Burgerlijk recht

juni 1991

Katern 39: Huurrecht

F.T. Oldenhuis, H.J. Rossel

juni 1991

Katern 39: Jeugdrecht

J.H. de Graaf

Beantwoording rechtsvraag (204) burgerlijk recht

W.H.M. Reehuis

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het goederen- en faillissementsrecht naar nieuw BW. De vraag die aan de orde is, is of de in de casus geschetste feiten er sprake is van een geldig eigendomsvoorbehoud en stil pandrecht.

Perspectief | Rechtsvraag
juni 1991
AA19910507

Ontkenning van het vaderschap en artikel 8 EVRM

M.H. van der Woude

Hoe verstaan de huidige regeling omtrent de zogenaamde ontkenning van het vaderschap en de in het wetsvoorstel Herziening afstammingsrecht voorziene regeling van deze materie zich met het in artikel 8 EVRM gewaarborgde recht op eerbiediging van het 'gezinsleven'? Een beschikking van de Hoge Raad gewezen op 16 november 1990 vormt de aanleiding tot de hierna volgende korte beschouwing.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 1991
AA19910480

Schuim is geen bier

I. Reuder, A. Snijder-Lobik

In dit redactionele artikel wordt door de redacteuren betoogd dat schade die ontstaat als gevolg van het krijgen van een kind als gevolg van een mislukte sterilisatie, deze schade, indien deze te wijten is aan schuld van de ars, voor vergoeding in aanmerking komt. De redacteuren gaan daarbij ook nog in de verweren van een potentieel aansprakelijke arts.

Opinie | Redactioneel
juni 1991
AA19910454

Van Berkels derdenbeslag

J.L.P. Cahen

Hoge Raad 25 januari 1991, nr. 14108, ECLI:NL:HR:1991:ZC0122, RvdW 1991, 41 (Van Berkel/Tribosa) In deze uitspraak die nog gewezen is ten tijde van het oude Burgerlijke Wetboek wordt ingegaan op de werking van het derdenbeslag op huurvorderingen bij vervreemding van het object waar de huur uit voortvloeit. De Hoge Raad oordeelt met verwijzing naar het destijds nieuwe art. 475b Rv dat een vervreemding van het object waar de vorderingen waar beslag op is gelegd uit voortvloeien geen invloed heeft op het beslag en dat dit in overeenstemming is met het destijds geldende recht. Ook het feit dat het object waar de huurvorderingen uit voortvloeien executoriaal verkocht is door de eerste hypotheekhouder doet hier niets aan af. In de noot wordt hier dieper op ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1991
AA19910498

Verwarring is de grondslag van al het wetenschappelijk denken

Interview met prof.mr. H.C.F. Schoordijk

E. Florijn, I. Reuder

Een interview met professor mr. H.C.F. Schoordijk over onder andere zijn opvattingen over het hedendaagse onderwijs in het (pri­vaat)recht, zijn ideeën over privaatrechtelijke rechtsvindingstheorieën, zijn mening over het Nieuw Burgerlijk Wetboek en de verhouding tussen de bijdragen aan de rechtsontwikkeling van enerzijds de universiteiten en anderzijds de rechtspraktijk.

Perspectief | Interview
juni 1991
AA19910473

Over het moment waarop een echtscheidingsvonnis in kracht van gewijsde gaat

G.W. Breuker

Een echtscheiding komt pas tot stand wanneer het vonnis waarbij de echtscheiding is uitgesproken, binnen zes maanden nadat het in kracht van gewijsde is gegaan, is ingeschreven in de registers van de Burgerlijke Stand. In de praktijk blijkt dat er onzekerheid bestaat omtrent het moment waarop een echtscheidingsvonnis in kracht van gewijsde gaat. Voor een belangrijk deel wordt dit aan een wetswijziging in 1971 toegeschreven. Onderzocht wordt of die onzekerheid wel gerechtvaardigd is. Uit een analyse van twintig jaar procesrechtelijk zoeken en tasten blijkt dat dit voor het grootste gedeelte niet het geval is. Alleen in één bepaald, specifiek geval kan er onzekerheid bestaan.

Verdieping | Studentartikel
juni 1991
AA19910459

‘Van oude dingen…’

Ars Aequi Libri

In dit artikel wordt een eerder in Ars Aequi geplaatst artikel nog een keer geplaatst in het kader van de lustrum rode draad 'Van oude dingen...'. Het artikel is van Ham Magnus Enzensberger, essayist en lyricus. In het - in de Duitse taal nog niet eerder gepubliceerde - stuk, waarvan de schrijver zo vriendelijk is geweest aan 'Ars Aequi' het publikatierecht te verlenen, wordt de draak gestoken met vorm en inhoud van de (alleen maar Duitse??) strafwet. Het fijne oor van Enzensberger en zijn formidabele taalbeheersing komen hierin uitstekend tot gelding. In zijn 'strafbepalingen' heeft hij zelfs een aantal door overmatig gebruik tot de grond toe versleten dichtregels weten te verwerken van Schiller ("Wer ein holdes Weib errungen'), van Goethe ('Wer sich der Einsamkeit ergibt') en zelfs van Luther ('Wer nicht Hebt Wein Weib und Gesang'). Voor 'oplettende lezertjes' een goede oefening, de hier niet opgenoemde klassieke fragmenten uit de tekst te halen! Daarnaast wordt er nog een artikel gepubliceerd over het existentiefilosofie en de domiciliekeuze in het internationaal privaatrecht.

Overig | Rode draad | Lustrum Rode draad: 'Van oude dingen...'
mei 1991
AA19910369

Beantwoording rechtsvraag (202) burgerlijk procesrecht-de dwangsom

A.W. Jongbloed

Bij de beantwoording van deze rechtsvraag op het gebied van het burgerlijk procesrecht staat de dwangsom centraal. Het volgende staat centraal: In hoeverre is het mogelijk om een vonnis uit kort geding waarbij tevens de dwangsom is toegewezen nog geëxecuteerd kan worden indien de destijds gedaagde de toegewezen vordering overtreedt, indien er al een uitspraak van de gewone burgerlijke rechter bestaat waarin het gewraakte handelen is toegestaan.

Perspectief | Rechtsvraag
mei 1991
AA19910430

De nieuwe kantongerechtsprocedure

Kanttekeningen bij de wet van 21 januari 1991, Staatsblad 50

A. van den Hende-de Vries, R.J.G. Peters

Op 29 januari 1991 heeft de Eerste Kamer goedgekeurd (wetsvoorstel 19 976), inhoudende een algehele herziening van de civiele kantongerechtsprocedure. Met de wet van 31 januari 1991 wordt beoogd te komen tot harmonisering en vereenvoudiging van de procedure. Ten aanzien van deze centrale doelstelling moet men constateren dat de regering in haar opzet is geslaagd. Toch vallen er bij de nieuwe wet enkele kritische kanttekeningen te plaatsen. Na een historisch overzicht van het wetsvoorstel zal in dit artikel worden ingegaan op de 'consumenten-vriendelijkheid' van de wet, en dan met name op de regeling van de rechtsingang (artikel 104 NRv). Vervolgens zal de regeling van de voorlopige voorzieningen (in haar algemeenheid) aan een nadere beschouwing onderworpen worden, waarbij de vraag centraal slaat in hoeverre de regeling van artikel 116 NRv een verbetering van het huidige artikel 100 Rv inhoudt, en daardoor als een waardig alternatief voor het kort geding gezien kan worden. Tot slot zal kort worden ingegaan op het verband tussen dit wetsvoorstel en de voorgenomen herziening van de rechterlijke organisatie.

Verdieping | Studentartikel
mei 1991
AA19910380

De patiëntenvertrouwenspersoon in de psychiatrie

Tien jaar rechtsberscherming op de werkvloer

J. Legemaate

In dit artikel wordt wegens het tien jarig bestaan van de stichting die de patiëntenvertrouwenspersoon leveren aan psychiatrische ziekenhuizen ingegaan op de achtergronden en geschiedenis hierbij. Ook wordt er ingegaan op de toekomstige ontwikkelingen.

Overig | Rode draad | De positie van onbekwamen in het recht
mei 1991
AA19910387