Resultaat 1–12 van de 6644 resultaten wordt getoond

….. tot de dood erop volgt

L. Kaemingk, H. Wattendorff

In dit redactionele artikel wordt aandacht besteed aan de Commissie onderzoek medische praktijk inzake euthanasie (commissie Remmelink). Deze commissie doet onderzoek naar meer dan alleen de juridische kanten van levensbeëindiging op verzoek. De redacteuren benadrukken dat het destijds geldende art. 293 Sr (euthanasie is onder alle omstandigheden strafbaar) niet meer strookte.

Opinie | Redactioneel
juli 1990
AA19900422

‘… ach, ik moest ook wat doen’

De verschillende verhoudingen van verscheidene jurist-schrijvers tot hun oorspronkelijke studie

N. van der Linden

Tot de categorie juristen waar dit artikel over gaat behoren niet alleen die personen die hun goed betaalde baan opgezegd hebben, maar eveneens diegenen die bij voorbaat, na of tijdens hun studie, van zo een baan hebben afgezien - soms misschien omdat ze dachten die toch nooit te zullen krijgen - alsmede degenen die zo een, soms uiterst sociabele, baan parttime combineerden met solitair autisme achter de schrijfmachine.

december 1984
AA19840683

‘…’ en het recht: cricket

E.H. Hondius

In deze column gaat Hondius in op een geestig boekje van zijn Australische collega hoogleraar Fraser over de overeenkomsten tussen cricket en recht.

Opinie | Column
november 2008
AA20080789

‘(On)eerlijk duurt het langst’ of hoe het Burgerlijk Wetboek een gelegenheid tot (kunst)diefstal schept

R. Huyten, A. Piëtte

De regeling van de verkrijgende verjaring in het Burgerlijk Wetboek brengt mee dat na verloop van twintig jaar een dief van kunstvoorwerpen civielrechtelijk niets meer te duchten heeft. Hij is zelfs eigenaar geworden. Er bestaat echter de mogelijkheid dat hij door het Openbaar Ministerie (strafrechtelijk) vervolgd zou kunnen worden wegens heling indien hij het gestolen goed alsnog probeert te verkopen. Daarnaast bestaan in het strafrecht verschillende mogelijkheden om het gestolen voorwerp aan het bezit van de dief-heler en/of koper-heler te onttrekken. Het strafrecht disharmonieert op dit punt met het privaatrecht. Deze discrepantie tussen strafrecht en privaatrecht zal in het onderstaande stuk nader onderzocht worden.

Verdieping | Studentartikel
juni 1995
AA19950454

‘Adolescentenstrafrecht’: kanttekeningen bij voorstel staatssecretaris Teeven

I. Weijers

Post thumbnail Dit stuk houdt de voorstellen van staatssecretaris Teeven tot verdere uitwerking van een strafrecht voor adolescenten kritisch tegen het licht. De auteur concludeert dat de plannen van de staatssecretaris vooral een ingrijpende verzwaring van het jeugdstrafrecht inhouden en vooralsnog op het meest interessante punt, van de strafrechtelijke reactie op criminaliteit van jongvolwassenen, helaas weinig te bieden lijken te hebben.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 2012
AA20120198

‘Advocaten kunnen recht trekken wat krom is’

Interview met mr. J.H. Brouwer en mr. E. Unger

J.G. Boot, C. Rijckenberg

Ter gelegenheid van het bijzonder nummer 2005 Krom~recht. Over misstanden in het recht besteden wij aandacht aan de advocatuur. In dat kader spraken wij met mr. J.H. Brouwer (1957), tot 1 juli 2005 algemeen Deken van de Nederlandse Orde van Advocaten en advocaat bij B&C Advocaten te Apeldoorn, en mr. E. Unger (1958), zijn opvolgster als algemeen Deken en advocaat bij Unger Hielkema Advocaten te Amsterdam.

Bijzonder nummer | Krom~recht, over misstanden in het recht | Verdieping | Interview
juli 2005
AA20050643

‘Als u begrijpt wat ik bedoel’: het Hof van Justitie herinterpreteert zijn rechtspraak over rechterlijke bevoegdheid bij pluraliteit van verweerders

Freeport/ Arnoldson

M.V. Polak

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 11 oktober 2007, ECLI:EU:C:2007:595, zaak C-98/06 (Freeport/Arnoldson) Artikel 6 aanhef en onder 1 EEX moet aldus worden uitgelegd dat het feit dat de tegen meerdere verweerders gerichte vorderingen een verschillende rechtsgrondslag hebben, niet aan toepassing van deze bepaling in de weg staat. Artikel 6 aanhef en onder 1 EEX vindt toepassing wanneer de tegen de verschillende verweerders gerichte vorderingen samenhangend zijn op het moment waarop zij worden ingesteld, dat wil zeggen wanneer een goede rechtsbedeling vraagt om gelijktijdige behandeling en berechting, teneinde te voorkomen dat bij afzonderlijke berechting onverenigbare beslissingen worden gegeven. Voor toepassing van deze bepaling hoeft niet bovendien vast te staan dat de vorderingen niet enkel zijn ingesteld om één van de verweerders te onttrekken aan de bevoegdheid van de rechter van de lidstaat waar hij zijn woonplaats heeft.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2007
AA20070987

‘Arrondissement Nieuwenhof’: een oefenrechtbank gebaseerd op een simulatie van de juridische werkelijkheid

F.J. Fernhout, R. Otto, F. van Rijthoven, G. Span

In dit artikel wordt de 'moot court' of oefenrechtbank besproken zoals deze in 1988 werd aangeboden aan de juridische faculteit van de Rijksuniversiteit Limburg.

Perspectief | Perspectiefartikel
juni 1988
AA19880373

‘Artikel nul’: een algemene bepaling over rechtsstaat, democratie en grondrechten in de Grondwet?

M. Adams, G.J. Leenknegt

Post thumbnail Dit voorjaar zal de regering voorstellen een algemene bepaling toe te voegen aan de Grondwet, inhoudende dat de Grondwet de rechtsstaat, de democratie en de mensenrechten waarborgt. De auteurs menen dat de voorgestelde bepaling in normatieve zin niet veel toevoegt aan onze Grondwet; in een meer symbolische zin is de bepaling wel van belang. De genoemde waarden zouden daarom op een andere plek tot uitdrukking moeten komen: voorafgaand aan de gehele Grondwet – als preambule dus.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2015
AA20150207

‘Assurance oblige’. De betekenis van verzekering voor contractuele aansprakelijkheid die door een exoneratieclausule gedekt wordt

J.M. van Dunné

Hoge Raad 18 juni 2004, nr. CO3/064HR, ECLI:NL:HR:2004:AO6913, JOL 339 (Kuunders/Swinkels Techniek) Dit arrest behandelt de vraag wie er aansprakelijk is wanneer er een exoneratiebeding is getekend, daarmee samenhangend komt ook de vraag aan de orde of een verzekering dan nog moet uitkeren.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2004
AA20040874

‘Begrijpt de rechter wat ik bedoel?’

Over het gebruik van 'logisch correcte' conclusies in het forensisch identificatieonderzoek

A.P.A. Broeders

Bijzonder nummer | Bewijs
juli 2010
AA20100494

‘Belanghebbende’ bij vernietiging van door de rechtbank goedgekeurde fusie van stichtingen

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 25 oktober 1991, nr. 7932, ECLI:NL:HR:1991:ZC0387, RvdW 1991, 229, NJ 1992, 149 m.nt. Maeijer (Veldhof/Leonhard Woltjer Stichting) In deze uitspraak van de Hoge Raad is aan de orde in hoeverre iemand kan worden aangemerkt als belanghebbende bij een juridische fusie tussen twee stichtingen waarbij de goedkeuring door de rechtbank was verleend. De Hoge Raad oordeelt dat een ander dan een bestuurder of oprichter van een fuserende stichting alleen dan als belanghebbende kan worden aangemerkt indien diegene nadeel ondervindt aan de fusie en dit ook stelt. In de noot wordt dieper op het belanghebbende-begrip en de fusie bij stichtingen ingegaan waarbij ook de algemene karakteristieken van de stichting aan de orde komen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1992
AA19920421

Resultaat 1–12 van de 6644 resultaten wordt getoond