Bijzonder nummer

Resultaat 145–156 van de 475 resultaten wordt getoond

De strafrechter buitenspel. Buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten in heden en toekomst

J.H. Crijns

Op het eerste gezicht lijkt het strafrecht het rechtsgebied te zijn waarvoor buitengerechtelijke afdoening het minst geschikt is. De beginselen van de rechtsstaat en het strafrecht verdragen zich moeilijk met een strafrechtspleging waarin vervolging en bestraffing onderwerp zijn van een koehandel tussen verdachte en Openbaar Ministerie. Niettemin kent ook het strafrecht een rijke historie en een boeiende toekomst waar het gaat om afdoening van geschillen buiten de rechter om. Doelmatig is dit zeer zeker, maar vanuit het oogpunt van de rechtsstaatgedachte kleven hier de nodige bezwaren aan. In dit licht zullen de huidige mogelijkheden, alsmede het toekomstbeeld van de buitengerechtelijke afdoening in dit artikel nader worden beschouwd.

Bijzonder nummer | Buiten de rechter om
juli 2002
AA20020513

De teloorgang van het Gemeenschappelijk Erfgoed der Mensheid

N.J. Schrijver

Weinig beginselen van internationaal recht kennen een relatief zo snelle opkomst én neergang als dat inzake het gemeenschappelijke erfgoed der mensheid. Het wortelt in het internationale ruimterecht, maar kende zijn doorbraak vooral in het recht van zee. Toen daarop gepoogd werd het ook van toepassing te verklaren op Antartica en op het milieu, leed het schipbreuk. Tot overmaat van ramp lijkt het beginsel nu ook in het recht van de zee aan status te verliezen. Tot volle wasdom is het beginsel tot op heden dan ook nooit gekomen. Hieronder een beschouwing over het wel en wee van een nieuw rechtsbeginsel in onstuimige wateren.

Bijzonder nummer | Water
mei 1999
AA19990405

De toekomst van de Europese Unie

Een aantal constitutionele kanttekeningen

J.W. de Zwaan

Om in een uitgebreide samenstelling —van 15 naar ten minste 27 lidstaten —te kunnen overleven, dienen onder meer de constitutionele structuren van de Europese Unie aanpassingen te ondergaan. De vraag rijst dan natuurlijk hoe dit het beste kan gebeuren. In dit artikel worden ter zake een aantal suggesties gedaan. Deze problematiek is temeer van belang in het licht van de, nieuwe, Intergouvernementele Conferentie van 2004, tot het openen waarvan is besloten tijdens de Europese Raad van december 2000 in Nice. Een publiek debat over dit, fundamentele, onderwerp is meer dan gewenst.

Bijzonder nummer | De toekomst van de Europese integratie
mei 2001
AA20010301

De United Nations Compensation Commission: wonderkind of wangedrocht?

M.T. Kamminga

Hier wordt het experiment van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties om geschillen te beslechten, de United Nations Compensation Commission besproken.

Bijzonder nummer | Buiten de rechter om
juli 2002
AA20020580

De vele wegen naar een Europees sociaal recht

G.J.J. Heerma van Voss

Het Europees sociaal recht is moeizaam van de grond gekomen. Was het sociaal beleid in Europa aanvankelijk nauwelijks herkenbaar, sinds de jaren negentig is het een serieus onderdeel geworden van de Europese integratie. De moeizame totstandkoming van besluiten op dit gebied heeft geleid tot een grote creativiteit in het ontwikkelen van nieuwe instrumenten. Grote delen van het sociaal recht in Europa zijn nog steeds nationaal geregeld. Is het gewenst om te komen tot een meer geharmoniseerd Europees sociaal recht en voor zover het antwoord ja luidt, hoe zou dit kunnen worden gerealiseerd? In dit artikel zal om deze vraag te beantwoorden eerst de historische ontwikkeling van het Europees sociaal recht worden geschetst, om vervolgens de verschillende gehanteerde instrumenten te analyseren.

Bijzonder nummer | De toekomst van de Europese integratie
mei 2001
AA20010377

De verhouding tussen het EHRM en het HvJ EU na toetreding van de EU tot het EVRM. Hiërarchie in een gelaagd systeem, of complementariteit in een pluralistische rechtsorde?

Hiërarchie in een gelaagd systeem, of complementariteit in een pluralistische rechtsorde?

J.H. Gerards, L.R. Glas

Janneke Gerards en Lize Glas stellen in dit artikel voor het Bijzonder Nummer ‘Zoeken naar hiërarchie’ de verhouding tussen het EHRM en het Hof van Justitie van de EU aan de orde. Hoewel de Raad van Europa en de EU afzonderlijk van elkaar functioneren, zijn de rechtsstelsels van beide organen nauw met elkaar verweven. Die verwevenheid zal nog sterker worden als de EU tot de Raad van Europa toetreedt, zoals met het Verdrag van Lissabon wordt beoogd. Het EHRM zou dan hiërarchisch boven het Hof van Justitie komen te staan. Gerards en Glas betogen echter dat de relatie tussen beide hoogste rechters beter als complementair in plaats van als hiërarchisch kan worden gekenschetst. Een dergelijke benadering doet recht aan de specifieke taken en bevoegdheden van beide organen.

Bijzonder nummer | Zoeken naar hiërarchie | Overig
juli 2012
AA20120520

De verkeerd uitgesneden legpuzzel

Het recht van ouderen op zorg kritisch bekeken

A.W. Huizer

In dit artikel wordt ingegaan op het zorgstelsel voor ouderen in 1988 en wordt besproken in hoeverre bejaarden recht hebben op zorg. Zo wordt de vraag gesteld of er als het ware een grondrecht bestaat waarin is neergelegd dat ouderen recht hebben op zorg. Dit recht was in 1988 niet gecodificeerd. De auteur pleit hiervoor en gaat vervolgens in op de rol van de overheid hierbij. Vervolgens komt aan de orde hoe de rechtsbetrekking tussen een oudere en een zorginstelling is.

Bijzonder nummer | Ouderenrecht
oktober 1988
AA19880643

De vermogensrechtelijke positie van de muziekliefhebber in tijden van iTunes en Spotify

N.F.W. Sturris

Post thumbnail

In dit artikel staat de vraag centraal in hoeverre de vermogensrechtelijke positie van een gebruiker van downloads via iTunes en Spotify Premium vergelijkbaar is met die van de eigenaar van de muziek-cd. In een tijdperk van streamingabonnementen en digitale toegangsverleners moet men niet meer denken in obsoleet rakende termen als ‘exemplaren’. Bepalend is het mede door techniek en contract ingevulde gebruiksrecht.

Bijzonder nummer | De eigendom voorbij
juli 2018
AA20180590

De werking van het nemo tenetur-beginsel in het Nederlandse strafrecht

A. Meijer

Het nemo tenetur-beginsel is een van de rechtsbeginselen waarvan onzeker is welke reikwijdte het heeft. Het beginsel houdt in dat niemand gedwongen mag worden aan zijn eigen veroordeling mee te werken. In dit artikel wordt de positivering van dit beginsel afgezet tegen enkele (bestaande en dreigende) inbreuken. De tot nu toe gangbare definiëring/omlijning van het beginsel kan volgens de schrijfster geen stand houden.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910890

De Wet giraal effectenverkeer: ‘if it ain’t broke, why fix it?’

V.P.G. de Serière

Post thumbnail

In deze bijdrage wordt besproken in hoeverre de Wet giraal effectenverkeer (Wge), in 1977 ingevoerd en nadien enkele malen gewijzigd, nog voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De volgende aspecten worden kritisch tegen het licht gehouden: de beheerregeling van de Wge, de regeling inzake opname van effecten in het girale systeem, de reikwijdte van de bescherming tegen het insolventierisico van intermediairs, en tenslotte de vraag of een structurele wijziging van de Wge, waarbij een meer rechtstreekse juridische band tussen beleggers en uitgevende instellingen in het leven wordt geroepen, nadere overweging verdient.

Bijzonder nummer | De eigendom voorbij
juli 2018
AA20180620

De wet van Hammurabi

of de werking van het gelijkheidsbeginsel in het civiele aansprakelijkheidsrecht

E. Florijn

In dit artikel wordt nagegaan of het gelijkheidsbeginsel een algemeen uitgangspunt kan zijn bij het civiele aansprakelijkheidsrecht. Ter illustratie zullen drie rechtsinstituten uit het BW besproken worden, te weten: aansprakelijkheid naar draagkracht, vorderingsrecht van belangenorganisaties en groepsaansprakelijkheid.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910840

De wisselwerking tussen Europees en nationaal bestuursrecht: nog geen probleemloos samengegaan

M. Scheltema

In deze bijdrage wordt ingegaan op de vraag hoe de onderlinge verhouding tussen Europees en nationaal bestuursrecht het best vorm kan krijgen. Daarbij staat het algemeen deel van het bestuursrecht of wat daartoe zou kunnen behoren centraal. Duidelijk zal worden dat keuzes gemaakt moeten worden, omdat er wel degelijk het gevaar bestaat dat de ontwikkeling op het ene gebied de kwaliteit van het recht op het andere gebied verstoort. Aangezien het Europese recht steeds boven het nationale recht gaat, betekent dit in de praktijk dat een ondoordachte vormgeving van het communautaire bestuursrecht ten koste kan gaan van het nationale bestuursrecht.

Bijzonder nummer | Rechtsharmonie - Wetsharmonie
mei 1996
AA19960363

Resultaat 145–156 van de 475 resultaten wordt getoond