Shop

Nederlandse Jurisprudentie 1993

G. Buist, C.E. du Perron

Afdruk van de Nederlandse Jurisprudentie van 1993 (!) waarin beneden staat dat toestemming tot annotatie is geweigerd.

Opinie | Redactioneel
maart 1988
AA19880150

Reaktie op het interview met mr. J.M. Polak: een kleine apologie (tbv J.F. Rang)

Inclusief nawoord J.M. Polak

V.P. Aarts

Reactie op een eerder in Ars Aequi gepubliceerd artikel met daarin een interview met mr. J.M. Polak. In deze reactie gaat de auteur in op het gedeelte van het interview dat ging over de werkzaamheden van de Nationale Ombudsman en diens klachten afhandeling die volgens Polak onder de maat waren.

Opinie | Reactie/nawoord
maart 1988
AA19880169

Rechtsvraag (177) Onteigening-planschade

J.E.F.M. den Drijver-van Rijckevorsel

Rechtsvraag op het gebied van het onteigenings- en planschaderecht. Hierbij komt ook de rechtsbescherming aan de orde.

Perspectief | Rechtsvraag
maart 1988
AA19880202

Verlaging van de leeftijd waarop volgens het Burgerlijk Wetboek de meederjarigheid wordt bereikt tot achttien jaren

I. Jansen

In dit artikel wordt ingegaan op een verandering van het Burgerlijk Wetboek per 1 januari 1988 waarbij de regeling omtrent meerderjarigheid verlaagd wordt van 21 jaar naar 18 jaar. In het artikel wordt de totstandkoming van de wetswijziging besproken waarbij de parlementaire geschiedenis aan de orde komt. Vervolgens wordt er ingegaan op de voortgezette onderhoudsplicht van ouders voor hun kinderen ook na het bereiken van de 18 jarige leeftijd voorduurt ondanks dat het kind dan al meerderjarig is.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
maart 1988
AA19880170

Sanering van de surséance van betaling

M. Nillessen

De regeling van de surséance van betaling, opgenomen in Titel II van de Faillissementswet (artt. 213-283), is de laatste jaren regelmatig besproken. Reden hiervoor is dat in de praktijk, aan zowel bedrijven als particulieren die in financiële problemen zijn geraakt, deze regeling niet voldoende mogelijkheden biedt voor een oplossing van die moeilijkheden. De wetgever zal te hulp geroepen moeten worden, wil hierin verandering komen. Een eerste aanzet werd gegeven door de preadviezen van Blokland, Maas en Van Schaik over 'De in haar continuïteit bedreigde onderneming' voor de Vereeniging 'Handelsrecht' in 1983. Deze werden in het daaropvolgende jaar gevolgd door een rapport van de — door dezelfde vereniging ingestelde — Commissie Insolventierecht, waarin een schets voor een Wet reorganisatie en herstel van ondernemingen werd voorgesteld. Een en ander is voor de Minister van Justitie aanleiding geweest om in 1986 over te gaan tot het instellen van de Staatscommissie Mijnssen, die zich thans over de in dit artikel te bespreken materie buigt. Daarnaast heeft de praktijk zelf naar nieuwe wegen gezocht. In dit artikel wordt kort stilgestaan bij de huidige wet om vervolgens, aan de hand van geconstateerde knelpunten bij de toepassing daarvan, een bespreking te geven van mogelijke oplossingen.

Verdieping | Studentartikel
maart 1988
AA19880151

Amsterdam-Ikon arrest

P.W.C. Akkermans

Hoge Raad 27 maart 1987, nr. 12807, ECLI:NL:HR:1987:AG5565, AB 1987, nr. 273, m.nt. FHvdB (mrs. Ras, Bloembergen, Haak, Roelvink, Boekman; A-G Franx) (Amsterdam/Ikon) In deze uitspraak van de Hoge Raad staat de toepassing van het gelijkheidsbeginsel in een bestuursrechtelijke verhouding. In de noot komt aan de orde in hoeverre het gelijkheidsbeginsel heeft te gelden als een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1988
AA19880111

Beantwoording rechtsvraag (172) zeerecht

F.A. van Bakelen

In dit artikel wordt ingegaan op een rechtsvraag inzake het zeerecht welke vraag in drie deelvragen uit een viel. Het eerste gedeelte gaat om een goederenrechtelijke verdeling van een buiklading. Vervolgens komt een volgclausule aan de orde en als laatste wordt er ingegaan op zekerheidsrechten.

Perspectief | Rechtsvraag
februari 1988
AA19880128

Bestuur en burgerlijke rechter II

E.M.H. Hirsch Ballin

Hoge Raad 16 mei 1986, nr. 12818, ECLI:NL:HR:1986:AC9354 (Landbouwvliegers - Spuitvliegen) Tweede deel in de serie waarin het handelen van de burgerlijke rechter in bestuursrechtelijke zaken centraal staat. In deze bijdrage komt aan de welke beoordelingscriteria de burgerlijke rechter moet aanleggen bij het beoordelen van bestuurshandelen. Daarbij wordt een groot aantal uitspraken aangehaald.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1988
AA19880114

De strafrechtelijke aansprakelijkheid van de lokbeambte:een hardnekkig misverstand (inclusief nawoord)

J.F. Nijboer bewerkt door P.A.M. Mevis

Reactie en nawoord bij een artikel dat eerder in Ars Aequi wer gepubliceerd over de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de lokbeambte. Met een nawoord van Clara Fetter

Opinie | Reactie/nawoord
februari 1988
AA19880092

De Zaak Goeree, ofwel ‘…behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet’

S.A.M. Stolwijk

Gerechtshof Arnhem 29 mei 1987, ECLI:NL:GHARN:1987:AC9873, NJ 1987, 816 (Goeree) Geannoteerde uitspraak van het Hof Arnhem en de Rechtbank Zwolle waarbij de strekking en de reikwijdte van van de vrijheid van meningsuiting aan de orde komt en de mogelijkheden van strafrechtelijke vervolging.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1988
AA19880119

Informatica en recht in Rotterdam

C. van Noortwijk, C.J. van de Velde

De afgelopen jaren heeft het onderwijs op het gebied van Informatica en Recht in Nederland een sterke groei doorgemaakt. Zo ook in Rotterdam, waar zich nu jaarlijks (1988) zo'n 200 studenten voor het vak Inleiding Informatica voor Juristen inschrijven. In dit artikel geven de auteurs een schets van het informatica onderwijs aan de juridische faculteit van de Erasmus Universiteit. Eerst verduidelijken zij enkele termen; daarna geven zij een kort overzicht van de Rotterdamse ontwikkeling in het laatste decennium. Tenslotte geven de auteurs een overzicht van de vakken die in Rotterdam gedoceerd worden.

Perspectief | Perspectiefartikel
februari 1988
AA19880094

Naschrift bij ‘De aansprakelijkheid van de hoofdaannemer jegens derden voor onrechtmatige daden van de onderaannemer’

S. Mak

Naschrift bij een eerder gepubliceerd artikel in Ars Aequi (AA19870597) over de aansprakelijkheid van de hoofdaannemer jegens derden voor onrechtmatige daden van de onderaannemer.

Verdieping | Studentartikel
februari 1988
AA19880091