Burgerlijk recht

Beantwoording rechtsvraag (197) nietigheid en vernietigbaarheid

C.J.H. Brunner

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het algemeen verbintenissenrecht naar het nieuw Burgerlijk Wetboek. De vraag is of de toezegging dat iemand hypotheek zal verstrekken nietig, vernietigbaar of geldig. Daarbij is ook nog van belang of de toezegging voor of na de inwerkingtreding van het NBW (1 januari 1992) is gedaan.

Perspectief | Rechtsvraag
januari 1991
AA19910089

De heteroseksuele exclusiviteit van het huwelijk na Hoge Raad 19 oktober 1990

C. Waaldijk

In dit artikel dat valt onder de rubriek mensenrechten wordt ingegaan op een viertal rechterlijke uitspraken uit de periode 1988-1990 over het toestaan van een huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht. In het artikel volgt de auteur de rechterlijke wetsinterpretatie en toetsing en gaat in op de rechtsvormende taak ten aanzien van het 'homohuwelijk'.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 1991
AA19910047

Groeiend eigendom

Juridische problemen rond een nieuw fenomeen op de huizenmarkt

M. Jansen, O. van Klinken

Ten behoeve van de bevordering van het eigen woning bezit werd er in het begin van de jaren '90 een wettelijke regeling opgesteld. In dit artikel wordt ingegaan op het wetsvoorstel wat betreft het feit of de regeling zoals geschetst in het wetsvoorstel een vorm is van huurkoop of een vorm van een huurovereenkomst waardoor huurbescherming bestaat.

Verdieping | Studentartikel
januari 1991
AA19910015

Ingrid Kolkman

J. Hijma

Hoge Raad 1 juni 1990, nr. ZW 1987/101, ECLI:NL:CRVB:1989:AK8854 De Hoge Raad casseert in dit arrest de uitspraak van het hof in een zaak waarbij het gaat om verkeersaansprakelijkheid na een aanrijding van een kind jonger dan 14 jaar door een automobilist. De Hoge Raad oordeelt dat de automobilist in deze gevallen altijd voor de volledige schade aansprakelijk is tenzij het schade lijdende kind heeft gehandeld met opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid. In de noot wordt dieper op het systeem van art. 31 WVW (oud) ingegaan en een onderscheid gemaakt tussen overmacht, eigen schuld en de billijkheidscorrectie.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1991
AA19910064

Levensbeëindiging van wilsonbekwame patiënten

R. Berendsen

Sinds de uitspraken over de comateuze mevrouw Stinissen en de mongoloïde baby Ross wordt over levensbeëindiging van wilsonbekwame patiënten aanhoudend gediscussieerd. Alleen door een zuivere discussie komt men tot oplossingen. Schrijver besteedt aandacht aan de zelfgekozen vertegenwoordiger en het persoonsgebonden 'kwaliteit van leven' criterium.

Overig | Rode draad | De positie van onbekwamen in het recht
januari 1991
AA19910021

Rechtsvraag (202) burgerlijk procesrecht-dwangsom

A.W. Jongbloed

In deze rechtsvraag is aan de orde in hoeverre het mogelijk is om een vonnis uit kort geding waarbij tevens de dwangsom is toegewezen nog geëxecuteerd kan worden indien de destijds gedaagde de toegewezen vordering overtreedt, indien er al een uitspraak van de gewone burgerlijke rechter bestaat waarin het gewraakte handelen is toegestaan.

Perspectief | Rechtsvraag
januari 1991
AA19910094

Kluwer-Lamoth

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 1 juni 1990, nr.13854, ECLI:NL:HR:1990:ZC8537, RvdW 1990, 115 (Kluwer/Lamoth) De Hoge Raad oordeelt in dit auteursrechtelijk geschil dat in het geval dat foto's voor een bepaald blad worden gerangschikt en geselecteerd er door deze werkzaamheden ook sprake kan zijn van het 'maken' van een werk omdat dit selecteren en rangschikken ook het persoonlijk stempel van de maker kan bevatten waardoor het werk een persoonlijk karakter krijgt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1991
AA19910071

S BV

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 9 juli 1990, nr. 26, ECLI:NL:HR:1990:AC0960, RvdW 1990, 147 (S/S BV) In deze uitspraak van de Hoge Raad is het de vraag of het indienen van een verweerschrift gezien kan worden als vertegenwoordiging van de rechtspersoon en of deze op rechtsgeldige wijze is gedaan. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag bevestigend. Verder is aan de orde in hoeverre het niet aanpassen van de statuten waardoor er jaren achter elkaar een groot gedeelte van de jaarwinst op grond van een statutaire reserve wordt gereserveerd, in plaats van deze uit te keren als dividend, wat geen enkele functie meer voor de vennootschap heeft, een reden is om een enquêteverzoek in te dienen welk verzoek aangemerkt kan worden als 'gegronde redenen om aan juist beleid te twijfelen'. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag eveneens bevestigend. In de noot wordt dieper ingegaan op de vertegenwoordigingsbevoegdheid en de mogelijkheden tot het indien van een enquêteverzoek.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1991
AA19910083

december 1990

Katern 37: Burgerlijk procesrecht

R.J.C. Flach, G.R. Rutgers

december 1990

Katern 37: Burgerlijk recht

G.H. Lankhorst, B.E. Reinhartz

december 1990

Katern 37: Consumentenrecht

E.H. Hondius

december 1990

Katern 37: Gezondheidsrecht

G.A. van Eikema Hommes