Resultaat 11197–11208 van de 12956 resultaten wordt getoond
Ars Aequi Libri
In deze bijdrage bij de lustrum rode draad 'Van oude dingen...' wordt een sprookje opgenomen over de ideale staat dat in een vroeg nummer van Ars Aequi is geplaatst. Ook is er een artikel opgenomen over interpretatiemethoden, logica en inductie in het recht.
Overig | Rode draad | Lustrum Rode draad: 'Van oude dingen...'juni 1991AA19910455
W.H.M. Reehuis
Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het goederen- en faillissementsrecht naar nieuw BW. De vraag die aan de orde is, is of de in de casus geschetste feiten er sprake is van een geldig eigendomsvoorbehoud en stil pandrecht.
Perspectief | Rechtsvraagjuni 1991AA19910507
P.W.C. Akkermans
Hoge Raad 26 oktober 1990, nr. 7756, ECLI:NL:HR:1990:AD1274, RvdW 1990, 184 In dit arrest van de Hoge Raad en de daarbij behorende noot wordt ingegaan op de problematiek over het al dan niet in strijd zijn met het gelijkheids- en vertrouwensbeginsel van in verschillende gemeenten verschillend uitvoeren van een regeling in medebewind op grond van een beleidsvrije bevoegdheid. Het gaat i.c. om de bevoegdheid van een gemeente om een bedrag aan bijstand terug te vorderen indien er ook is voldaan aan alimentatieplicht van de ex-partner. In de noot wordt dieper ingegaan op mogelijke schending van het gelijkheidsbeginsel en wetgeving om het verschil in uitvoering van wetten met beleidsvrijheid aan banden te leggen.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 1991AA19910502
E.B. van Veen
In dit artikel, behorend bij de rode draad 'de positie van onbekwamen in het recht', wordt ingegaan op de invloed van mensenrechten op de onbekwaamheidsverklaring van bepaalde personen en de vertegenwoordigingsbevoegdheid. Er wordt daarnaast in gegaan op de gedwongen behandeling van mensen.
Overig | Rode draad | De positie van onbekwamen in het rechtjuni 1991AA19910484
M.H. van der Woude
Hoe verstaan de huidige regeling omtrent de zogenaamde ontkenning van het vaderschap en de in het wetsvoorstel Herziening afstammingsrecht voorziene regeling van deze materie zich met het in artikel 8 EVRM gewaarborgde recht op eerbiediging van het 'gezinsleven'? Een beschikking van de Hoge Raad gewezen op 16 november 1990 vormt de aanleiding tot de hierna volgende korte beschouwing.
Verdieping | Verdiepend artikeljuni 1991AA19910480
M. Swagemakers
Op 5 april 1990 is een wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enkele andere wetten ter verruiming van de mogelijkheden tot toepassing van de maatregel van ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel en andere vermogenssancties bij de Tweede Kamer ingediend. Het voorstel maakt een onderscheid tussen enerzijds een dadergerichte vervolging en berechting en anderzijds een buitgerichte opsporing en vaststelling van wederrechtelijk verkregen voordeel in een afzonderlijke procedure. Door de afscheiding van laatstgenoemde procedure van die in de hoofdzaak kunnen problemen ontstaan. In dit artikel zal een aantal van deze problemen worden besproken.
Verdieping | Studentartikeljuni 1991AA19910467
I. Reuder, A. Snijder-Lobik
In dit redactionele artikel wordt door de redacteuren betoogd dat schade die ontstaat als gevolg van het krijgen van een kind als gevolg van een mislukte sterilisatie, deze schade, indien deze te wijten is aan schuld van de ars, voor vergoeding in aanmerking komt. De redacteuren gaan daarbij ook nog in de verweren van een potentieel aansprakelijke arts.
Opinie | Redactioneeljuni 1991AA19910454
J.L.P. Cahen
Hoge Raad 25 januari 1991, nr. 14108, ECLI:NL:HR:1991:ZC0122, RvdW 1991, 41 (Van Berkel/Tribosa) In deze uitspraak die nog gewezen is ten tijde van het oude Burgerlijke Wetboek wordt ingegaan op de werking van het derdenbeslag op huurvorderingen bij vervreemding van het object waar de huur uit voortvloeit. De Hoge Raad oordeelt met verwijzing naar het destijds nieuwe art. 475b Rv dat een vervreemding van het object waar de vorderingen waar beslag op is gelegd uit voortvloeien geen invloed heeft op het beslag en dat dit in overeenstemming is met het destijds geldende recht. Ook het feit dat het object waar de huurvorderingen uit voortvloeien executoriaal verkocht is door de eerste hypotheekhouder doet hier niets aan af. In de noot wordt hier dieper op ingegaan.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 1991AA19910498
Ph. Eijlander
In dit artikel wordt ingegaan op een nota van ministerie van justitie onder de titel 'Zicht op wetgeving'. Deze nota bevat een beleidsplan voor verdere ontwikkeling en uitvoering van het algemeen wetgevingsbeleid, gericht op de verbetering van de rechtsstatelijke bestuurlijke kwaliteit van het overheidsbeleid. In dit artikel worden enkele centrale thema's uit deze nota besproken. Achtereenvolgens komen aan de orde: de kwaliteit van wetgeving en de kwaliteit van de overheid, tekortkomingen in de wetgeving en oorzaken daarvan, de noodzaak van algemeen wetgevingsbeleid, wie hebben te maken met het algemeen wetgevingsbeleid, de concrete actiepunten uit de nota en ten slotte zal worden ingegaan op het advies van de Raad van State over Zicht op wetgeving en het nader rapport.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingjuni 1991AA19910493
E. Florijn, I. Reuder
Een interview met professor mr. H.C.F. Schoordijk over onder andere zijn opvattingen over het hedendaagse onderwijs in het (privaat)recht, zijn ideeën over privaatrechtelijke rechtsvindingstheorieën, zijn mening over het Nieuw Burgerlijk Wetboek en de verhouding tussen de bijdragen aan de rechtsontwikkeling van enerzijds de universiteiten en anderzijds de rechtspraktijk.
Perspectief | Interviewjuni 1991AA19910473
G.W. Breuker
Een echtscheiding komt pas tot stand wanneer het vonnis waarbij de echtscheiding is uitgesproken, binnen zes maanden nadat het in kracht van gewijsde is gegaan, is ingeschreven in de registers van de Burgerlijke Stand. In de praktijk blijkt dat er onzekerheid bestaat omtrent het moment waarop een echtscheidingsvonnis in kracht van gewijsde gaat. Voor een belangrijk deel wordt dit aan een wetswijziging in 1971 toegeschreven. Onderzocht wordt of die onzekerheid wel gerechtvaardigd is. Uit een analyse van twintig jaar procesrechtelijk zoeken en tasten blijkt dat dit voor het grootste gedeelte niet het geval is. Alleen in één bepaald, specifiek geval kan er onzekerheid bestaan.
Verdieping | Studentartikeljuni 1991AA19910459
In dit artikel wordt een eerder in Ars Aequi geplaatst artikel nog een keer geplaatst in het kader van de lustrum rode draad 'Van oude dingen...'. Het artikel is van Ham Magnus Enzensberger, essayist en lyricus. In het - in de Duitse taal nog niet eerder gepubliceerde - stuk, waarvan de schrijver zo vriendelijk is geweest aan 'Ars Aequi' het publikatierecht te verlenen, wordt de draak gestoken met vorm en inhoud van de (alleen maar Duitse??) strafwet. Het fijne oor van Enzensberger en zijn formidabele taalbeheersing komen hierin uitstekend tot gelding. In zijn 'strafbepalingen' heeft hij zelfs een aantal door overmatig gebruik tot de grond toe versleten dichtregels weten te verwerken van Schiller ("Wer ein holdes Weib errungen'), van Goethe ('Wer sich der Einsamkeit ergibt') en zelfs van Luther ('Wer nicht Hebt Wein Weib und Gesang'). Voor 'oplettende lezertjes' een goede oefening, de hier niet opgenoemde klassieke fragmenten uit de tekst te halen! Daarnaast wordt er nog een artikel gepubliceerd over het existentiefilosofie en de domiciliekeuze in het internationaal privaatrecht.
Overig | Rode draad | Lustrum Rode draad: 'Van oude dingen...'mei 1991AA19910369