Burgerlijk procesrecht

Resultaat 337–348 van de 357 resultaten wordt getoond

Uitzondering of (hoofd)regel? De uitsluiting van hoger beroep en cassatie ex artikel 7:685 BW en de derde fase van de herziening burgerlijk procesrecht

B. de Vries

De procedure betreffende de ontbinding wegens gewichtige redenen is een procedure waarbij grote financiële en menselijke belangen op het spel staan. Daarom zou tot de conclusie gekomen kunnen worden dan uitsluiting van hoger beroep en cassatie niet meer houdbaar is.

Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikel
juli 1999
AA19990515

Urgenda: tijd voor een constitutioneel hof?

G. Boogaard

Post thumbnail De opwinding over het Urgenda-arrest is vooral van staatsrechtrechtelijke aard. In het civiele recht lijkt eerder sprake van een zekere onverstoorbaarheid. Rechterlijke onverstoorbaarheid is op zich goed voor de trias politica, maar bij te veel civiele onverstoorbaarheid in grote constitutionele kwesties, wordt het misschien toch tijd voor een constitutioneel hof.

Blauwe pagina's | Recht en politiek
oktober 2020
AA20200862

Van Berkels derdenbeslag

J.L.P. Cahen

Hoge Raad 25 januari 1991, nr. 14108, ECLI:NL:HR:1991:ZC0122, RvdW 1991, 41 (Van Berkel/Tribosa) In deze uitspraak die nog gewezen is ten tijde van het oude Burgerlijke Wetboek wordt ingegaan op de werking van het derdenbeslag op huurvorderingen bij vervreemding van het object waar de huur uit voortvloeit. De Hoge Raad oordeelt met verwijzing naar het destijds nieuwe art. 475b Rv dat een vervreemding van het object waar de vorderingen waar beslag op is gelegd uit voortvloeien geen invloed heeft op het beslag en dat dit in overeenstemming is met het destijds geldende recht. Ook het feit dat het object waar de huurvorderingen uit voortvloeien executoriaal verkocht is door de eerste hypotheekhouder doet hier niets aan af. In de noot wordt hier dieper op ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1991
AA19910498

Van een advocaat die vergeet in hoger beroep te gaan

M.F.J. Haak

De advocaat die heeft verzuimd hoger beroep aan te tekenen blijft in een beroepsaansprakelijkheidsprocedure veelal buiten schot. Zijn cliënt slaagt er doorgaans niet in het causaal verband tussen de fout en de schade te bewijzen. Daarvoor moet hij aantonen dat hij zonder de fout in hoger beroep een beter resultaat zou hebben behaald. HR 24 oktober 1997 (Baijing/Mr H) komt de cliënt tegemoet en voorziet in de mogelijkheid tot vergoeding van het verlies van een proceskans. In dit artikel wordt besproken hoe deze mogelijkheid in de praktijk kan worden gebruikt. Mijn inziens dient een vergoeding te worden toegewezen naar evenredigheid van de geschatte waarde van de verloren kan. Aan vergoeding worden enkele voorwaarden verbonden.

Verdieping | Studentartikel
maart 1998
AA19980138

Van request-civiel naar herroeping

C.J.J.C. van Nispen

In deze bijdrage aan de Rode Draad wordt beschreven hoe de, historische, regeling van het request-civiel wordt omgevormd tot de regeling van herroeping in het burgerlijk proces.

Opinie | Opiniërend artikel | Overig | Rode draad | Rechstmiddelen
juni 2001
AA20010432

Verbetering kennelijke verschrijving in uitspraak

G.R. Rutgers

Hoge Raad 15 mei 1998, RvdW 1998, 107C, ECLI:NL:HR:1998:ZC2656 (Zevenbergen/NV Interpolis Schade) Geen hogere voorziening is toegelaten tegen een beslissing op een verzoek tot verbetering van een kennelijke vergissing in een uitspraak, tenzij de rechter ten onrechte de regel dat een kennelijke verschrijving tot verbetering moet kunnen leiden niet heeft toegepast of buiten zijn toepassingsgebied is getreden, dan wel zodanige essentiële vormen niet in acht heeft genomen dat niet kan worden gesproken van een eerlijke en onpartijdige behandeling. Het verzoek is niet aan termijn gebonden.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1998
AA19980976

Verenigingstuchtrecht en de rechter. Soeverein straffen in eigen kring?

K.A.M. van Vught

Post thumbnail Verenigingen kunnen hun tuchtrecht zelf regelen. Maar aan welke eisen moeten tuchtprocedures en -maatregelen ten minste voldoen? De rechter heeft de verenigingsautonomie te respecteren, maar moet ook de belangen van het getuchtigde lid waarborgen.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2019
AA20190959

Verjaring van gemaximeerde dwangsommen

A.W. Jongbloed

Benelux-Gerechtshof 6 juli 2023, A2022/1 en A2022/2

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2024
AA20240437

Verlos de rechter uit haar lijdelijkheid

R. de Bock

Er wordt nog wel eens gezegd dat de (civiele) rechter lijdelijk is. In deze laatste column voor Ars Aequi leert Ruth de Bock ons dat dat beeld al lang niet meer klopt.

Opinie | Column
december 2020
AA20201157

VNP/Havrij: algemene voorwaarden en informatieplicht

T. Hartlief

Hoge Raad 6 april 2001, nr. C99/189HR, ECLI:NL:HR:2001:AB0901, RvdW 2001, 74 (VPN/Havrij) Dit arrest gaat over de toepassing van algemene voorwaarden en de bescherming die de wetgever de consument hiertegen probeert te bieden.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2002
AA20020268

Voorlopig getuigenverhoor: stelplicht en een zwakke rechtspositie

H.B. Krans

Hoge Raad 6 juni 2008, nr. R07/117HR, ECLI:NL:HR:2008:BC3354, LJN: BC3354, nr. R07/117HR, RvdW 2008, 595 (R/Staat der Nederlanden) In dit arrest is aan de orde welke feiten de verzoeker van een voorlopig getuigenverhoor ten aanzien van de schadevergoedingsvordering aan de dag moet leggen in het verzoekschrift ter verkrijging van verlof tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor. De Hoge Raad oordeelt dat bij het verzoek tot verlof voor een voorlopig getuigenverhoor het aan de rechter niet vrijstaat om bij de beoordeling daarvan in te gaan op de toewijsbaarheid van de aan het verlof ten grondslag liggende vordering tot schadevergoeding. In de noot wordt hier dieper op ingegaan en wordt er eerdere jurisprudentie op hetzelfde onderwerp besproken.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2008
AA20080902

Voorlopige bewijsverrichtingen: wat kun en moet je ermee, nu en in de (nabije?) toekomst?

C.J.M. Klaassen

Post thumbnail Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voorziet in zogenoemde ‘voorlopige bewijsmaatregelen’. Wat is eigenlijk het nut en wat zijn de mogelijkheden hiervan? Deze bijdrage besteedt aandacht aan deze kwestie in de context van enerzijds recente rechtspraak en anderzijds ontwikkelingen rond de modernisering van het bewijsrecht.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2019
AA20190097

Resultaat 337–348 van de 357 resultaten wordt getoond