Staats- en bestuursrecht

Resultaat 325–336 van de 1939 resultaten wordt getoond

De openbaarmaking van wetenschappelijke onderzoeksgegevens

A.H.A. Mohammad, Y.E. Schuurmans

Afdeling bestuursrecht Raad van State (ABRvS) 31 januari 2018, ECLI:​NL:​RVS:​2018:​321, nr. 201700494/1/A3 (Raad van bestuur NWO/Bureau Jansen en Janssen)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2018
AA20180393

De opkomst van de transparante burger

Over de identificatieplicht in N ederland en om ringende landen

G. Cebe, B.M.J. van Klink, N. Zeegers

In dit artikel wordt ingegaan op de vraag of een verband bestaat tussen de aanslagen op de Twin Towers en de steeds verdergaande indentificatieplicht in verschillende Nederland, Duitsland, Engeland en Belgi.

Opinie | Opiniërend artikel
juli 2007
AA20070600

De overheid bestaat niet… (of) toch?

J.A.F. Peters

Post thumbnail ‘Overheid’ is een goed ingeburgerd begrip dat zich makkelijk laat gebruiken. Juridisch ligt dat veel complexer en biedt het begrip vanwege zijn ongewisheid weinig aanknopingspunten om als subjectbegrip te fungeren. Hoewel het op de achtergrond toch een rol blijkt te spelen, kan het verschil tussen het maatschappelijk gebruik en de juridische betekenis eenvoudig tot kortsluiting leiden.

Opinie | Amuse
april 2019
AA20190262

De overheid en haar burgers

J.A. Peters

Post thumbnail In deze amuse gaat de auteur in op het vertrouwen van de burger in de politiek en het vertrouwen van de politiek in de burger. De schrijver constateert dat de politici zich steeds verder afkeren van de kiezers wat volgens de auteur een wantrouwen in de democratie weergeeft.

Opinie | Amuse
maart 2008
AA20080184

De overtreder in het bestuursrecht

F.C.M.A. Michiels

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 30 oktober 1998, ECLI:NL:RVS:1998:ZF3601, nr. H01.98.0301, JB 1998, 262 (Eekhof-de Vries) In dit arrest wordt het begrip overtreder in het kader van bestuurlijke sancties uitgelegd. Hieruit blijkt dat alleen de illegale bouwer de overtreder is en niet degene die het illegale bouwwerk in stand houdt. Tegen de nieuwe eigenaar van een illegaal gebouwde berging is geen last onder dwangsom mogelijk.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1999
AA19990169

De overtreffende trap van ‘gelijkheid’

M.M. Dolman

Het gelijkheidsbeginsel is niet meer wat het geweest is. Ooit was het een klassiek grondrecht als alle andere; alle burgers werden geacht gelijk te zijn voor de wet, die hen moest vrijwaren van willekeur van overheidswege. Gelijkheid was formeel; zij was een attribuut van de vrije burger. Welk gebruik hij ervan maakte en maken kon deed niet terzake. Die tijd komt nooit meer terug, en gelukkig maar. Men kan gelijkheid niet proclameren en dan menen dat zij verwezenlijkt is. Mensen zijn niet gelijk, ook niet voor het recht. Integendeel, het recht onderscheidt, dus behandelt mensen per definitie als ongelijken. Dat doet het ook waar het maatschappelijke ongelijkheden beoogt op te heffen. Immers, niet langer wordt genoegen genomen met fraaie spreuken: gelijkheid is een maatschappelijk doel, dat actief verwezenlijkt dient te worden. Welke middelen heiligt dit doel?

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910897

De parlementaire democratie als partijendemocratie

R.B.J. Tinnevelt

Post thumbnail Politieke partijen spelen nog steeds een cruciale rol binnen onze democratische rechtsstaat. Ze creëren een belangrijke brug tussen politiek en samenleving: tussen burgers enerzijds en openbaar bestuur en volksvertegenwoordigende organen anderzijds. Hoe belangrijk is het echter dat politieke partijen ook intern democratisch georganiseerd zijn? Dient de wetgever hier dwingende eisen voor op te stellen?

Blauwe pagina's | Recht en politiek
januari 2020
AA20200004

De Pina-Helmond; het einde van de twee-wegenleer

Th.G. Drupsteen

Hoge Raad 9 juli 1990, nr. 13952, ECLI:NL:HR:1990:AN1176, RvdW 1990, 143 (De Pina/Helmond) Arrest van de Hoge Raad over gebruikmaking door overheden van privaatrechtelijke bevoegdheden ter behartiging van publiekrechtelijke belangen. Voor de vraag of een gemeente naast haar bevoegdheid ontleend aan de Woonwagenwet gebruik mag maken van haar eigendomsrecht om de verwijdering van een woonwagen te bewerkstelligen is beslissend of dit gebruik de regeling van de Woonwagenwet op onaanvaardbare wijze doorkruist. Daarbij moet onder meer worden gelet op de inhoud en strekking van de wet. Voorts is van belang of de gemeente door gebruikmaking van de woonwagenwet een vergelijkbaar resultaat kan bereiken als door gebruikmaking van haar eigendomsrecht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1990
AA19900840

De politie in haar hemd?

L. Bosch, J. Paulussen

In dit redactionele artikel wordt het fenomeen van de toegenomen particuliere beveiliging besproken. De redactie geeft kort commentaar hoe beveiliging door burgers zich verhoudt met de klassieke overheidstaak.

Opinie | Redactioneel
maart 2001
AA20010141

De Politiewet 1993: de slechtste wet van Nederland

H.Ph.J.A.M. Hennekens

Prof.mr. H.Ph.J.A.M. Hennekens betoogt dat de Politiewet 1993 de slechtste wet is die hij kent. Aan de orde komen: openbare orde, strafrechtelijke handhaving, gezagsdragers, beheerder van de politie, zeggenschap van het Rijk en het driehoeksoverleg.

Opinie | Opiniërend artikel
juni 1998
AA19980579

De Poolse rechtsstaat bedreigd

P.J. Slot

HvJ EU (grote kamer) 2 maart 2021, C-824/18, ECLI:EU:C:2021:153 (A.B. e.a. tegen Krajowa Rada Sądownictwa) Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (hoogste bestuursrechter van Polen), bij beslissing van 21 november 2018, ingekomen bij het Hof op 28 december 2018. Dit verzoek is aangevuld bij beslissing van 26 juni 2019, ingekomen bij het Hof op 5 juli 2019, in de procedure A.B., C.D., E.F., G.H. en I.J. tegen Krajowa Rada Sądownictwa.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2021
AA20210613

De positie van de derde in het bestuursprocesrecht in het bijzonder bij het rechtstreeks beroep tegen algemeen verbinden voorschriften

H.G. Lubberdink

Het komende rechtstreeks beroep tegen algemeen verbindende voorschriften bij de bestuursrechter roept de vraag op, in hoeverre 'derden' bij de bestuursrechterlijke procedure moeten worden betrokken wanneer een besluit, houdende een algemeen verbindend voorschrift, voorwerp van geschil is. Moet dat leiden tot een megaprocedure of valt het allemaal nog wel mee?

Bijzonder nummer | De derde in het recht
mei 1997
AA19970349

Resultaat 325–336 van de 1939 resultaten wordt getoond