Shop

Resultaat 2209–2220 van de 12335 resultaten wordt getoond

De vergeten omroepen? Enkele juridische en andere aspecten van huisomroepen

R. Essers

In beschouwingen over omroep wordt doorgaans de lokale omroep gezien als de meest kleinschalige vorm op dit terrein. Toch zijn er in Nederland meer dan 200 omroepen op legale wijze werkzaam in gebieden van veel kleinere omvang dan die waar lokale omroepen actief zijn. Het betreft hier de zogenaamde huisomroepen, waarvan het werkterrein beperkt blijft tot een of meer instellingen per omroep. De bemoeienissen van de overheid met deze kleinschalige omroepen zijn uiterst beperkt: huisomroepen vallen (nog) niet direct onder de Omroepwet, en de Telegraaf- en Telefoonwet 1904 is slechts van belang als de omroepen gebruik maken van een 'draadomroepinrichting van bijzondere aard of geringe omvang'. Wat betreft het auteursrecht genieten huisomroepen een vrijstelling voor het maken en overbrengen van programma's (verveelvoudiging en openbaarmaking). Met de inwerkingtreding van bepaalde wijzigingen van de Omroepwet zullen er enkele veranderingen komen in de bestaande situatie. Toch zal er van een alle huisomroepen omvattende regeling geen sprake zijn zolang huisomroepen die geen gebruik maken van een 'draadomroepinrichting van bijzondere aard of geringe omvang' er buiten zullen vallen.

januari 1983
AA19830078

De vergissing van Dworkin of het belang van interdisciplinair onderzoek

A. Vlieger

Antonio Damasio is neuroloog. Op basis van onderzoek naar patiënten met een specifieke hersenaandoening concludeert hij in zijn boek De vergissing van Descartes dat rede en emoties onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Zogenaamd puur rationele beslissingen bestaan niet. In dit artikel bespreek ik of hieraan de conclusie verbonden zou kunnen worden dat ook Dworkin zich vergist heeft met zijn stelling dat rechters recht toepassen, niet creëren. Langs deze weg benadruk ik het nut van interdisciplinair onderzoek.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 2006
AA20060195

De verhouding tussen het EHRM en het HvJ EU na toetreding van de EU tot het EVRM. Hiërarchie in een gelaagd systeem, of complementariteit in een pluralistische rechtsorde?

Hiërarchie in een gelaagd systeem, of complementariteit in een pluralistische rechtsorde?

J.H. Gerards, L.R. Glas

Janneke Gerards en Lize Glas stellen in dit artikel voor het Bijzonder Nummer ‘Zoeken naar hiërarchie’ de verhouding tussen het EHRM en het Hof van Justitie van de EU aan de orde. Hoewel de Raad van Europa en de EU afzonderlijk van elkaar functioneren, zijn de rechtsstelsels van beide organen nauw met elkaar verweven. Die verwevenheid zal nog sterker worden als de EU tot de Raad van Europa toetreedt, zoals met het Verdrag van Lissabon wordt beoogd. Het EHRM zou dan hiërarchisch boven het Hof van Justitie komen te staan. Gerards en Glas betogen echter dat de relatie tussen beide hoogste rechters beter als complementair in plaats van als hiërarchisch kan worden gekenschetst. Een dergelijke benadering doet recht aan de specifieke taken en bevoegdheden van beide organen.

Bijzonder nummer | Zoeken naar hiërarchie | Overig
juli 2012
AA20120520

De verhouding tussen sportregel en rechtsregel

C. Boon

In deze eerste bijdrage aan de Rode draad wordt ingegaan op het karakter van sport, de verschillen tussen rechts- en sportregels en wordt civielrechtelijke jurisprudentie besproken die ziet op de aansprakelijkheid bij schade ontstaan in sportsituaties.

Overig | Rode draad | Sport en recht
januari 1996
AA19960023

De verhouding tussen twee Europese ‘remedies’: lidstaataansprakelijkheid en ambtshalve toepassing van de richtlijn oneerlijke bedingen

A.S. Hartkamp

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 28 juli 2016, C-168/15, ECLI:​EU:​C:​2016:​602 (Milena Tomášová/Ministerstvo spravodlivosti SR en Pohotovosť s.r.o.)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2016
AA20160658

De verkeerd uitgesneden legpuzzel

Het recht van ouderen op zorg kritisch bekeken

A.W. Huizer

In dit artikel wordt ingegaan op het zorgstelsel voor ouderen in 1988 en wordt besproken in hoeverre bejaarden recht hebben op zorg. Zo wordt de vraag gesteld of er als het ware een grondrecht bestaat waarin is neergelegd dat ouderen recht hebben op zorg. Dit recht was in 1988 niet gecodificeerd. De auteur pleit hiervoor en gaat vervolgens in op de rol van de overheid hierbij. Vervolgens komt aan de orde hoe de rechtsbetrekking tussen een oudere en een zorginstelling is.

Bijzonder nummer | Ouderenrecht
oktober 1988
AA19880643

De verkeersopvatting

P. Memelink

Literatuur | Proefschriftbijdrage
september 2010
AA20100658

De verklaring voor recht

N.E. Groeneveld-Tijssens

Nadine Groeneveld-Tijssens promoveerde op 29 juni 2015 aan Tilburg University op haar dissertatie De verklaring voor recht. Haar promotor en tweede promotor waren prof.mr. A.C. van Schaick en prof.mr. J.B.M. Vranken. In deze bijdrage vertelt zij waar haar stellingen in de kern op neerkomen.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
december 2015
AA20151025

De verleiding weerstaan

C.G. van Wingerde

Post thumbnail

Hoe zouden we misstanden in het bedrijfsleven kunnen beteugelen? Zou het helpen om de barricades op te gaan of is strenger straffen het devies, zoals de ‘Wet verruiming mogelijkheden bestrijding financieel-economische criminaliteit’ beoogt? Het is een kwestie van daadkracht én moraliteit, zo laat deze amuse zien.

Opinie | Amuse
mei 2015
AA20150354

De vermogensrechtelijke positie van de muziekliefhebber in tijden van iTunes en Spotify

N.F.W. Sturris

Post thumbnail

In dit artikel staat de vraag centraal in hoeverre de vermogensrechtelijke positie van een gebruiker van downloads via iTunes en Spotify Premium vergelijkbaar is met die van de eigenaar van de muziek-cd. In een tijdperk van streamingabonnementen en digitale toegangsverleners moet men niet meer denken in obsoleet rakende termen als ‘exemplaren’. Bepalend is het mede door techniek en contract ingevulde gebruiksrecht.

Bijzonder nummer | De eigendom voorbij
juli 2018
AA20180590

De vermoorde bruid

S.C.J.J. Kortmann, A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 7 december 1990, nr. 14036, ECLI:NL:HR:1990:ZC0071, RvdW 1991, 5. Ook bekend als De vermoorde bruid. In deze uitspraak van de Hoge Raad en met name de procedure daaraan voorafgaand staat centraal in hoeverre het voor de gewezen echtgenoot centraal mogelijk is om aanspraak te maken op de erfenis van door hemzelf vermoorde erflater. In de weergegeven tekst komt met name naar voren dat de moordenaar onwaardig is om te erven. De enige rechtsoverweging van de Hoge Raad die is afgedrukt ziet met name op de redelijkheid en billijkheid die van invloed is op de ontbonden huwelijksgemeenschap. De Hoge Raad oordeelt dat het hof een juiste maatstaf heeft aangelegd en juist heeft geoordeeld door te zeggen dat het in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is de achtergebleven echtgenoot de helft van de ontbonden gemeenschap toe te kennen. In de noot wordt hier dieper op in gegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1991
AA19910679

De veroordeling in de kosten van het burgerlijk geding

1945-1985

W.L. Haardt

Mr. W.L. Haardt promoveerde op 28 november 1945 te Leiden met het onderwerp 'De veroordeling in de kosten van het burgerlijk geding'.

december 1985
AA19850704

Resultaat 2209–2220 van de 12335 resultaten wordt getoond