Resultaat 37–48 van de 1670 resultaten wordt getoond
P.J.J. van Buuren
Hoge Raad 17 november 1989, nr. 13 676, ECLI:NL:HR:1989:ZB1084, AB 1990, 81 m.nt. G.P. Kleijn; Gemeentestem 1990, 6894, nr. 5 (Velsen/De Waard) In dit arrest van de Hoge Raad gaat de cassatierechter in op de vraag of de kosten die een burger heeft gemaakt in geval er sprake is van een vernietigde AROB-beschikking voor vergoeding in aanmerking komen. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag bevestigend, met de restrictie dat het inroepen van de juridische bijstand en de kosten daarvan in de vorm van schadevergoeding voor vergoeding in aanmerking komen mits deze redelijk zijn.
Annotaties en wetgeving | Annotatiemei 1990AA19900310
Th.G. Drupsteen
Aanvulling bij een noot onder een Koninklijk Besluit met tegengestelde besluiten inzake de ruimtelijke ordening.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 1993AA19930496
M.J.G.C. Raaijmakers
Hoge Raad 2 december 1994, nr. 15488, ECLI:NL:HR:1994:ZC1562, RvdW 1994, 263 (ABN AMRO Bank NV/Vereniging tot Behartiging van de belangen van Houders van Obligaties Coopag Finance BV) In het arrest van de Hoge Raad en de bijbehorende noot komt de aansprakelijkheid aan de orde van een bank die betrokken is bij de uitgifte van aandelen waarvoor een prospectus is uitgegeven. Deze prospectus was echter niet compleet en heeft de aandeelnemers misleid. Het feit dat gedeelte van de informatie al eerder door het concern dat de aandelenemissie doet, openbaar zijn gemaakt doet niets af aan de openbaarmaking van de bank. Ook had de bank meer onderzoek moeten doen naar de gegevens opgenomen in het prospectus. De zaak is gestart door een vereniging die de belangen van de gedupeerde aandeelhouders behartigt.
Annotaties en wetgeving | Annotatiemaart 1995AA19950219
P.J. Slot
Annotaties en wetgeving | Annotatiefebruari 2016AA20160121
T. Hartlief
Hoge Raad 27 april 2001, nr. C99/275HR, ECLI:NL:HR:2001:AB1338, RvdW 2001, 96 (Oerlemans/Driessen) In dit arrest en de daarbij behorende noot is aan de orde in hoeverre een tussenpersoon zonder dat deze schuld heeft, dus op grond van de verkeersopvattingen aangesproken kan worden op niet-nakoming.
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 2001AA20010982
T.C. Borman
Artikel over de Aanwijzingen voor de regelgeving. Deze aanwijzingen zijn als het ware een soort leidraad voor de totstandkoming van kwalitatief goede wetten. In het artikel worden de doelstellingen van de aanwijzingen besproken alsmede de inhoud, ontstaansgeschiedenis, reikwijdte en rechtskarakter en redactionele opzet. Ook wordt naleving en de uitbreiding besproken.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingmaart 1993AA19930183
Hoge Raad 14 juli 2006, nr. C05/020HR, ECLI:NL:HR:2006:AV6954, NJ 2006, 570 m.nt. Maeijer; JOR 2006/179 m.nt. A.F.J.A. Leijten (ABN Amro Bank NV/J.B. Dijkema q.q.) Vertegenwoordiging dochter-BV door moeder die daarvan bestuurder is. Uitleg tegenstrijdig die daarvan bestuurder is. Uitleg tegenstrijdig belang-regeling artikel 2:256 BW? Interne besluitvorming en externe vertegenwoordiging. Hoge Raad (nog) niet 'om'.
Annotaties en wetgeving | Annotatiefebruari 2007AA20070148
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 2018AA20180527
D. Busch
Rechtbank Amsterdam 23 december 2009, nr. 422600 - HA ZA 09-867, ECLI:NL:RBAMS:2009:BK7407, LJN: BK7407 (Stichting Pensioenfonds OPG/State Street Global Advisors Ltd.)
Annotaties en wetgeving | Annotatiemei 2011AA20110372
S.C.J.J. Kortmann
Hoge Raad 14 mei 1993, nr. 14978, ECLI:NL:HR:1993:ZC0960, NJ 1993, 658, nt. WMK (ABN Amro NV/Ontvanger) Arrest en noot waarin de noodzaak voor een onderscheid tussen roerende en onroerende zaken weer eens duidelijk wordt. De casus, die nog speelt onder het oude recht, gaat om het verschil van inzicht tussen de bank en de fiscus over het al dan niet roerend zijn van onderdelen van een fabriek die tot zekerheid zijn overgedragen aan de bank. Dit alles moet gezien worden in het licht van het bodembeslag dat de fiscus ingevolge de Invorderingswet 1990 kan leggen. In de noot gaat prof. mr. S.C.J.J. Kortmann in op de regeling van hulpzaken in het nieuwe recht.
Annotaties en wetgeving | Annotatiefebruari 1994AA19940104
J.M. ten Voorde
Annotaties en wetgeving | Annotatiefebruari 2017AA20170126
S.E. Bartels
Hoge Raad 22 juni 2007, nr. C06/067HR, ECLI:NL:HR:2007:BA2511, LJN: BA2511, NJ 2007, 520, m.nt. PvS (ING/Verdonk q.q.) In deze noot bij dit arrest wordt ingegaan op de problematiek rondom de inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement. In dit arrest wordt voortgeborduurd op het bekende Mulder q.q./CLBN (Hoge Raad 17 februari 1995, NJ 1996, 471).
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 2007AA20070972