Shop

Seksuele intimidatie

Disciplinaire maatregelen tegen schuldige, desnoods op last van de rechter

A.Th. Bramer

In dit artikel wordt uitgegaan van de situatie dat een mannelijke werknemer zich ten opzichte van een vrouwelijke collega heeft schuldig gemaakt aan seksuele intimidatie. Bekeken wordt in hoeverre de werkgever op grond van de arbeidsovereenkomst gerechtigd is disciplinaire maatregelen als met name schorsing, overplaatsing en ontslag op staande voet tegen hem te nemen. Vervolgens wordt nagegaan of en zo ja met welke argumenten de lastig gevallen vrouw deze sancties voor de rechter kan afdwingen. Tenslotte wordt ingegaan op de bewijsproblematiek.

Verdieping | Studentartikel
november 1991
AA19910983

Verzwijging van erfelijkheidsgegevens bij het angaan van verzekeringsovereenkomsten

M. Hillen

De ontwikkeling van de genetische wetenschap heeft tot menige juridische kwestie geleid. Ook in het verzekeringsrecht. Meningsverschil bestaat hier onder andere over de vraag of erfelijkheidsgegevens vallen onder de mededelingsplicht bij het aangaan van een verzekeringsovereenkomst. Na een inventarisatie van de voors en tegens zal in dit artikel het bereikte compromis op de weegschaal gelegd worden.

Verdieping | Studentartikel
november 1991
AA19910967

Particuliere landerijen in Nederlands-Indië en het zogenaamde erfpachtrecht (1836-1912)

C.H. van Rhee

Gedurende een periode van vele eeuwen waren de zogenaamde Particuliere Landerijen een begrip in Nederlands-Indië. In 1836 riep men voor de inheemse landbouwer die op deze landerijen voor eigen rekening landbouw bedreef een recht in het leven, dat men met de verwarrende naam 'erfpachtsrecht' tooide. Dit recht vormt het onderwerp van dit artikel en wordt behandeld nadat eerst wordt vastgesteld wat particuliere landerijen precies zijn. Tevens wordt de relatie met het adatrecht en met het Burgerlijk Wetboek nader aangeduid.

Verdieping | Studentartikel
november 1991
AA19910973

Het zelfstandig recht op uitbetaling uit het voorstel van Wet verevening pensioenrechten bij scheiding: een civielrechtelijk gedrocht

W.P.M. Thijssen

Op 13 november 1990 is het voorstel van Wet verevening pensioenrechten bij scheiding bij de Tweede Kamer ingediend. Dit ondanks het negatieve advies van de Sociaal Economische Raad naar aanleiding van het eerdere voorontwerp van Wet verrekening pensioenrechten bij scheiding en van de Raad van State. Elders heb ik al enige kanttekeningen bij het wetsontwerp gemaakt en is mijn opvatting over de grote lijnen van het ontwerp weergegeven. Ook anderen hebben inmiddels hun visie op het wetsontwerp in de literatuur kenbaar gemaakt. In dit commentaar neem ik één aspect van de in het wetsontwerp gegeven regeling voor pensioenverevening onder de loep: het zelfstandig recht op uitbetaling van de vereveningsgerechtigde (ex-)echtgenoot jegens de pensioenuitvoerder. Uit de Memorie van Toelichting (MvT) blijkt dat het kabinet de rechtstreekse vordering van de vereveningsgerechtigde van cruciaal belang acht.

Opinie | Opiniërend artikel
november 1991
AA19910998

Schrijfaktie Amnesty International

Amnesty International

In november 1991 is een oproep gedaan ten behoeve van een advocaat die destijds al meer dan tien jaar gevangen zat als gewetensgevangene in Syrië.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 1991
AA19911003

Verlies uit aanmerkelijk belang bij verkoop van aandelen in een failiete BV aan een minderjarige zoon

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 17 april 1991, nr. 26.866, ECLI:NL:HR:1991:ZC4556, BNB 1991/180 Uitspraak van de Hoge Raad op het gebied van het belastingrecht, meer in het bijzonder de aanmerkelijk belang regeling. De Hoge Raad oordeelt daaromtrent i.c.: 'Het realiseren van een verlies uit aanmerkelijk belang in een failliete BV door verkoop daarvan voor ƒ 1,- aan een minderjarige zoon is niet in strijd met doel en strekking der wet'.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1991
AA19911015

‘Hadden wij dan iets afgesproken? Ik ken u niet?’

Rechtsbeginselen en de derdenwerking van overeenkomsten

C.E. du Perron

Het belangrijkste beginsel van derdenwerking is het 'geen-derdenwerkingsbeginsel': overeenkomsten zijn alleen van kracht tussen de handelende partijen en kunnen aan derden nadeel noch voordeel brengen. Toch wordt derdenwerking van overeenkomsten in sommige gevallen aanvaard. In deze bijdrage behandel ik kort oorsprong en strekking van het geen-derdenwerkingsbeginsel. Naar aanleiding van een aantal gevallen waarin derdenwerking is aanvaard, ga ik vervolgens in op de vraag met behulp van welke rechtsbeginselen eventueel een rechtvaardiging van derdenwerking kan worden gegeven. Ter inleiding wordt enige aandacht besteed aan de aard van rechtsbeginselen in het algemeen.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910848

Algemene rechtsbeginselen en belastingwetgeving

M.P. van Overbeeke

In dit artikel betoogt de auteur dat er zonder voor het belastingrecht speciaal gecreëerde beginselen chaos ontstaat en de belastingmoraal verzwakt. Na een beschrijving van rechtsbeginselen gaat de auteur in op het algemeen belang en bijzondere belastingbeginselen die de grondslagen voor de verschillende belastingen regelen.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910920

Après vous….. après tout

Iets over voorrangsregels

J.E.J.Th. Deelen

Na een algemene inleiding over de internationaal privaatrechtelijke conflictregels waarbij de neutraliteit en inwisselbaarheid aan de orde komt wordt er ingegaan op de redenen van het bestaan van openbare orde regelingen en voorrangsregels. De auteur bespreekt daarbij ook de bepalingen die hier op van toepassing zijn uit het EVO en betrekt van toepassing zijnde jurisprudentie in zijn artikel.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910868

Beginsel en Tegenbeginsel in het Recht

J.C.M. Leijten

In dit artikel wordt aan de hand van het beginsel van de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid, voorheen goede trouw geheten, ingegaan op de begrippen beginsel en tegenbeginsel. Er wordt ingegaan op de gebondenheid aan wet en overeenkomsten en de mogelijkheden om daar onder omstandigheden van af te wijken.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910723

Beginselen van Overgangsrecht

B.C. de Die

In dit artikel wordt ingegaan op de rechtsbeginselen die spelen bij overgangsrecht en die de auteur omschrijft als 'abstracte regels, al dan niet vastgelegd in een wettekst, die als richtsnoer dienen om uit maken in hoeverre een reeks gevallen van oud dan wel van nieuw recht moet worden opgelost. Het artikel is uitgesplitst in verschillende paragrafen. Na de inleiding komt de terugwerkende kracht aan de orde. Vervolgens wordt er ingegaan op de onmiddellijke werking van de wet. Daarna wordt er ingegaan op het vertrouwensbeginsel en specifieke rechtsbeginselen. Daaropvolgend komt het beginsel van de gunstigste bepaling aan de orde. Daarna komt de conserverende werking aan de orde. Tenslotte wordt het overgangsrecht bij het nieuw BW behandeld.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910818

De invloed van rechtsbeginselen op de fiscale rechtsvinding

Ch.P.A. Geppaart

In dit artikel onderzoekt de auteur aan de hand van rechtsvinding die is gedaan in tal van rechterlijke uitspraken of twee beginselen die beiden om voorrang strijden in het belastingrecht, te weten het feit dat belasting alleen geheven kan worden uit hoofden van een wet én het feit dat er steeds meer rechtsverhoudingen beïnvloed worden door rechtsbeginselen.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910912