Resultaat 3025–3036 van de 12335 resultaten wordt getoond
P.C. Westerman
In dit artikel wordt ingegaan op de grondlagen van het recht. Het recht kan coördinerend werken; het legt dan slechts bepaalde afgesproken zaken vast of regulerend; het recht probeert handelen te beïnvloeden. Ook wordt ingegaan op het instrumentele en natuurrechtelijke karakter van het recht.
Verdieping | Studentartikelmei 2008AA20080337
F.C.M.A. Michiels
Rechtbank Amsterdam 19 april 1999, nrs. AWB 99/1718 en 99/1719 GEMWT Overgangsrecht in bestemmingsplan inzake met de bestemming strijdig gebruik. Parkeren in tuinen rond kantoorpanden. Intensivering van met de bestemming strijdig gebruik? Bewijslast omtrent intensivering rust in casu op verweerder nu reeds negen jaren zijn verstreken sedert het van kracht worden van het vigerende bestemmingsplan. Luchtfoto`s als bewijsmateriaal.
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 1999AA19990823
A.J.M. Nuytinck
Hoge Raad 14 september 2007, nr. R06/153HR, ECLI:NL:HR:2007:BA5198, LJN: BA5198, NJ 2007, 486 Noot bij een beschikking van de Hoge Raad over ontzegging van de omgang van een kind voor onbepaalde tijd voor de vader bij gezamenlijk gezag.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejanuari 2008AA20080050
J.E. Soeharno
De jurist is een bewaker van feiten. Tegenwoordig dreigen beroepsethische plichten tot waarheidsvinding echter nog wel eens opzij te worden gezet voor politieke of morele voorkeuren. In dat licht wordt de maatschappelijke betekenis van de verantwoordelijkheid van de jurist tot waarheidsvinding almaar belangrijker.
Opinie | Amusemaart 2020AA20200230
M.J.M. Krabbe
Internationale rechtbanken hebben nog nooit een beroep op een strafuitsluitingsgrond (noodweer, overmacht) aanvaard. Dit artikel geeft een overzicht van argumenten op grond waarvan internationale rechtbanken beroepen op strafuitsluitingsgronden verwerpen. Daarnaast laat dit artikel zien welke argumentatiestructuren internationale rechtbanken hierbij hanteren. Deze argumentatiestructuren zijn niet met elkaar te verenigen.
Literatuur | Proefschriftbijdragenovember 2014AA20140872
F. Jaspers, M. Wouters
Kortgeleden is er een wetsvoorstel aanhangig gemaakt dat minimumstraffen stelt op bepaalde geweldsmisdrijven. In dit redactionele artikel wordt daar aandacht aan besteed.
Opinie | Redactioneeljanuari 2003AA20030005
Th.A. de Roos
Naar aanleiding van het Pikmeerarrest, waar de strafrechtelijke immuniteit van lagere overheden aanzienlijk werd ingeperkt is aan de Raad van State advies gevraagd omtrent dit onderwerp. De opvallende conclusie, de immuniteit uitdrukkelijk regelen, wordt in dit artikel besproken.
Opinie | Opiniërend artikelfebruari 2000AA20000092
C.A.J.M. Kortmann
Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 24 juli 2002, ECLI:NL:RVS:2002:AE5780, LJN-nummer AE5780, zaaknr. 200201911/1 In deze noot door Prof. C.A.J.M. Kortmann bij de uitspraak van de ABRvS wordt ingegaan op de toepassing van het toetsingsverbod van art. 120 Gw. Volgens Kortmann is er sprake van toetsing over de wet heen nu uitvoeringsbesluiten materieel gezien aan de Grondwet worden getoetst.
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 2003AA20030779
A.W. Jongbloed
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 2017AA20170822
T. Vink
Voor het bijzonder nummer 2009 van Ars Aequi over oorlog en recht schreef Anamarija Kristic het artikel ‘Oorlog en democratie. Over de fundamentele verschuiving van de aard van parlementaire betrokkenheid bij de inzet van de Nederlandse krijgsmacht’. Wij ontvingen hierop een reactie van kapitein mr. Vink, die u in dit nummer kunt lezen, gevolgd door een nawoord van mr. Kristic.
Opinie | Reactie/nawoordapril 2010AA20100257
N.Th. van Schelven
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 17 oktober 1995, C-450/93, ECLI:EU:C:1995:322 (Eckhard Kalanke t. Freie Hansestadt Bremen) In dit arrest van het Hof van Justitie wordt ingegaan op het voorkeursbeleid voor vrouwen bij het aannemen van werknemers. In de noot wordt ingegaan op de communautaire dimensie van dit voorkeursrecht en tegen welke randvoorwaarden dit in Nederland kan worden uitgevoerd.
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 1996AA19960266
H. Loonstein
Het Nederlandse volk zou in meerderheid wensen, dat na de eventuele troonsbestijging door Prins Willem-Alexander zijn echtgenote de titel Koningin zal kunnen voeren. In 2002 liet de toenmalige minister-president Wim Kok weten, dat de titeldiscussie pas aan de orde is als prins Willem-Alexander de troon overneemt. Dat moment komt steeds dichterbij. Hoewel de titel Prins der Nederlanden aan de echtgenoot van de Koningin bij Koninklijk Besluit kan worden verleend kan de titel Koningin aan Prinses Mxima niet zonder wetswijziging worden gegeven. Ook zal men zich er voor moeten hoeden, dat geen bij wet verboden onderscheid naar geslacht gemaakt wordt.
Opinie | Opiniërend artikelseptember 2007AA20070673