Burgerlijk recht

maart 1989

Katern 30: Jeugdrecht

F. van Kranen

maart 1989

Katern 30: Konsumentenrecht

E.H. Hondius

Amro-Tilburgsche Hypotheekbank

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 7 oktober 1988, nr. 13 173, ECLI:NL:HR:1988:1, RvdW 1988, 157 (Amro/Tilburgsche Hypotheekbank) Uitspraak van de Hoge Raad en bijbehorende noot waarbij de verrekening tijdens surseance en faillissement aan de orde komt bij te kwader trouwheid van partijen. De Hoge Raad oordeelt dat er wat betreft girale betalingen geen uitzonderingen gelden voor verrekeningsvraagstukken en deze op een lijn dienen te worden gesteld met chartale betalingen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1989
AA19890217

Bewindvoerder-curator: mono- of oligopoly

H.P.J. Ophof

In toenemende mate wordt de vraag gesteld of het gangbare beleid van rechtbanken om in beginsel uitsluitend advocaten tot bewindvoerders in surséances en tot curatoren in faillissementen te benoemen voor een optimale afhandeling van surséances en faillissementen het meest geëigend is.

Opinie | Column
maart 1989
AA19890188

Internationaal privaatrecht: forumkeuze voor een buitenlandse rechter

Th.M. de Boer

Hoge Raad 28 oktober 1988, nr. 13860, ECLI:NL:HR:1988:AD0496, RvdW 1988, nr 183 (Harvest Trader) Arrest van de Hoge Raad dat is uitgesproken nadat er cassatie in belang der wet is ingesteld en waarin de internationale forumkeuze centraal staat. De Hoge Raad oordeelt dat in geval in een overeenkomst tussen partijen is vastgelegd dat zij een buitenlandse rechter exclusief bevoegd verklaren in zaken die ter vrije bepaling van partijen staat de Nederlandse rechter zich onbevoegd dient te verklaren en niet, zoals de voorheen gehuldigde opvatting, de partijen niet-ontvankelijk dient te verklaren. In de noot wordt op deze problematiek ingegaan en wordt de internationale forumkeuze besproken aan de hand van eerdere jurisprudentie en literatuur. Ook komt de relatieve en absolute competentie aan de orde en de verhouding daarbij in internationale zaken. Tenslotte wordt het verschil tussen niet-ontvankelijkheid en onbevoegdheid van de rechter besproken.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1989
AA19890206

Rechtsvraag (186) burgerlijk recht

P.A. Stein

Rechtsvraag op het gebied van het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht en waarbij na een geschetste casus de vraag aan de orde komt wie de verzekeringspenningen toekomen na een schadegeval.

Perspectief | Rechtsvraag
maart 1989
AA19890222

Rektifikatie ‘Vereniging voor de Effectenhandel, haar positie en regelgevend beleid’

Ars Aequi Libri

Rectificatie bij een eerder in Ars Aequi gepubliceerd artikel.

Opinie | Column
maart 1989
AA19890191

Bestuursrecht en nieuw BW

F.J. van Ommeren, B.J. Schueler

In dit artikel wordt een boek besproken dat de veranderingen voor het bestuursrecht behandelt nadat het NBW is ingevoerd. In de boekbespreking komen aan de orde: rechtstreekse toetsing aan algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de ingevoerde schakelbepalingen. Er wordt afgesloten met een slotbeschouwing.

Literatuur | Boekbespreking
februari 1989
AA19890154

Rechtsvraag (183) internationaal privaatrecht

Th.M. de Boer

Rechtsvraag op het gebied van het internationaal privaatrecht, meer in het bijzonder het internationaal bevoegdheidsrecht en het toepasselijke recht m.b.t. verjaring.

Perspectief | Rechtsvraag
februari 1989
AA19890151

Voorkomen en aantasten van zekerheidsverschaffing op basis van artikel 20 Algemene Bankvoorwaarden

J.L.M. Groenewegen

Bancaire kredietverlening gaat in de praktijk gepaard met zekerheidsverschaffing, waarbij de Algemene Bankvoorwaarden (verder: ABV) een belangrijke rol spelen. In dit verband rijst de vraag naar de consequenties hiervan voor de overige crediteuren van de desbetreffende kredietnemer. In dit artikel zullen enkele aspecten van zekerheidsverschaffing aan banken worden besproken, mede tegen de achtergrond van twee belangrijke arresten van de Hoge Raad over deze materie. De nadruk zal in het bijzonder liggen op de aantasting van verschafte zekerheden door middel van de Actio Pauliana ex artikel 42 en 47 Fw. De gebruikelijke restrictieve interpretatie van laatstgenoemd artikel wijst de auteur van de hand, waartegenover hij een alternatief stelt dat voortbouwt op de door de Hoge Raad uitgezette lijnen. In dit artikel zal allereerst worden ingegaan op de vraag onder welke omstandigheden de zekerheidsverlangens van een bank (nog) gerechtvaardigd zijn en in hoeverre de debiteur/ kredietnemer door middel van een kort geding zekerheidsverschaffing kan voorkomen, zonder onmiddellijke stopzetting van de kredietverlening te riskeren. Vervolgens komen de aantasting van reeds verstrekte zekerheden en de verweermogelijkheden van de bank hiertegen aan de orde. In tegenstelling tot de gewone crediteur buiten faillissement beschikt de faillissementscurator nog over een extra aantastingsmogelijkheid in artikel 47 Fw. Omdat zal blijken dat de 'normale' Actio Pauliana slechts in enkele uitzonderingsgevallen tot zekerheidsaantasting kan leiden, komt aan artikel 47 Fw een bijzondere betekenis toe, welke een uitgebreide bespreking rechtvaardigt.

Verdieping | Studentartikel
februari 1989
AA19890095

Het Europees economisch samenwerkingsverband

P. Roos

Met het van kracht worden van een Verordening van de Raad van de Europese Gemeenschappen wordt — voor het eerst in de geschiedenis van de Europese Gemeenschappen — een supranationale, Europees rechtelijke rechtsvorm gecreëerd waarin ondernemingen kunnen samenwerken. Ter uitvoering van de Verordening is op 27 juli 1988 een voorstel van wet aan de Tweede Kamer aangeboden. In het onderstaande artikel zullen aan de orde komen de voorgeschiedenis en de achtergrond van het EESV, de inhoud van de Verordening alsmede het Nederlandse uitvoeringswetsvoorstel.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
februari 1989
AA19890132

Over vennootschapsrechtelijke ethiek en de doorwerking van buitenlandse rechtsnormen

A. Breedveld, P. Roos

In dit redactionele artikel wordt de toepassing van buitenlands recht op een Nederlands vennootschap besproken. Rechtstreekse toepassing zou strijdig zijn met het internationale privaatrecht en de rechtszekerheid. Toch meent de redactie dat bij de invulling en interpretatie van bepalingen van Nederlands recht aan buitenlandse rechtsnormen gewicht dient te worden toegekend. Met name bij de invulling van een open norm als redelijkheid en billijkheid zou hiervoor ruimte bestaan. Voordelen van een dergelijke interpretatie worden kort besproken.

Opinie | Redactioneel
januari 1989
AA19890001