S BV


Hoge Raad 9 juli 1990, nr. 26, ECLI:NL:HR:1990:AC0960, RvdW 1990, 147 (S/S BV)

In deze uitspraak van de Hoge Raad is het de vraag of het indienen van een verweerschrift gezien kan worden als vertegenwoordiging van de rechtspersoon en of deze op rechtsgeldige wijze is gedaan. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag bevestigend. Verder is aan de orde in hoeverre het niet aanpassen van de statuten waardoor er jaren achter elkaar een groot gedeelte van de jaarwinst op grond van een statutaire reserve wordt gereserveerd, in plaats van deze uit te keren als dividend, wat geen enkele functie meer voor de vennootschap heeft, een reden is om een enquêteverzoek in te dienen welk verzoek aangemerkt kan worden als ‘gegronde redenen om aan juist beleid te twijfelen’. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag eveneens bevestigend. In de noot wordt dieper ingegaan op de vertegenwoordigingsbevoegdheid en de mogelijkheden tot het indien van een enquêteverzoek.


Verschijningsvorm: Maandbladartikel (download pdf)

Auteur(s): M.J.G.C. Raaijmakers

Verschijning: januari 1991

Archiefcode: AA19910083

Hoge Raad 09-07-1990 (ECLI:NL:HR:1990:AC0960) zaaknummer: 26

beleid bevoegdheid derdenbescherming enquêterecht vertegenwoordiging verweerschrift verzoekschrift

Burgerlijk recht

Annotaties en wetgeving Annotatie