Shop

De overtreffende trap van ‘gelijkheid’

M.M. Dolman

Het gelijkheidsbeginsel is niet meer wat het geweest is. Ooit was het een klassiek grondrecht als alle andere; alle burgers werden geacht gelijk te zijn voor de wet, die hen moest vrijwaren van willekeur van overheidswege. Gelijkheid was formeel; zij was een attribuut van de vrije burger. Welk gebruik hij ervan maakte en maken kon deed niet terzake. Die tijd komt nooit meer terug, en gelukkig maar. Men kan gelijkheid niet proclameren en dan menen dat zij verwezenlijkt is. Mensen zijn niet gelijk, ook niet voor het recht. Integendeel, het recht onderscheidt, dus behandelt mensen per definitie als ongelijken. Dat doet het ook waar het maatschappelijke ongelijkheden beoogt op te heffen. Immers, niet langer wordt genoegen genomen met fraaie spreuken: gelijkheid is een maatschappelijk doel, dat actief verwezenlijkt dient te worden. Welke middelen heiligt dit doel?

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910897

De pijlers onder de vertrouwensbescherming van artikel 3:86 Nieuw BW

A.F. Salomons

In dit artikel zal, na een korte rechtshistorische schets, de vraag worden besproken op welke fundamenten het zakenrechtelijk vertrouwensbeginsel, belichaamd in de rechtsspreuk 'bezit geldt als volkomen titel', steunt, en in hoeverre het tot gelding komt in artikel 3:86 Nieuw BW.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910830

De rol van algemene rechtsbeginselen in het Romeinse recht

L.C. Winkel

In dit artikel wordt onderzocht welke rol rechtsbeginselen speelden in het Romeinse recht. Daartoe wordt allereerst ingegaan op rechtsvinding in het Romeinse recht. Daarna wordt er in gegaan op de moderne literatuur die bestaat over rechtsbeginselen en Romeins recht. Vervolgens komen rechtsbeginselen in het pre-klassieke Romeinse recht aan de orde en daar op volgt de behandeling van rechtsbeginselen in het klassieke Romeinse recht. Daarna volgen een aantal voorbeelden van rechtsbeginselen in het Romeinse recht met met name verwijzingen naar de digesten. Tenslotte komt de vraag aan de orde hoe Romeinse rechtsbeginselen gezien moeten worden in de moderne rechtstheorie.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910785

De rol van rechtsbeginselen in het recht van de intellectuele eigendom en de ongeoorloofde mededinging

D.W.F. Verkade

In dit artikel wordt ingegaan op de werking van rechtsbeginselen op het gebied van de intellectuele eigendom en de ongeoorloofde mededinging. Daarbij wordt allereerst ingegaan op de grondslagen waarop de bestaande bescherming van onstoffelijke prestaties is terug te voeren. Daarbij spelen verschillende argumentaties een rol die voldoende behandeld worden. Ook wordt er ingegaan op de vraag of er met beginselen te argumenteren valt voor of tegen meer bescherming van onstoffelijke prestaties. Bij dit alles komt veel jurisprudentie aan de orde.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910859

De werking van het nemo tenetur-beginsel in het Nederlandse strafrecht

A. Meijer

Het nemo tenetur-beginsel is een van de rechtsbeginselen waarvan onzeker is welke reikwijdte het heeft. Het beginsel houdt in dat niemand gedwongen mag worden aan zijn eigen veroordeling mee te werken. In dit artikel wordt de positivering van dit beginsel afgezet tegen enkele (bestaande en dreigende) inbreuken. De tot nu toe gangbare definiëring/omlijning van het beginsel kan volgens de schrijfster geen stand houden.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910890

De wet van Hammurabi

of de werking van het gelijkheidsbeginsel in het civiele aansprakelijkheidsrecht

E. Florijn

In dit artikel wordt nagegaan of het gelijkheidsbeginsel een algemeen uitgangspunt kan zijn bij het civiele aansprakelijkheidsrecht. Ter illustratie zullen drie rechtsinstituten uit het BW besproken worden, te weten: aansprakelijkheid naar draagkracht, vorderingsrecht van belangenorganisaties en groepsaansprakelijkheid.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910840

Hercules aan het werk

Over de rol van rechtsbeginselen in het recht

A. Soeteman

In dit artikel wordt ingegaan op de werking van rechtsbeginselen voor het positieve recht. De auteur betoogt dat door de rechtsbeginselen het verschil tussen rechtspositivisme en natuurrecht verdwenen is. Er wordt in dit artikel in gegaan op de kenbaarheid en de reden van beginselen. In het artikel komt met name duidelijk naar voren wat de belangrijkste verschillen zijn tussen regels en beginselen.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910744

Het zorgvuldigheidsbeginsel als schakel tussen bestuursrecht en privaatrecht

J.M. Polak

In het artikel worden voorbeelden gegeven van toepassing van het zorgvuldigheidsbeginsel in het bestuursrecht. Daarna wordt er ingegaan op de codificering van het beginsel in de Awb. Van daaruit maakt de auteur de brug naar het privaatrecht en gaat in op de zorgvuldigheidsnorm voor behoorlijk handelen, zowel in bestuurs- als privaatrecht.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910908

Institutioneel evenwicht: balanceren op een onzichtbaar koord

S. Prechal

In dit artikel wordt ingegaan op de invloed van rechtsbeginselen op de verhoudingen tussen de verschillende Europese instellingen. In het artikel wordt een beginsel geschetst dat dienst kan doen bij conflicten tussen de instellingen. Dit beginsel leidt volgens de auteur wel tot veel verwarring. In het artikel worden vervolgens de toepassingsgebieden van het beginsel geschetst aan de hand van uitspraken van het HvJEG.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910934

Over het onmiddellijkheidsbeginsel in strafzaken

G.P.M.F. Mols

In dit artikel wordt ingegaan op het in Nederland marginaal toegepast en bekende onmiddellijkheids- of confrontatiebeginsel. Dit beginsel dat er op toeziet dat alles waarvan een verdachte wordt beschuldigd ook daadwerkelijk ter terechtzitting ter ore van de rechter komt staat centraal in dit artikel. De de auditu jurisprudentie en zaken als de geheime getuige hebben de marginalisering van dit beginsel versterkt. In dit artikel komt de noodzaak van het beginsel aan de orde en wordt er ook ingegaan op Straatburgse jurisprudentie en de invloed daarvan op het Nederlandse strafprocesrecht.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910876

Recht op ontwikkeling als nieuw beginsel van modern volkenrecht

P.J.I.M. de Waart

In dit artikel wordt ingegaan op het gebruik van rechtsbeginselen binnen het volkenrecht. Er wordt ingegaan op het feit dat rechtsbeginselen in het internationaal recht aan ontwikkelingen bloot staan. In het artikel worden de fundamentele beginselen van het volkenrecht beschreven, zoals de soevereiniteit van het volk. Daarna wordt ingegaan op rechtsbeginselen binnen de internationale rechtsgemeenschap.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910944

Rechtsbeginselen en de morele eenheid van het recht

Dworkins constructivisme

K. Raes

Artikel behorend bij het bijzonder nummer over rechtsbeginselen waarin de verschillen tussen regels en beginselen centraal staan. In het artikel wordt ingegaan op de collisie van regels of beginselen, de visie van Dworkin op integer recht, juridisch constructivisme en rechtsbeginselen als optimaliseringsgeboden.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910773