761, RvdW 1988, 37 (mrs. Snijders, Van den Blink, De Groot, Hermans, Bloembergen; wnd. A-G Hartkamp) (Albada Jelgersma-arrest) Noot bij het Albada Jelgersma-arrest waarin de aansprakelijkheid in concernverhoudingen centraal staat. De Hoge Raad komt tot de conclusie dat de moeder aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door de dochter. Er is dus sprake van indirecte doorbraak van aansprakelijkheid. Daar kan alleen in bijzondere omstandigheden sprake van zijn. In de noot wordt dieper in gegaan op de indirecte doorbraak van aansprakelijkheid en de daaraan te stellen vereisten en worden eerdere uitspraken behandeld.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1988
AA19880452

Het begin en het einde van het rekening-courantkrediet

M. van Leeuwen, B.F.P. Lhoësten

Elk bedrijf heeft voor zijn bedrijfsvoering liquide middelen nodig. In het algemeen beschikt het bedrijf daar zelf niet in voldoende mate over. De laatste jaren neemt het eigen vermogen van bedrijven procentueel sterk af. Bovendien is het eigen vermogen meestal ondergebracht in vaste activa. Het bedrijf moet dus vreemd vermogen aantrekken om over liquide middelen te beschikken. Een bancair krediet is hier de meest voor de hand liggende mogelijkheid. Vaak wordt er een rekening-courantovereenkomst gesloten; een snelle en flexibele vorm van kredietverlening. In deze overeenkomst, die zeer gunstige voorwaarden voor de bank bevat, komt de machtspositie van de bank duidelijk tot uiting. Het is de bank die bepaalt aan wie zij krediet verleent en onder welke voorwaarden. In het in bankkringen inmiddels beruchte 'Leidsche Wol' vonnis bleek opeens dat de bank haar (ruime) bevoegdheden niet altijd onverkort mag uitoefenen. Wij zullen in dit artikel nagaan waaraan de bank in de praktijk de aanvraag van een rekening-courant toetst. Vervolgens zullen wij onderzoeken onder welke omstandigheden de bank de rekening-courantovereenkomst mag beëindigen.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
juli 1988
AA19880438

OAR-ABN

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 18 december 1987, nr. 13005, NJ 1988, 340, ECLI:NL:HR:1987:AD0106 (OAR/ABN) Voorrecht van de verkoper van onbetaalde roerende goederen en eigendomsoverdracht tot zekerheid van deze goederen die na de faillietverklaring van de koper in de feitelijke macht van de zekerheidseigenaar zijn overgegaan. De Hoge Raad komt tot een oordeel dat voortbouwt op het Berg/de Bary-arrest. In de noot wordt hier dan ook bij aangehaakt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie | Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
juli 1988
AA19880469

Prestatieontlening II-Vrijheid van nieuwsgaring (NOS-KNVB)

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 23 oktober 1987, nr. 12916, ECLI:NL:HR:1987:AD0055, RvdW 1987, 191, Informatierecht AM11988/2 (NOS/KNVB) Uitspraak van de Hoge Raad op het snijvlak van het intellectuele eigendomsrecht, mediarecht en mededingingsrecht waarbij de Hoge Raad de volgende rechtsregels formuleert: Prestatieontlening in de mededinging is geen onrechtmatige daad. Vrijheid van nieuwsgaring omvat geen recht op informatie. In de noot wordt dieper op de prestatiebescherming in gegaan en wordt eerdere jurisprudentie en literatuur aangehaald.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1988
AA19880461

Rechtsvraag (N) BW (27) faillissementsrecht

A.M.J. van Buchem-Spapens

Rechtsvraag op het gebied van het faillissementsrecht waarbij het NBW aan de orde komt. Vragen als de verplichting van bijhouden van cessielijsten en de werking daarvan en de vordering van toekomstige goederen zijn in de rechtsvraag verwerkt.

Perspectief | Rechtsvraag
juli 1988
AA19880478

De Nederlandse chipswet

J.M.H.D. Meijer-van der Aa

Artikel waarin de Nederlandse chipswet centraal staat. Het object waar de wet op ziet zijn `halfgeleiders´. In dit artikel komt de voorgeschiedenis van de wet en daarop gebaseerde regelgeving aan de orde. Ook wordt de verhouding met Europese regelgeving behandeld. Daarna wordt het subject en de bescherming behandeld. Verderop komt het ontstaan en het voortbestaan van het uitsluitend recht aan de orde, alsmede de duur, inhoud en beperking van die laatste.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juli 1988
AA19880444

juni 1988

Katern 27: Burgelijk recht

A.G. Castermans, M.E. Franke, W.L. Valk, M.A.C. Veeger

juni 1988

Katern 27: Burgerlijk procesrecht

R.J.C. Flach, G.R. Rutgers