Burgerlijk recht

Het toezicht op de financiële sector

M. de Graaff, H.J. Scheffer

De financiële wereld is sinds het begin van de jaren tachtig zeer sterk in beweging. Aangezien deze sector algemeen beschouwd wordt als een van de meest belangrijke in de economie, is overal ter wereld getracht door middel van wetgeving hierop grip te krijgen. De belangrijkste Nederlandse wetten op dit gebied zijn de Bankwet en de Wet Toezicht Kredietwezen. De thans geldende versie van de WTK werd in 1978 ingevoerd, juist voordat een reeks nieuwe inzichten en ontwikkelingen doorbrak. In dit artikel wordt geschetst wat het belang van deze ontwikkelingen is voor het toezicht krachtens de Wet Toezicht Kredietwezen en de daarmee verbonden regelingen.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
mei 1988
AA19880302

Rechtsvraag (178) burgerlijk procesrecht-wetgeving

R.Ch. Verschuur

Rechtsvraag op het gebied van de nieuw voorgestelde (1988) wettelijke regeling inzake de kantonrechtersprocedure.

Perspectief | Rechtsvraag
mei 1988
AA19880340

Rectificatie beantwoording rechtsvraag (173) Internationaal alimentatierecht

K.R.S.D. Boele-Woelki

Rectificatie bij de beantwoording van een eerdere rechtsvraag op het gebied van het internationaal alimentatierecht.

Perspectief | Rechtsvraag
mei 1988
AA19880341

Regeling van geschillen tussen aandeelhouders

B. Emmerig

Op 15 maart 1985 werd door de minister van Justitie ingediend een voorstel van Wet tot invoering van een geschillenregeling in besloten vennootschappen en bepaalde naamloze vennootschappen, hierna te noemen het wetsvoorstel. Op 2 april 1987 is dit wetsvoorstel door de Tweede Kamer aangenomen. Binnen afzienbare tijd zal ook de Eerste Kamer zich uitspreken over het wetsvoorstel. In deze bijdrage komen onder andere aan de orde depositie van de geschillenregeling ten opzichte van andere regelingen, de voorgeschiedenis van het wetsvoorstel en uiteraard de inhoud van het wetsvoorstel.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
mei 1988
AA19880318

Beantwoording rechtsvraag (175) familie-en jeugdrecht

K. Blankman

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het familie- en jeugdrecht waarbij een aantal morele dilemma´s aan de orde komen. Onder meer komt de onder curatele stelling, handelingsonbekwaamheid en vertegenwoordiging aan de orde. Ook komt het draagmoederschap en de erkenning van kinderen aan de orde.

Perspectief | Rechtsvraag
mei 1988
AA19880335

Beschermingsconstructies en onvrijwillige bedrijfsovernames

P. Roos

Op 4 december van het afgelopen jaar bood de Commissie Beschermingsconstructies (de Commissie Van der Grinten) — waarin zowel Kluwer als Elsevier vertegenwoordigd was — aan het bestuur van de Amsterdamse Effectenbeurs haar langverwachte rapport over beschermingsconstructies aan. Het bestuur zal waarschijnlijk binnenkort zijn reactie op het Rapport geven. In afwachting daarvan komen in dit artikel alvast de hoofdlijnen van het rapport aan de orde.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
april 1988
AA19880237

Bestuur en burgerlijke rechter III

Competentie en procedure

E.M.H. Hirsch Ballin

Derde artikel in de reeks van jurisprudentieoverzichten waarin de verhouding tussen burgerlijk recht en bestuursrecht aan de orde komt. In dit artikel wordt aan de hand van (recente) jurisprudentie besproken hoe het zit met de competentieverdeling tussen de burgerlijke rechter en de bestuursrechter.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1988
AA19880263

Holland Nautic – Decca-arrest

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 27 juni 1986, nr. 12728, ECLI:NL:HR:1986:AD7158, NJ1987, 191 (mrs. Martens, Van den Blink, Hermans, Bloembergen, Boekman; A-G Franx) (Holland Nauta/Decca) Arrest van de Hoge Raad met bijbehorende noot met als onderwerp: Positieve en negatieve reflexwerking van de intellectuele eigendomswetten op het recht van de ongeoorloofde mededinging. In de noot wordt dieper ingegaan op deze reflexwerking.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1988
AA19880257

Nieuw bewijsrecht in burgerlijke zaken

R.Ch. Verschuur

Artikel waarin de verandering van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering centraal staat voor wat betreft de wijziging van het bewijsrecht in burgerlijke zaken. In het artikel wordt ingegaan op de parlementaire geschiedenis en vervolgens wordt de regeling inhoudelijk besproken. Verderop komt de veranderde terminologie aan de orde. Daarna wordt de vrijheid en de lijdelijkheid van de rechter besproken in de nieuwe wet. Vervolgens komen de verschillende bewijsmiddelen aan de orde zoals schriftelijk bewijs, de partij als getuige en het getuigenbewijs in het algemeen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 1988
AA19880244

De artikelen 1639aa e.v. BW en het faillissement

D.H. Lodder

In november 1985 verscheen van de hand van Jack Linssen in Ars Aequi het artikel 'De Wet overgang van ondernemingen: artt. 1639aa e. v. BW.' Hierin schetste de auteur de problemen die zich voordeden bij de automatische overgang van arbeidsovereenkomsten op een nieuwe werkgever, die een onderneming overneemt. Centraal stond de vraag of de artikelen 1639aa-dd BW van toepassing waren in geval van faillissement. In antwoord op enkele prejudiciële vragen, gaf het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap de uitspraak dat de Richtlijn waarop de artikelen 1639aa-dd BW gebaseerd zijn, niet van toepassing is op de overgang van een onderneming in geval van faillissement. Het Hof bepaalde echter ook dat het de lidstaten vrijstond om de werknemers een verdergaande bescherming toe te kennen. Hierdoor werd de vraag met betrekking tot de werking van de artikelen 1639aa-dd BW een kwestie van uitleg van de nationale regeling. Deze uitleg wordt voor ons land gevonden in het recente arrest van de Hoge Raad, 30 oktober 1987, RvdW 1987 nr. 196.

Verdieping | Studentartikel
april 1988
AA19880223

(Pre-)insolventierecht in Engeland en Frankrijk

T.J. Dorhout Mees

Vorige maand is in Ars Aequi een schets van de ontwikkelingen op het gebied van de surséance van betaling gegeven. In deze bijdrage wordt de ontwikkeling van het pre-insolventierecht in Engeland en Frankrijk geschetst. Daarbij zal summier worden ingegaan op de oude situatie, terwijl uitgebreider wordt stilgestaan bij de evaluatie en de meest recente wetgeving. In de vergelijking op een aantal hoofdpunten zal het Nederlandse recht worden betrokken. Daarbij zal het accent liggen op de voorstellen van de commissie insolventierecht van de vereniging 'Handelsrecht'.

Verdieping | Studentartikel
april 1988
AA19880226

maart 1988

Katern 26: Burgerlijk procesrecht

R.J.C. Flach, G.R. Rutgers