Resultaat 1–12 van de 42 resultaten wordt getoond

Ambtshalve toetsing bij oneerlijke bedingen

W.H. van Boom

Hoge Raad 13 september 2013, nr. 12/00395, ECLI:NL:HR:2013:691, TvC 2013/6, p. 262 (Heesakkers/Voets)  

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2014
AA20140358

Artikel 6:230u BW: het draagkrachtbeginsel in het contractenrecht

A.G. Castermans

Post thumbnail Artikel 6:230u BW is op 13 juni 2014 in werking getreden. Zij vraagt om twee redenen de aandacht. Ten eerste geeft zij uiting aan het draagkrachtbeginsel in het contractenrecht. De vraag is hoe bijzonder dat is. Ten tweede verbiedt zij de handelaar een aanbod te doen aan een consument die dreigt boven zijn stand te gaan leven; de vraag is op straffe waarvan. Beide vragen houdt Alex Geert Castermans tegen het licht. Hij sluit af met enige uitlegkwesties.

Blauwe pagina's | Bijzondere bepalingen | Verdieping
september 2016
AA20160576

Beantwoording rechtsvraag (190) jeugdrecht

M. Fiege

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het jeugdrecht waarbij onder andere de leerstukken van de handelingsonbekwaamheid wegens minderjarigheid en de problemen rondom handlichting aan de orde komen.

Perspectief | Rechtsvraag
januari 1990
AA19900033

Beantwoording rechtsvraag (230) Internationaal vermogensrecht

The Merchant of Venice

M.V. Polak

Beantwoording van een rechtsvraag gebasseerd op een casus uit de wereldliteratuur waarbij het internationaal privaatrecht aan de orde komt. In de rechtsvraag wordt ingegaan op de rechtsmacht en onder welke jurisdictie de casus valt. Er wordt ingegaan op de verschillende verwijzingsregels.

Perspectief | Rechtsvraag
juni 1994
AA19940457

Beantwoording rechtsvraag (N) BW (24) overdracht van registergoederen

P. Rodenburg

Beantwoording van een rechtsvraag naar NBW over de overdracht van register goederen. Aan de orde komen de constitutieve vereisten voor een geldige overdracht.

Perspectief | Rechtsvraag
januari 1988
AA19880048

Beginsel en Tegenbeginsel in het Recht

J.C.M. Leijten

In dit artikel wordt aan de hand van het beginsel van de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid, voorheen goede trouw geheten, ingegaan op de begrippen beginsel en tegenbeginsel. Er wordt ingegaan op de gebondenheid aan wet en overeenkomsten en de mogelijkheden om daar onder omstandigheden van af te wijken.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910723

Binnenlands openbaar personenvervoer

Chr.P. Verwer

In dit artikel worden de juridische aspecten van het openbaar vervoer besproken. Aan bod komen onder andere de omschrijving van openbaar vervoer, nationale en internationale regelingen die van toepassing zijn. Ook wordt er besproken hoe een overeenkomst van binnenlands openbaar vervoer tot stand komt op basis van welke overeenkomst het meeste gereisd wordt. Ook de OV-studentenkaart komt aan bod. Tenslotte wordt er ingegaan op de aansprakelijkheid van de vervoerder.

Bijzonder nummer | Vervoersrecht
mei 1993
AA19930388

Bosman-Condorcamp

R.D. Vriesendorp

Hoge Raad 26 november 1993, nr. 15108, ECLI:NL:HR:1993:ZC1155,  RvdW 1993, 237 (Bosman/Condorcamp) Dit arrest van de Hoge Raad en de bijbehorende noot gaat over de verpanding van onder cognossement verscheepte zaken. In het arrest komt volgens de annotator duidelijk naar voren hoe verschillend de benadering van Hof en Hoge Raad zijn bij de toepassing van algemeen vermogensrechtelijke leerstukken op bijzondere rechtsfiguren. In de noot wordt dieper ingegaan op de vereisten voor rechtsgeldige verpanding.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1994
AA19940242

Consumentenrecht: een zaak voor de Europese Unie

Een kritische beschouwing over het ontwerp voor een Europese richtlijn consumentenrechten

J.M. Smits

Post thumbnail In oktober 2008 publiceerde de Europese Commissie een voorstel voor een Europese richtlijn consumentenrechten. Dit voorstel breekt met de huidige Europese praktijk van minimumharmonisatie: het beoogt een volledige harmonisatie van een aantal belangrijke terreinen van consumentenrecht. Deze bijdrage is kritisch over deze ontwikkeling. Bepleit wordt een gedifferentieerde benadering: of minimum- of maximumharmonisatie de voorkeur verdient hangt af van diverse factoren.

Verdieping | Studentartikel
juni 2009
AA20090367

De begrippen overeenkomst, partij en derde in het civiele recht

A.L.H. Ernes, A.H. Lamers

Post thumbnail In deze bijdrage zal aandacht worden besteed aan de vraag wie kan worden gezien als partij bij een overeenkomst, en aansluitend hierop: wie zijn derden? Sluiten de begrippen ‘partij’ en ‘derde’ elkaar uit, of bestaan er overlappingen? Daarnaast zal worden gekeken naar de problematiek van de samenhangende overeenkomsten, waarbij de vraag kan worden gesteld of degene die partij is bij de ene overeenkomst, ook contractuele rechten kan ontlenen aan de overeenkomsten die met deze eerste overeenkomst samenhang vertonen. Tot slot zal worden onderzocht op welke wijze contractencomplexen, waarvan de samenhang zo sterk is dat kan worden gesproken van een contractengroep, kunnen worden afgebakend in die zin dat kan worden vastgesteld welke contractanten in dat complex, ondanks het feit dat ze geen directe bilaterale contractuele band met elkaar hebben, elkaar toch kunnen aanspreken op grond van contractuele rechten.

Verdieping
januari 2012
AA20120026

De betekenis van een woord is zijn gebruik in de taal

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

In deze aflevering van Vijf minuten rechtsfilosofie schenken Carel Smith & Harm Kloosterhuis aandacht aan de letterlijke interpretatie van woorden in overeenkomsten. Ludwig Wittgenstein had daar zo zijn ideeën over.

Perspectief | Column
juni 2020
AA20200633

De praktische betekenis van een spelerscontract

G.A.F.M. van Schaaijk

Tussen sportclub en speler wordt tegenwoordig steeds vaker een spelerscontract gesloten, ook in het amateurvoetbal en in andere takken van sport. Maar ondanks een contract kan een sportclub het trainen, spelen van wedstrijden en medische verzorging juridisch niet afdwingen van een speler. Deze paradox is te verklaren door de sportieve capaciteit van de speler niet alleen op te vatten als iets wat de speler heeft en wat uitwisselbaar is tegen loon, maar ook als iets wat de speler kan en wat geworteld is in zijn lichamelijkheid. Via deze weg wordt duidelijker wat een sportclub dan wel kan verwachten van een spelerscontract.

Verdieping | Verdiepend artikel
juli 2006
AA20060493

Resultaat 1–12 van de 42 resultaten wordt getoond