Resultaat 289–300 van de 3021 resultaten wordt getoond
E. Dirix
Cour de Cassation 21 november 1995, nr. 93-20.387 (Texier c/SA Soferbail) In deze noot bij een uitspraak van het Cour de Cassation wordt ingegaan op de Franse wijze waarop de verbintenis van een borg wordt geanalyseerd door de rechter. Zie de volledige uitspraak: Texier c/SA Soferbail
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuli 1997AA19970521
A.J.M. Nuytinck
Hoge Raad 13 juli 2018, nr. 17/03820, ECLI:NL:HR:2018:1220 (Rabobank/X) Verbintenissenrecht, huwelijksvermogensrecht. Vernietigbaarheid borgtochtovereenkomst wegens ontbreken toestemming echtgenote (art. 1:88 lid 1 onder c i.v.m. art. 1:89 lid 1 BW)? Reikwijdte uitzondering van artikel 1:88 lid 5 BW. Rechtshandeling ten behoeve van normale bedrijfsuitoefening?
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 2018AA20180816
R.D. Vriesendorp
Hoge Raad 26 november 1993, nr. 15108, ECLI:NL:HR:1993:ZC1155, RvdW 1993, 237 (Bosman/Condorcamp) Dit arrest van de Hoge Raad en de bijbehorende noot gaat over de verpanding van onder cognossement verscheepte zaken. In het arrest komt volgens de annotator duidelijk naar voren hoe verschillend de benadering van Hof en Hoge Raad zijn bij de toepassing van algemeen vermogensrechtelijke leerstukken op bijzondere rechtsfiguren. In de noot wordt dieper ingegaan op de vereisten voor rechtsgeldige verpanding.
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 1994AA19940242
C. Borucki
Het Amerikaanse chemieconcern 3M werd in België veroordeeld wegens bovenmatige burenhinder door het veroorzaken van verontreiniging met forever chemicals. Deze bijdrage bespreekt het Belgische recht over bovenmatige burenhinder. Ook voor Nederlandse juristen kan deze uitspraak relevant zijn. De PFASverontreiniging heeft zich ook naar Nederland verspreid. Het Belgische recht kan daarbij mogelijk rechtstreeks relevant zijn op basis van het internationale privaatrecht. Indirect kan het een inspiratiebron zijn voor Nederlandse vorderingen.
Verdieping | Verdiepend artikeljanuari 2024AA20240025
V. Mak
Opinie | Columnseptember 2015AA20150673
J.L.P. Cahen
Hoge Raad 5 oktober 1990, nr. 13958, ECLI:NL:HR:1990:AB9190, RvdW 1990, 167 (Breda/Antonius) In dit arrest van de Hoge Raad en de daarbij horende noot wordt ingegaan op zaaksvorming en de eigenaar die daaruit volgt. In de onderhavige zaak was sprake van productie van een zaak op industriële wijze. De Hoge Raad oordeelt dat voor de vraag wie er eigenaar wordt van een op zodanige wijze geproduceerde zaak of zaken het volgende gezichtspunt van belang is: de verkeersopvattingen die uit de rechtsverhouding voortvloeien. Bij een industrieel gefabriceerde zaak speelt voor de invulling daarvan de vraag wie beslissende invloed had op de wijze van productie en de definitieve vorm van de zaak en wie ter zake van de productie het risico droeg ten aanzien van verliezen wegens tegenvallende bruikbaarheid, verhandelbaarheid of winstgevendheid van het product. In de noot wordt dieper op deze factoren ingegaan.
Annotaties en wetgeving | Annotatiemaart 1991AA19910260
J.B. Spath
Over het samenspel van intellectuele-eigendomswetgeving en het BW, in het bijzonder bij de goederenrechtelijke duiding van ‘opeising’ van octrooien.
9789069166834 - 02-10-2015
UCERF 12 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht
S. Verburgt
De gevolgen van de Brexit voor familierechtelijke vraagstukken.
J.M. van Dunné
Hoge Raad 20 februari 1998, nr. 16353, 96/171, ECLI:NL:HR:1998:ZC2587, NJ 1998, 493 (Briljant Schreuders BV/ABP) De vraag in dit arrest is hoe artikel 6:258 BW dient te worden toegepast. Zoals gewoonlijk is de Hoge Raad terughoudend met het toepassen van dit artikel, maar het is de vraag of dat hier ook nodig was, de kantonrechter en de Raad van Toezicht NVM stonden een ruimere toepassing voor.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejanuari 1999AA19990047
UCERF 9 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht
T. Kruger
In deze bijdrage wordt de herziening van de voor het internationale familierecht belangrijke Brussel IIbis Verordening door Thalia Kruger ter hand genomen.
J.H. Nieuwenhuis
Hoge Raad 16 november 1984, nr. 6588, ECLI:NL:HR:1984:AG4903, RvdW 1984, 192 (De Lima Maduro/Maduro). Ook bekend als Buena Vista. Nietigheid van een beding om in de notariële akte de koopprijs slechts gedeeltelijk te vermelden. Is de gehele overeenkomst nietig?
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 1985AA19850214
M. Kremer
Hoewel gebruik, be- en verwerking van asbest de laatste jaren sterk aan banden zijn gelegd, zullen de gevolgen van veelvuldige aanwending in het nabije verleden tot in de volgende eeuw doorwerken. Met name in de consumentensfeer zijn de juridische contouren nog niet helder uitgekristalliseerd. In dit artikel wordt ingegaan op de verhaal baarheid van door consumenten geleden letsel- of vermogensschade (ver-wijderingskosten) op producenten van asbesthoudende produkten. Omdat de kans op succes gering lijkt, rijst de vraag of de overheid niet op andere wijze moet ingrijpen.
Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikeljuli 1994AA19940495