Resultaat 37–48 van de 1624 resultaten wordt getoond
Th.G. Drupsteen
Aanvulling bij een noot onder een Koninklijk Besluit met tegengestelde besluiten inzake de ruimtelijke ordening.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 1993AA19930496
T.C. Borman
Artikel over de Aanwijzingen voor de regelgeving. Deze aanwijzingen zijn als het ware een soort leidraad voor de totstandkoming van kwalitatief goede wetten. In het artikel worden de doelstellingen van de aanwijzingen besproken alsmede de inhoud, ontstaansgeschiedenis, reikwijdte en rechtskarakter en redactionele opzet. Ook wordt naleving en de uitbreiding besproken.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingmaart 1993AA19930183
S.C.J.J. Kortmann
Hoge Raad 14 mei 1993, nr. 14978, ECLI:NL:HR:1993:ZC0960, NJ 1993, 658, nt. WMK (ABN Amro NV/Ontvanger) Arrest en noot waarin de noodzaak voor een onderscheid tussen roerende en onroerende zaken weer eens duidelijk wordt. De casus, die nog speelt onder het oude recht, gaat om het verschil van inzicht tussen de bank en de fiscus over het al dan niet roerend zijn van onderdelen van een fabriek die tot zekerheid zijn overgedragen aan de bank. Dit alles moet gezien worden in het licht van het bodembeslag dat de fiscus ingevolge de Invorderingswet 1990 kan leggen. In de noot gaat prof. mr. S.C.J.J. Kortmann in op de regeling van hulpzaken in het nieuwe recht.
Annotaties en wetgeving | Annotatiefebruari 1994AA19940104
M.J.G.C. Raaijmakers
Hoge Raad 2 december 1994, nr. 15488, ECLI:NL:HR:1994:ZC1562, RvdW 1994, 263 (ABN AMRO Bank NV/Vereniging tot Behartiging van de belangen van Houders van Obligaties Coopag Finance BV) In het arrest van de Hoge Raad en de bijbehorende noot komt de aansprakelijkheid aan de orde van een bank die betrokken is bij de uitgifte van aandelen waarvoor een prospectus is uitgegeven. Deze prospectus was echter niet compleet en heeft de aandeelnemers misleid. Het feit dat gedeelte van de informatie al eerder door het concern dat de aandelenemissie doet, openbaar zijn gemaakt doet niets af aan de openbaarmaking van de bank. Ook had de bank meer onderzoek moeten doen naar de gegevens opgenomen in het prospectus. De zaak is gestart door een vereniging die de belangen van de gedupeerde aandeelhouders behartigt.
Annotaties en wetgeving | Annotatiemaart 1995AA19950219
Hoge Raad 14 juli 2006, nr. C05/020HR, ECLI:NL:HR:2006:AV6954, NJ 2006, 570 m.nt. Maeijer; JOR 2006/179 m.nt. A.F.J.A. Leijten (ABN Amro Bank NV/J.B. Dijkema q.q.) Vertegenwoordiging dochter-BV door moeder die daarvan bestuurder is. Uitleg tegenstrijdig die daarvan bestuurder is. Uitleg tegenstrijdig belang-regeling artikel 2:256 BW? Interne besluitvorming en externe vertegenwoordiging. Hoge Raad (nog) niet 'om'.
Annotaties en wetgeving | Annotatiefebruari 2007AA20070148
J.M. ten Voorde
Annotaties en wetgeving | Annotatiefebruari 2017AA20170126
P.J. Slot
Annotaties en wetgeving | Annotatiefebruari 2016AA20160121
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 2018AA20180527
S.E. Bartels
Hoge Raad 22 juni 2007, nr. C06/067HR, ECLI:NL:HR:2007:BA2511, LJN: BA2511, NJ 2007, 520, m.nt. PvS (ING/Verdonk q.q.) In deze noot bij dit arrest wordt ingegaan op de problematiek rondom de inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement. In dit arrest wordt voortgeborduurd op het bekende Mulder q.q./CLBN (Hoge Raad 17 februari 1995, NJ 1996, 471).
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 2007AA20070972
Ch.E.F.M. Gielen
Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 25 januari 2007, zaak nr. C-48-05, ECLI:EU:C:2007:55 (Adam Opel/Autec) Uitleg van artikel 5 lid 1 onder a Merkenrichtlijn. Tegen gebruik van een merk kan alleen worden opgetreden, wanneer door dergelijk gebruik afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de functies van het merk. Onder gebruik van het merk voor waren in die bepaling moet worden verstaan het gebruik van het merk voor de waren door de derde tegen wie wordt opgetreden. Uitleg van artikel 5 lid 2 en art 6 lid 1 Merkenrichtlijn. Vergelijk: BMW/Deenik-arrest.
Annotaties en wetgeving | Annotatiemei 2007AA20070460
M.S. Groenhuijsen
Hoge Raad 6 maart 1990, nr. 87565, ECLI:NL:HR:1990:ZC8499, NJ 1990, 467 m.n. Sch. Ook bekend als Ademanalyse-arrest I. Dit arrest is van groot belang voor de praktijk van het verkeersrecht. De wettelijke regeling van de ademanalyse is voorshands gesauveerd, zodat de opsporing en vervolging van rijden onder invloed weer overal ter hand kan worden genomen. De betekenis van de onderhavige beslissing reikt evenwel mogelijk nog verder: de door de Hoge Raad gebezigde overwegingen leiden rechtstreeks tot de vraag naar het bestaansrecht van het vigerende gematigd-accusatoire strafgeding. Daarom vormt dit arrest wellicht een mijlpaal in de ontwikkeling van het strafprocesrecht.
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 1990AA19900961
J.W. Zwemmer
Hoge Raad 19 juni 1985, nr. 22.076, ECLI:NL:HR:1985:AC8934, BNB 1986/29 (Belastingboete) Het opleggen van een administratieve boete moet worden aangemerkt als het instellen van een strafvervolging in de zin van artikel 6, lid 1, van het Verdrag van Rome.
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 1986AA19860623