Burgerlijk recht

Resultaat 2437–2448 van de 2992 resultaten wordt getoond

Perikelen rond de internationale insolventie: komt dat Europese faillissement er nu wel of niet?

M. Uijen

Over het internationaal faillissementsrecht wordt in de juridische vakbladen opvallend weinig geschreven. Het laatste grote artikel over dit onderwerp in Ars Aequi, bijvoorbeeld, dateert al van 1983. Toch heeft het rechtsgebied ondertussen bepaald niet stilgestaan; op meerdere fronten tegelijk is druk gewerkt aan verdragen die obstakels bij de internationale tenuitvoerlegging van faillissementsvonnissen wegnemen. Sinds 1990 ligt zelfs reeds een van de Raad van Europa afkomstig faillissementsverdrag open voor ratificatie. Inspanningen binnen de EG hebben nog niet geleid tot een verdrag, maar ook daar wordt over de problematiek nagedacht en gediscussieerd — zij het achter gesloten deuren. In eigen land doet de rechter van zich spreken door het ruim interpreteren van de wettelijke mogelijkheden tot het ten behoeve van crediteuren te gelde maken van de failliete boedel. Van de genoemde ontwikkelingen blijken met name de successen binnen de Raad van Europa de moeite van het bestuderen waard. Derhalve: de hoogste tijd voor een update.

Verdieping | Studentartikel
december 1994
AA19940781

Personen-, familie- & erfrecht 2023-2024

M. Huijzer, W.M. Schrama

Post thumbnail Selectie wet- en regelgeving betreffende personen-, familie- & erfrecht. Opgenomen zijn de actuele teksten zoals deze gelden op 1 september 2023.

9789493333017 - 02-10-2023

Persoonlijke zekerheden

G.J.L. Bergervoet, A.M.M. Hendrikx, S. Klinkhamer

Post thumbnail In dit cahier wordt aandacht besteed aan verschillende vormen van persoonlijke zekerheid naar Nederlands recht. De nadruk ligt daarbij op de rechtsfiguren van contractuele hoofdelijkheid, borgtocht en de onafhankelijke bankgarantie.

9789493199200 - 26-01-2021

Philips/Remington

Ch.E.F.M. Gielen

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 18 juni 2002, zaak nr. C-299/99, ECLI:EU:C:2002:377 (Philips/Remington) Verhouding tussen artikel 3(1)(a) Merkenrichtlijn enerzijds – tekens die geen merk kunnen vormen – en artikel 3(1)(b)-(d) anderzijds – merken die geen onderscheidend vermogen hebben en uitgesloten vormmerken. Merken die bestaan uit de vorm van producten zijn uitgesloten, wanneer de vorm noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen, hetgeen het geval is wanneer wordt aangetoond dat de wezenlijke functionele kenmerken van die vorm uitsluitend aan de technische uitkomst zijn toe te schrijven. Het doet er hiervoor niet toe dat er andere vormen bestaan waarmee een zelfde technische uitkomst kan worden verkregen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2003
AA20030043

Picus-Smallingerland

W.C.L. van der Grinten

Hoge Raad 29 september 1961, ECLI:NL:HR:1961:77, NJ 1962/14 m.nt. Prof. Mr. J.H. Beekhuis (Picus/Smallingerland) Levering door constitutum possessorium door iemand die geleverde goederen houdt voor een derde.

januari 1962
AA19620104

Plas Valburg

M.L. van Oosten, J.L. Smeehuijzen

Post thumbnail

De Plas/Valburg-doctrine is in dogmatisch opzicht veelvuldig bekritiseerd. In deze bijdrage wordt getracht de doctrine te beoordelen vanuit een wat ander perspectief, te weten de klassieke tegenstelling tussen rechtszekerheid en billijkheid. Betoogd wordt, mede op basis van analyse van de feitenrechtspraak, dat de rechtszekerheidsnadelen van het leerstuk veel zwaarder wegen dan zijn vermogen de billijke oplossing mogelijk te maken.

Perspectief | Verdiepend artikel
januari 2015
AA20150072

Plas-Valburg

P. van Schilfgaarde

Hoge Raad 18 juni 1982, nr. 11 899, ECLI:NL:HR:1982:AG4405, RvdW 1982, 126 (Plas/Gemeente Valburg) Precontractuele goede trouw. Afgebroken onderhandelingen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1983
AA19830758

Plas-Valburg en de klassieke tegenstelling tussen rechtszekerheid en billijkheid

Reactie op 'Plas/Valburg: veel rechtsonzekerheid en ondermaats resultaat in de feitenrechtspraak'

M.L. van Oosten, J.L. Smeehuijzen

Reactie & Nawoord door Pieter Wolters In het januarinummer van dit tijdschrift bespreken Smeehuijzen en Van Oosten de Plas/Valburg-doctrine vanuit de tegenstelling tussen rechtszekerheid en billijkheid. Zij komen op basis van de analyse van 141 bodemzaken tot de conclusie dat de voordelen van de doctrine niet opwegen tegen de aantasting van de rechtszekerheid. De mogelijkheid tot vergoeding van het positief contractsbelang op grond van Plas/Valburg zou om deze reden moeten worden afgeschaft. In deze reactie betoog ik dat de gepresenteerde argumenten niet duidelijk maken dat er sprake is van een grote aantasting van de rechtszekerheid en de conclusie niet dragen. Naschrift bij bovenstaande reactie door Lodewijk Smeehuijzen & Meelf van Oosten Dit is een naschrift bij de reactie van Pieter Wolters op J.L. Smeehuijzen & M.L. van Oosten, ‘Plas/Valburg: veel rechtsonzekerheid en ondermaats resultaat in de feitenrechtspraak’, AA 2015, p. 72-77

Opinie | Reactie/nawoord
juni 2015
AA20150475

Pleural plaques: Lords kennen geen vergoeding van angstgevoelens toe

Pluraliteit van schuldeisers als voorwaarde voor de faillietverklaring

E. de Kloe

Post thumbnail

Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is een voorwaarde voor de faillietverklaring dat sprake is van pluraliteit van schuldeisers. In maart 2017 heeft de Hoge Raad het pluraliteitsvereiste opnieuw bevestigd. In deze bijdrage wordt een overzicht van het pluraliteitsvereiste gegeven en wordt de vraag beantwoord of het pluraliteitsvereiste afgeschaft of genuanceerd moet worden.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2018
AA20180204

Polarisering in enquêterechtspraak

B.F. Assink

Post thumbnail Centraal in deze amuse staat de recente enquêterechtelijke beschikking van de Hoge Raad van 9 juli 2010 inzake ASMI. Wat doet de Hoge Raad in zijn ASMI-beschikking? Hij vernietigt de beschikking van de Ondernemingskamer van 5 augustus 2009, waarin zij het verzoek om een onderzoek naar het beleid van en de gang van zaken binnen ASMI op de voet van artikel 2:350 BW toewijst. Is het de eerste keer dat de Hoge Raad en de Ondernemingskamer anders denken over de invulling en toepassing van dergelijke kerngebieden van ondernemingsbestuur? Neen, zeker niet. Brengt de ASMI-beschikking dan iets nieuws onder de zon? Ja, zeker wel. Afgezien van enkele materieelrechtelijke punten – die van belang zijn voor de praktijk – mijns inziens vooral dat het oordeel van de Hoge Raad in toenemende mate óók categorisch is bij onderwerpen waar dat níet direct in de rede ligt. Wat ik daarmee bedoel?

Opinie | Amuse
november 2010
AA20100768

Portret in the picture

J. Bockwinkel, R. de Winter

In dit redactionele artikel wordt aan de hand van een recente reclame met Boris Jeltsin de hoofdrol, ingegaan op het portretrecht en de grenzen die de wet en jurisprudentie aan het gebruik van iemands anders portret stellen. De redactie doet enige aanbevelingen om tot een betere regeling te komen.

Opinie | Redactioneel
maart 1997
AA19970130

Resultaat 2437–2448 van de 2992 resultaten wordt getoond