Burgerlijk recht

Haviltex

P. van Schilfgaarde

Hoge Raad 13 maart 1981, nr. 11.647, ECLI:NL:HR:1981:AG4158, RvdW 1981/43 (Haviltex B.V.)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1981
AA19810355

De procedure van plaatsing van een buitenlands pleegkind ter adoptie

J.C.E. Ackermans-Wijn

De staatssecretaris van justitie, mevrouw Mr. E.A. Haars, heeft op 9 mei 1980 een nota aan de Tweede Kamer gestuurd over de ‘praktische gang van zaken rond adoptie en adoptievoorbereiding’. Deze nota geeft, na een kort historisch overzicht van de belangrijkste 0ntwikkelingen op het gebied van adoptie vanaf 1956, een schets van de huidige gang van zaken met betrekking tot de adoptie van buitenlandse pleegkinderen. Vervolgens komt de staatssecretaris tot de formulering van enige beleidsvoornemens en de uitwerking daarvan in wettelijke voorzieningen. Opgemerkt moet worden dat deze nota uitsluitend gaat over de plaatsing van een buitenlands pleegkind in een gezin voorafgaand aan de adoptie. De adoptie als juridisch instituut, zoals deze geregeld is in de artt. 227-232 BW en 970-984 Rv, komt in deze nota niet aan de orde. In dit artikel zal de procedure van plaatsing van een buitenlands pleegkind ter adoptie worden besproken, waarbij met name aandacht zal worden besteed aan de rechtsmiddelen die de aspirant-adoptiefouders hebben bij weigering van de beginseltoestemming en de verblijfsvergunning. De adoptienota zal ter sprake komen voor zover de daarin vervallen beleidsvoornemens een verandering beogen van de huidige procedure.

juni 1981
AA19810279

Boek 8 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek

R. Cleton

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
mei 1981
AA19810246

Rechtsvraag (127) Consumentenrecht/ mededingingsrecht

D.W.F. Verkade

Kort geding tegen fabrikant van een ondeugdelijk en gevaarlijk product

Perspectief | Rechtsvraag
mei 1981
AA19810255

Adoptie en adoptie is één- of twee? Over éénouderadoptie

H. Luijten

Dient de wetgever de mogelijkheid van éénouderadoptie open te stellen, opdat de rechter een konkreet verzoek hiertoe - telkens op eigen mérites - moet beoordelen? Dal is de centrale vraag van dit artikel. Aan de hand van de adoptiewet (van 1956) alsmede van latere ontwikkelingen op wetgevend (stiefouder-adoptie) en maatschappelijk terrein word! getracht een antwoord te formuleren. Ook worden de reakties van de Minister van Justitie geanalyseerd op in dit verband gestelde kamervragen; dit om enig zicht te krijgen op wat toekomstige wetgeving ons zou kunnen brengen. Werd onze adoptiewet pas in 1956 - als maatregel van kinderbescherming- ingevoerd, op zich is het adoptie-instituut (zij het vooral als adoptie van volwassenen) al eeuwenoud. Allereerst wordt daarom een rechtshistorisch perspektief geschetst, waarbij onder meer aan de orde zal komen waarom onze wetgever uitsluitend echtparen de mogelijkheid heeft willen geven een kind te adopteren. De aktuele problematiek der interlandelijke adoptie komt alleen aan de orde, voorzover zij het thema (éénouderadoptie of niet?) raakt.

februari 1981
AA19810053

Geldzak-arrest

J.H. Christiaanse

Hoge Raad 24 september 1980, ECLI:NL:HR:1980:AW9890 Inkomsten uit vermogen voor de inkomstenbelasting Op 20 februari I 972 overleed de vader van belanghebbende, AX, als zijn enige testamentaire erfgename nalatende zijn buiten iedere gemeenschap van goederen met hem gehuwde echtgenote, mevrouw AX-Y. Het echtpaar had vijf kinderen, belanghebbende zijn zuster BX en zijn drie broers CX, DX en EX, die naar aanleiding van de uiterste wilsbeschikking van hun vader allen een beroep op hun wettelijk erfdeel hebben gedaan. Tot de nalatenschap waren dientengevolge gerechtigd belanghebbendes moeder voor drie/achtste en belanghebbende, zijn zuster en zijn broers ieder voor een/achtste aandeel. Tot de boedel hoorde de helft van het geplaatste en volgestorte aandelenkapitaal van de naamloze vennootschappen - verder aan te duiden als ‘X BV’, met beperkte aansprakelijkheid, ‘X Houthandel’, gevestigd te V - in totaal geplaatst en volgestort: 50 aandelen à f 1000,- en ‘M’, eveneens gevestigd te V met een geplaatst en volgestort kapitaal van 10 aandelen à f 1000. De andere helft van het geplaatste kapitaal van deze  vennootschappen - verder aan te duiden als ‘X BV’, onderscheidenlijk ‘M BV’ - was en is in handen van een in Zwitserland wonende broer van belanghebbende vader. FX: belanghebbende vader en deze oom van   belanghebbende bezaten derhalve ieder 25 aandelen X BV en 5 aandelen M BV.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1981
AA19810026

Vaststelling Boeken 3, 5 en 6 nieuw BW I

P. Neleman

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
augustus 1980
AA19800511

Kleuterschool Babbel

P. van Schilfgaarde

Hoge Raad 6 april 1979, nr. 11364, ECLI:NL:HR:1979:AH8595 (Reuvers/Zwolle). Ook bekend als Knabbel en Babbel. Onrechtmatige daad van een rechtspersoon.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1980
AA19800250

Beantwoording rechtsvraag (115) Privaatrecht

J.H. Nieuwenhuis

Positie van partijen bij verlies van een cognossement  

Perspectief | Rechtsvraag
april 1980
AA19800263

Rechtsvraag (118) Privaatrecht

E.C. Henriquez

Boedelscheiding bij samenwonenden zonder samenlevingskontrakt

Perspectief | Rechtsvraag
april 1980
AA19800265

Hoogovens-Matex

W.C.L. van der Grinten

Hoge Raad 29 juni 1979, nr. 11410, ECLI:NL:HR:1979:AC6651 (Hoogovens/Matex) 1. Bouwmaterialen onder eigendomsvoorbehoud geleverd aan aannemer. Vraag of het bezit van deze materialen, voor zover op de bouwplaats aanwezig op het tijdstip waarop aan de aannemer surseance van betaling werd verleend, aan de aanbesteder was verschaft door feitelijke overgave. Art. 667 BW; 2. Goede trouw van aanbesteder7 Art. 587 BW.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1980
AA19800181

Rechtsvraag (115) privaatrecht

J.H. Nieuwenhuis

Perspectief | Rechtsvraag
januari 1980
AA19800047