Burgerlijk recht

Resultaat 109–120 van de 3046 resultaten wordt getoond

Ambtshalve toepassing van Europees consumentenrecht: de richtlijn consumentenkoop (vervolg)

A.S. Hartkamp

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 4 juni 2014, zaak C-497/13, ECLI:EU:C:2014:357 (Froukje Faber/Autobedrijf Hazet Ochten BV)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2015
AA20150816

Ambtshalve toetsing bij oneerlijke bedingen

W.H. van Boom

Hoge Raad 13 september 2013, nr. 12/00395, ECLI:NL:HR:2013:691, TvC 2013/6, p. 262 (Heesakkers/Voets)  

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2014
AA20140358

Amerikaanse produktenaansprakelijkheid voor geneesmiddelen

C.A.M. van de Paverd

Op 1 november 1990 is in Nederland de wet Productaansprakelijkheid in werking getreden. Deze wet heeft als doel de bescherming van de burger tegen schade die opgetreden is ten gevolge van een gebrek in een product. Op grond van deze wet kan een producent van een gebrekkig product risico-aansprakelijk gesteld worden. Schuld (indien de producent het gebrek had kunnen kennen of voorkomen) doet niet ter zake. De ontwikkeling van schuld- naar risico-aansprakelijkheid ten aanzien van gebrekkige producten heeft in de Verenigde Staten al veel eerder plaatsgevonden. Reeds in 1944 werd gepleit voor risico-aansprakelijkheid voor een ontploft cola-flesje. In dit artikel zal een schets gegeven worden van het Amerikaanse productenaansprakelijkheidsrecht ten aanzien van geneesmiddelen waarbij zowel schuld- als risico-aansprakelijkheid aan de orde zullen komen. Deze producten nemen in het Amerikaanse recht een bijzondere plaats in, mede omdat in sommige gevallen de betekenis van risico-aansprakelijkheid in dit kader afwijkt van die in het geval van andere gebrekkige producten.

Verdieping | Studentartikel
september 1991
AA19910617

Amro-Tilburgsche Hypotheekbank

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 7 oktober 1988, nr. 13 173, ECLI:NL:HR:1988:1, RvdW 1988, 157 (Amro/Tilburgsche Hypotheekbank) Uitspraak van de Hoge Raad en bijbehorende noot waarbij de verrekening tijdens surseance en faillissement aan de orde komt bij te kwader trouwheid van partijen. De Hoge Raad oordeelt dat er wat betreft girale betalingen geen uitzonderingen gelden voor verrekeningsvraagstukken en deze op een lijn dienen te worden gesteld met chartale betalingen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1989
AA19890217

Amsterdam-Ikon arrest

P.W.C. Akkermans

Hoge Raad 27 maart 1987, nr. 12807, ECLI:NL:HR:1987:AG5565, AB 1987, nr. 273, m.nt. FHvdB (mrs. Ras, Bloembergen, Haak, Roelvink, Boekman; A-G Franx) (Amsterdam/Ikon) In deze uitspraak van de Hoge Raad staat de toepassing van het gelijkheidsbeginsel in een bestuursrechtelijke verhouding. In de noot komt aan de orde in hoeverre het gelijkheidsbeginsel heeft te gelden als een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1988
AA19880111

Amsterdams verrekenbeding in verband met hypothecaire lening, kapitaalverzekering en waardestijging woning

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 10 juli 2009, nr. 07/12242, ECLI:NL:HR:2009:BI4387, LJN: BI4387 Noot bij een uitspraak van de Hoge Raad over het zogenaamde 'Amsterdams' verrekenbeding waarbij er door echtelieden die buiten iedere gemeenschap van goederen getrouwd zijn over en weer om de zoveel tijd wordt verrekend. In deze noot wordt dieper in gegaan op deze bijzondere vorm van verrekening tussen echtelieden. Aan de orde komen de beleggingsleer, de betaling van premies voor een kapitaalverzekering en de peildatum.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2009
AA20090654

Anders dan bij leningen geen fiscale herkwalificatie van kapitaal

J.N. Bouwman

Post thumbnail De verschillende behandeling van eigen en vreemd vermogen in de vennootschapsbelasting leidt regelmatig tot discussies over het fiscale karakter van een vermogensverstrekking. In de arresten van 7 februari 2014 was aan de orde of de Hoge Raad op dit punt zou besluiten tot een nieuwe rechtsontwikkeling, namelijk het aanmerken van aandelenkapitaal als vreemd vermogen.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2014
AA20140815

Anja Kellenaers

J. Hijma

Hoge Raad 24 december 1993, nr. 15132, ECLI:NL:HR:1993:ZC1196, RvdW 1994, 11 (Sikes/Kellenaers) Arrest van de Hoge Raad en daarbij behorende noot over verkeersaansprakelijkheid bij een ongeval waarbij een motorvoertuig en een kind ouder dan 18 jaar is betrokken. Uit het oordeel van de Hoge Raad komt naar voren dat voor de afwering van vestiging van aansprakelijkheid een overmachtsverweer opgaat als aan de automobilist geen enkel verwijt kan worden gemaakt. Voor de omvang van de schadevergoeding gaat de Hoge Raad in op het eigen schuld verweer van de automobilist. De Hoge Raad overweegt in dat in eerdere rechtspraak van de Hoge Raad is bepaald dat de 100%-regel geldt voor kinderen die nog geen 14 jaar zijn en dat deze regel een harde is. I.c. moet de rechter dus de regel van 14-18 jarigen toepassen welke zegt dat op grond van art. 6:101 BW en art. 31 WVW (oud)/ art. 185 WVW 1994 in ieder geval 50% van de schade van de niet-automobilist moet worden vergoed. In het kader van de billijkheidscorrectie uit art. 6:101 BW kan het zo zijn dat de benadeelde voor nog meer schadevergoeding in aanmerking komt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1994
AA19940445

Antwoord op rechtsvraag 17

E.M.M. Meijers

Antwoord op de volgende rechtsvraag: "A. koopt een machine op crediet. Hij krijgt de eigendom geleverd en maakt de machine door haar in zijn fabriek te plaatsen onroerend door bestemming. A. wordt failliet verklaard, voordat hij de koopprijs heeft betaald. kan de verkoper in het faillissement van A. als bevoorrecht schuldeiser opkomen?"

Perspectief | Rechtsvraag
juni 1954
AA19540204

Anything under the sun?

Over de wenselijkheid van octrooien op methoden voor de bedrijfsvoering

F. van Looijengoed

Met de opkomst van het internet wordt het octrooirecht ook belangrijk voor minder echt technische uitvindingen. Veel start-ups zijn afhankelijk van hun begin op internet en dit behoeft bescherming.

Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikel
september 2001
AA20010604

Appartementsrecht

H.J.G. Braakhuis, R.L. Peutz

Post thumbnail Het appartementsrecht wordt beheerst door het goederenrecht en het verenigingsrecht. Dát levert een spanningsveld op, in zowel theorie als praktijk. In dit cahier wordt het wettelijk kader van het appartementsrecht behandeld dat onontbeerlijk is om in een concreet geval de akte van splitsing en de vele verschillende (model)reglementen goed te kunnen interpreteren en toe te passen.

9789492766793 - 06-09-2019

Après vous….. après tout

Iets over voorrangsregels

J.E.J.Th. Deelen

Na een algemene inleiding over de internationaal privaatrechtelijke conflictregels waarbij de neutraliteit en inwisselbaarheid aan de orde komt wordt er ingegaan op de redenen van het bestaan van openbare orde regelingen en voorrangsregels. De auteur bespreekt daarbij ook de bepalingen die hier op van toepassing zijn uit het EVO en betrekt van toepassing zijnde jurisprudentie in zijn artikel.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910868

Resultaat 109–120 van de 3046 resultaten wordt getoond