Resultaat 349–360 van de 392 resultaten wordt getoond

Tijd slijt?

De wenselijkheid van afschaffing van de vervolgingsverjaring van jegens minderjarigen gepleegde zedenmisdrijven

L.G. de Graaf

Post thumbnail In dit artikel wordt de wenselijkheid van afschaffing van de vervolgingsverjaring van jegens minderjarigen gepleegde zedenmisdrijven onderzocht. Ingegaan wordt met name op de (on)mogelijkheid van het vergaren en waarderen van bewijs waar het gaat om (tientallen) jaren geleden gepleegde zedenmisdrijven. Aan bod komt onder meer de aan zedendelicten inherente bewijsproblematiek, de rechtspsychologische theorie van hervonden herinneringen en een rechtspraakonderzoek. Bovendien worden enkele principiële argumenten besproken.

Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikel
juni 2013
AA20130431

Toezeggingen aan getuigen in strafzaken of toch deals met criminelen

Nieuwe wetgeving

I.M. Abels

Een uiteenzetting van de nieuwe wet waarin het mogelijk gemaakt wordt dat het OM toezeggingen doet aan getuigen die belangrijke informatie kunnen verschaffen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
oktober 2005
AA20050861

Tragisch verkeersongeluk: aanmerkelijke onvoorzichtigheid of verontschuldigbare foutieve interpretatie van een gebaar?

Th.A. de Roos

Hoge Raad 17 januari 2006, nr. 00155/05, ECLI:NL:HR:2006:AU3447 (Overstekend kind) Verdachte overrijdt in een personenbus een 5-jarig kind dat met zijn moeder een kruispunt fietsend oversteekt maar vlak voor de bus komt te vallen. Heeft het hof terecht zeer onvoorzichtig en onoplettend handelen bewezen verklaard? Hier komt het aan op het geheel van gedragingen van de verdachte, de aard en ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. 's Hofs oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is evenmin onbegrijpelijk. A-G Knigge: anders. Het eerste middel, dat klaagt over een onbegrijpelijke strafmotivering, slaagt wel.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2006
AA20060426

Twee concepten van psychische stoornis, twee maatstaven voor het bewijs ervan en twee ongelukkige wetswijzigingen

J. Bijlsma

Voor de vaststelling van ontoerekenbaarheid geldt een ander concept van psychische stoornis dan vereist is voor de oplegging van tbs. Voor het bewijs van beide stoornisconcepten zouden bovendien verschillende bewijsmaatstaven moeten gelden. Twee recente wetswijzigingen verwarren beide stoornisconcepten en bewijsmaatstaven.

Rode draad | Recht & Geest
september 2021
AA20210859

Uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers, nabestaanden en andere spreekgerechtigden in het strafproces

I.M. Abels

De Wet van 14 april 2016 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces en wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven ter uitbreiding van de mogelijkheid van uitkering aan nabestaanden is op 1 juli 2016 in werking getreden. De uitbreiding van het spreekrecht voor slachtoffers staat in deze bijdrage centraal.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 2016
AA20160665

Uitlokking door burgers en de (on)bruikbaarheid van het daardoor verkregen bewijsmateriaal

Valse zeden

Voor de schuur, in de schuur, na de schuur

C.J.W. Veraart

Post thumbnail Actueler dan ooit! Een klassieker op het gebied van valse aangiften en waarheidsvinding. Een eyeopener voor eenieder die met zedenzaken te maken heeft of zich erin wil verdiepen.

9789069166575 - 10-04-2012

Van een goede buur tot een verre vriend: wie mag er over het slachtoffer spreken?

A.K. Bosma

Post thumbnail

Slachtoffers van ernstige misdrijven kunnen spreekrecht uitoefenen ter terechtzitting. Wanneer het slachtoffer door het misdrijf is overleden, mogen nabestaanden het woord voeren. Met de term ‘nabestaande’ wordt een familielid bedoeld. De Wet uitbreiding slachtofferrechten verruimt deze term door inclusie van stieffamilie. Is de keuze voor verwantschap als maatstaf voor spreekgerechtigdheid de juiste?


Advertorial

PAO cursus Actuele ontwikkelingen in het straf(proces)recht

Op 21 december kunt u bij de VU Law Academy nog op de valreep voor het kerstreces uw opleidingspunten halen. Van 13.30-17.30 geven mr. dr. Klaas Rozemond en mr. Abhijit Das u de gelegenheid om in één cursusdagdeel kennis te nemen van de actuele stand van zaken op het terrein van het materiële strafrecht en het strafprocesrecht. De belangrijkste arresten van het afgelopen jaar worden op een rij gezet, samengevat en van deskundig commentaar voorzien. Ook wordt, voor zover relevant en actueel, ingegaan op de belangrijkste wijzigingen op het terrein van de strafrechtelijke wetgeving. Meer informatie en het inschrijfformulier vindt u via deze link van de PAO cursus Actuele ontwikkelingen in het straf(proces)recht Strafrechtelijke activiteiten in 2022 Leergang Strafrechtelijk bewijsrecht aan de VU: aanvallen door effectief te verdedigen Als uw cliënt strafrechtelijk vervolgd wordt, wilt u hem optimaal ondersteunen. Deze ondersteuning begint bij een effectief verweer in de rechtszaal. Hiervoor is het van groot belang dat u de relevante regels uit de wet en de jurisprudentie kent. Met de leergang Strafrechtelijk bewijsrecht vanuit verdedigingsperspectief verzamelt en verscherpt u die kennis. Deze interactieve en praktijkgerichte leergang start op 12 april 2022 en wordt verzorgd docenten uit de wetenschap en gerenommeerde advocatenkantoren en rechtelijke macht. De leergang is afgelopen jaar beoordeeld met weer ruim een 8! Volgens de deelnemers zijn de ervaringen van een (plv) rechter, advocaat en deskundigen zeer interessant en goed bruikbaar voor in de praktijk. Het succesvol afronden van deze leergang biedt u toegang tot de leergang Specialisatie Strafrecht. Met het diploma van de leergang Specialisatie Strafrecht voldoet u aan één van de voorwaarden voor lidmaatschap van de NVSA (Nederlandse Vereniging van Strafrecht Advocaten). Meer informatie vindt u op de site van de leergang Strafrechtelijk bewijsrecht

Opinie | Opiniërend artikel
december 2021
AA20211074

Van plakkaat tot praktijk

E.J.M.F.C Broers

Post thumbnail In welke mate hebben de verordeningen van de wetgever het strafrecht daadwerkelijk gereguleerd. Werden de wettelijke strafbepalingen ook toegepast door de strafrechter? En welke rechtsregels werden door hem gehanteerd in gevallen waarvoor de wetgever geen bepalingen had opgesteld, dan wel bepalingen die in de ogen van de rechter niet voldeden?

9789069165745 - 01-03-2006

Van plakkaat tot praktijk (Digitaal boek)

E.J.M.F.C Broers

Post thumbnail In welke mate hebben de verordeningen van de wetgever het strafrecht daadwerkelijk gereguleerd. Werden de wettelijke strafbepalingen ook toegepast door de strafrechter? En welke rechtsregels werden door hem gehanteerd in gevallen waarvoor de wetgever geen bepalingen had opgesteld, dan wel bepalingen die in de ogen van de rechter niet voldeden?

9789069165745 - 01-03-2006

Van WOTS naar WETS: de overdracht van de tenuitvoerlegging van strafvonnissen

J.T.J Struyker Boudier

Op 1 november jl. is de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (WETS) in werking getreden.  De WETS vervangt in de relatie met de lidstaten van de Europese Unie de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS). In dit artikel gaat Jacob Struyker Boudier in op een aantal belangrijke aspecten van de WETS.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
december 2012
AA20120938

Vastzetten om het vastzitten

Evaluatie van het concept-wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de uitbreiding van de gronden voor voorlopige hechtenis

M. Haveman, L. van Lent

Post thumbnail Het wetsvoorstel dat in dit artikel wordt besproken, beoogt een nieuwe grond voor voorlopige hechtenis te introduceren in het Wetboek van Strafvordering. De voorgenomen toepassing van het snelrecht moet bij verdenking van specifieke misdrijven gepleegd tijdens evenementen en in het uitgaansleven grond worden voor de toepassing van voorlopige hechtenis. Het wetsvoorstel is juridisch niet houdbaar, aangezien het in strijd is met het Nederlandse wettelijke stelsel van voorlopige hechtenis en met artikel 5 EVRM. Zo wordt de rechter de bevoegdheid onthouden om een belangenafweging te maken voorafgaand aan zijn beslissing tot inbewaringstelling. Nu het enige doel van de voorgestelde grond voor voorlopige hechtenis lijkt te zijn om te zorgen dat een verdachte vastzit tot aan de snelrechtzitting, is het voorstel in strijd met de onschuldpresumptie.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2012
AA20120094

Resultaat 349–360 van de 392 resultaten wordt getoond