Resultaat 1–12 van de 29 resultaten wordt getoond

Aansprakelijkheid voor milieuschade: een reactie

G. Betlem, E.A. Messer

Reactie op een artikel dat eerder in de reeks van de Rode draad over 'milieurecht' verscheen en waarin de civielrechtelijke aansprakelijkheid wegens milieuschade aan de orde komt. In deze reactie enige nuanceringen en aanvullingen op het eerdere artikel.

Overig | Rode draad | Milieurecht
september 1990
AA19900519

Alands Vindkraft AB Energimyndighet

P.J. Slot

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 1 juli 2014, zaak C-573/12, ECLI:EU:C:2014:2037 (Ålands Vindkraft AB/Energimyndighet) prejudiciële beslissing

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2014
AA20140938

Beëindigingsvergoedingen voor handelsagenten en algemeen belang

De uitspraak van het HvJ EU in de zaak Unamar nader beschouwd

A.A.H. van Hoek

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 17 oktober 2013, ECLI:EU:C:2013:663, zaak C-184/12 (United Antwerp Maritime Agencies (Unamar) NV/Navigation Maritime Bulgare)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2014
AA20140466

De Auteursrechtrichtlijn: op welke wijze zal de auteursrechthebbende beroep kunnen doen op de driestappentoets?

J.M. Gonsalves

De Auteursrechtrichtlijn, die met name ten doel heeft het auteursrecht binnen de Europese Gemeenschappen te harmoniseren, is in 2001 in werking getreden. In artikel 5 lid 5 van de richtlijn is de driestappentoets opgenomen. Deze houdt in dat een wettelijke beperking op het recht van een auteursrechthebbende slechts is toegestaan indien het gebruik van de beperking 1) een bijzonder geval betreft, 2) niet in strijd is met de normale exploitatie van het werk en 3) geen onredelijke schade aan de legitieme belangen van de auteursrechthebbende toebrengt. Het is de vraag op welke wijze de auteursrechthebbende beroep zal kunnen doen op de driestappentoets.

Verdieping | Studentartikel
mei 2005
AA20050321

De Europese fiscale regeling voor fusies (Leur-Bloem)

J.W. Zwemmer

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 17 juli 1997, zaak C-18/95, ECLI:NL:XX:1997:AD2762 (Leur/Bloem) In dit arrest en de noot wordt ingegaan op de Europese fiscale regeling voor fusies waarbij de volgende rechtsregels worden uitgesproken: Het Hof is bevoegd ook voor interne situaties het gemeenschapsrecht uit te leggen als de nationale wetgever het gemeenschapsrecht in zijn wetgeving heeft overgenomen. Voor een aandelenfusie is niet vereist dat de verwervende vennootschap een onderneming drijft of dat de twee ondernemingen in financieel en economisch opzicht duurzaam in een eenheid worden samengebracht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1997
AA19970876

De ICOVA-heffing op aardolieprodukten en het EEG-recht

K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 12 december 1990, ECLI:EU:C:1990:455, zaak C 302/88 (Hennen Olie BV tegen Stichting Interim Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieprodukten en Staat der Nederlanden) In deze uitspraak van het HvJ EG komt naar aanleiding van prejudiciële vraag de werking van art. 34 EEG (maatregelen van gelijke werking als kwantitatieve uitvoerbeperking aan de orde) in een casus die draait om olie. In de noot wordt dieper ingegaan op de internationale regelingen, waaronder een Europese richtlijn, die hieraan ten grondslag liggen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 1991
AA19910408

De positie van de Nederlandse wetgevingsjurist bij het implementeren van EU-regelgeving

P.J.P.M. van Lochem

Met de constatering dat Europese regelgeving behoort tot het nationale domein, benadrukte de eerste Visitatiecommissie wetgeving in 2000 dat wetgevingsjuristen (naast andere nationale actoren) zichzelf moesten beschouwen als deelnemers in dit proces en niet als uitvoerders van een opdracht van hogerhand. Dit horizontale beeld lijkt echter niet met de verticale werkelijkheid overeen te komen.

Perspectief | Perspectiefartikel
oktober 2019
AA20190810

De rechtstreekse werking van de communautaire beschikking

M. Verhoeven

Het ontbreekt aan eenduidige regels voor de rechtstreekse werking van EG-rechtelijke beschikkingen die zijn gericht tot de lidstaat. Recente jurisprudentie van het Hof van Justitie lijkt voor dergelijke beschikkingen van algemene strekking te duiden op een analoge toepassing van de bekende richtlijnenjurisprudentie, maar ruimte voor onzekerheid blijft bestaan. De doorwerking van de tot de lidstaat gerichte beschikking verdient derhalve meer aandacht in de literatuur.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 2008
AA20080214

De wonderbaarlijke wedergeboorte(n) van de cosument

E.H. Hondius

In deze column gaat Hondius in op het succes van de Europese Unie dat het heeft gehad op het consumentenrecht en de (moderne) bedreigingen die er uit voortvloeiden.

Opinie | Column
juni 2009
AA20090379

Dijkverzwaring en milieu-effectrapportage

Th.G. Drupsteen

Rechtbank Arnhem 14 oktober 1994, nr. AWB/2827, ECLI:NL:RBARN:1994:AN4010, AB 1995, 29 (mr. Crol) (Tielerwaard: m.e.r.-plicht voor dijkverzwaring) Rechtstreekse werking richtlijn 85/337/EEG betreffende Milieu-Effectbeoordeling. In deze uitspraak en de daarbij behorende noot wordt ingegaan op de vele juridische problemen rondom dijkverzwaringsprocessen. Zo zijn er tal van vergunningsprocedures, is er vaak sprake van onteigening en zijn er milieuvraagstukken die een rol spelen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1995
AA19950712

Doel, gebruik en betekenis van de considerans in richtlijnen van de Europese Unie

Een geschikte regeling?

P. van den Broek, J. Straesser

Aan de hand van de regeling inzake het invorderen van een rijbewijs bij vermoedelijke ongeschiktheid wordt door twee redactieleden betoogd dat het verzoeken om een voorlopige voorziening bij de bestuursrechter minder vaak nodig is indien er in regels meer beleidsvrijheid wordt neergelegd zodat er door het betrokken bestuursorgaan een belangenafweging gemaakt kan worden.

Opinie | Redactioneel
december 1998
AA19980933

Resultaat 1–12 van de 29 resultaten wordt getoond