Shop

Beantwoording rechtsvraag (188) gecombineerd vervoer

F.A. van Bakelen

Beantwoording van rechtsvraag betreffende het gemengd goederenvervoer. Het rechtskader, zowel nationaal, EG-rechtelijk als internationaal komt aan bod. Ook de aansprakelijkheid van de vervoerder, het vervoer van gevaarlijke stoffen, de risico-aansprakelijkheid voor milieuschade en het retentierecht komen aan bod.

Perspectief | Rechtsvraag
november 1989
AA19890948

Bekentenis van een rechter: een reaktie

P.L. Bal

Een reactie van Dr. P.L. Bal op de discussie tussen de vicepresident van de arrondissementsrechtbank te 's- Hertogenbosch en professor Crombag, waarbij onder meer zijn onderzoek naar (dwang)communicatie in de rechtszaal in het geding was. Dwangcommunicatie is een kenmerkende eigenschap van de forensische gesprekssituatie. Maar, een krachtige (dwangcommunicatieve) verhoortechniek maakt men openlijk inbreuk op de in ons strafprocesrecht verankerde beginselen van een 'fair trial'. De rechterlijke uitspraak dat een krachtige vorm van dwangcommunicatie nodig is, omdat 'zonder die dwang de meeste verdachten helemaal niet aan communicatie zouden meewerken', is in flagrante strijd te zijn met beginselen van een goede procesvoering, meent P.L. Bal. Volgens hem is rechtspleging geen zuiver juridische aangelegenheid is. Hierbij spelen sociale en psychische faktoren een belangrijke rol. Dhr. Bal wil graag de noodzaak van nader sociaalwetenschappelijk onderzoek naar de Strafrechtspleging onderstrepen.

Opinie | Opiniërend artikel
november 1989
AA19890921

Is de onafhankelijk deskundige in het strafproces uitgediend?

E.R. Groeneveld

In de context van het strafrecht bestaat een deskundigheid in de criminalistiek. De deskundige heeft met betrekking tot het strafrecht een functie, die wettelijk verankerd is door de artikelen 343 Sv en 344 Sv en nader uitgewerkt in de artikelen 227-235 Sv. Vanuit die optiek is het interessant de taak van de deskundige bij het strafproces nader te beschouwen. Uitgaande van de dagelijkse praktijk van het werk van de deskundigen binnen het Gerechtelijk Laboratorium zal Professor Groeneveld in dit artikel die taak kritisch onder de loep nemen.

Opinie | Column
november 1989
AA19890923

Wet wapens en munitie

J. van Ees

Met ingang van 1 september 1989 trad in werking de Wet van 5 februari 1986, houdende nieuwe wettelijke regeling inzake het vervaardigen, verhandelen, vervoeren, voorhanden hebben, dragen, enzovoort van wapens en munitie (Wet wapens en munitie). De nieuwe wet bevat een administratief stelsel waarmee wordt beoogd het legale wapenbezit zo veel mogelijk te beheersen. Verder bevat de nieuwe wet ruime bevoegdheden voor de toezichthoudende ambtenaren, teneinde hen de mogelijkheden te bieden voor een zo effectief mogelijke bestrijding van het illegale wapenbezit. De ontwikkeling die de voorstellen met betrekking tot deze bevoegdheden tijdens de parlementaire behandeling hebben doorgemaakt, is een interessante. Op die ontwikkeling wordt in dit artikel kort teruggeblikt. Ook wordt er aandacht besteed de inhoud en systematiek van de WWM en het toezicht op de naleving van de WWM;

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 1989
AA19890929

Winstlekkage naar het buitenland

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 26 april 1989, nr. 35890, BNB 1989/217, ECLI:NL:HR:2001:AB3138 (X B.V. tegen De Staatssecretaris van Financiën) De Hoge Raad bepaalde in onderstaand arrest dat de aftrek van aan een Antilliaanse moeder betaalde rente ter financiering van de aankoop van een dochter van die moeder met de richtige-heffingsbepalingen bestreden kan worden. In de noot wordt verder ingegaan op mogelijkheden om de renteaftrek bij de fiscale eenheid aan te pakken en zo winstlekkage te voorkomen of verminderen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1989
AA19890935

‘Maar vele eersten zullen de laatsten zijn en de laatsten de eersten’

C. Tiel, H. Wattendorff

De Commissie koppeling studievoortgang en studiefinanciering onder leiding van R.J. in 't Veld heeft een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om studievoortgang te verbeteren door koppeling daarvan aan de studiefinanciering. De Commissie acht verbetering van de studievoortgang vanuit maatschappelijk oogpunt wenselijk. Op grond van dit onderzoek zijn een aantal aanbevelingen geformuleerd die zijn neergelegd in het rapport 'Leren loont'. De Commissie tracht haar doelstelling te verwezenlijken door financiële prikkels te geven aan zowel studenten als aan universiteiten. De redactie zet in deze bijdrage uiteen waarom zij de voorstellen van de commissie onjuist en zelfs onrechtvaardig vindt. Zo zouden zij een onevenredig grote druk op bepaalde groepen studenten leggen, en daarnaast een achteruitgang van de onderwijskwaliteit veroorzaken.

Opinie | Redactioneel
november 1989
AA19890914

Dwangbehandeling bij onvrijwillig opgenomen psychiatrische patiënten

B. van den Beld

Het afgelopen jaar is de jurisprudentie over dwangbehandeling van psychiatrische patiënten die onvrijwillig in een inrichting zijn opgenomen verrijkt met een aantal nieuwe uitspraken. Het merendeel van de procedures betrof kort geding-procedures waarin patiënten een verbod tot dwangbehandeling of tot het toepassen van dwangmiddelenvorderden. De bekendste uitspraak in deze reeks is het arrest van het Gerechtshof Arnhem d.d. 12 juli 1988. Het Hof overwoog kort gezegd, dat dwangbehandeling thans niet is toegestaan aangezien daartoe de vereiste wettelijke regeling ontbreekt.In het navolgende artikel worden de ontwikkelingen in de rechtspraak op het gebied van de dwangbehandeling van de met rechterlijke machtiging opgenomen psychiatrische patiënten op een rijtje gezet. Momenteel bestaan er tegenstrijdige uitspraken over de toelaatbaarheid van dwangbehandeling bij onvrijwillig opgenomen psychiatrische patiënten.

Verdieping | Studentartikel
november 1989
AA19890915

Stemra – Free Record Shop

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 20 november 1987, nr. 13045, ECLI:NL:HR:1987:AD0052, NJ 1988, 280, Informatierecht/AMI 1988/1, 15 (Stemra/Free Record Shop) De Hoge Raad bepaalt in dit arrest dat wanneer een grammofoonplaat waarop een auteursrechtelijk beschermd werk is vastgelegd eenmaal met toestemming van de rechthebbende op het auteursrecht en derhalve rechtmatig in het verkeer is gebracht, daarmede de openbaarmaking van die verveelvoudiging is voltooid. Verdere beschikbaarstelling van die verveelvoudiging aan derden, door verhuur, bruikleen of op andere wijze — of aanbieding voor zulk een doel —, is derhalve niet als een (verdere) openbaarmaking in de zin van de Auteurswet is aan te merken. In de noot wordt zowel ingegaan op de invulling van het begrip uitputting in het Nederlandse industriële eigendomsrecht als de invulling van hetzelfde begrip in het Nederlandse auteursrecht. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de internationale werking van de uitputting en de ratio van de uitputting.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1989
AA19890941

Aansprakelijkheidsbeperking architecten ongefundeerd

B. Emmerig, M.W. Hesselink

De redactie betoogt in deze bijdrage dat de aansprakelijkheidsbeperking door architecten ongefundeerd is. Zij menen dan ook dat het tijd wordt dat architecten met een nieuwe SR komen waarin zij de verantwoordelijkheid voor de door hen geleverde (wan)prestatie ten volle aanvaarden.

Opinie | Redactioneel
oktober 1989
AA19890824

De wetenschapswinkel rechten RUU

A.B. Terlouw

Sinds 1 maart 1987 bestaat de Utrechtse wetenschapswinkel rechten. Een bemiddelingsinstantie tussen universiteit en maatschappij, een instantie die de juridische faculteit toegankelijker wil maken voor vragen uit die maatschappij. In deze bijdrage wordt een indruk gegeven van het karakter van de vragen. Daarnaast wordt ingegaan op de verschillende soorten instanties: Rechtswinkels, Bureau's voor Rechtshulp, en wetenschapswinkels. Met name het fenomeen wetenschapswinkel wordt uitgebreid toegelicht.

Perspectief | Perspectiefartikel
oktober 1989
AA19890838

Een rechtseconomisch aspect van de positie van de crediteur in een faillissement

Is afschaffing van de maximum rente een oplossing?

L.M. Cuelenaere, A.R. Leen

Om de belangen van een crediteur in faillissement zo goed mogelijk te behartigen, wordt in dit betoog vanuit de premissen dat 1 de grootte van de te saneren schuld niet groter dan strikt noodzakelijk dient te zijn en 2 een schuldsituatie zo snel mogelijk dient te worden opgelost, een rechtseconomisch bepaalde oplossing beargumenteerd. De oplossing wordt gezocht in het loslaten van de wettelijk vastgestelde maximum rentetarieven.

Opinie | Opiniërend artikel
oktober 1989
AA19890834

Franse Kalimijnen (MDPA-BIER c.s.)

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 23 september 1988, nr. 13303, ECLI:NL:HR:1988:AD5713 (MDPA-BIER c.s.). Ook bekend als Franse Kalimijnen. Arrest en bij behorende zaak in het bekende Kalimijnen-zaak. De vraag was in hoeverre Franse kalimijnhouders onrechtmatig handelen jegens stroomafwaarts werkende personen door in het water van de Rijn schadelijke stoffen te lozen welke stoffen schadelijk inwerken op de goederen van de stroomafwaarts werkende agrariërs. De Hoge Raad oordeelt dat er in strijd wordt gehandeld met datgene wat volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betamelijk is. In de noot wordt op vele aspecten van de zaak in gegaan zoals de bevoegde rechter en het toepasselijke recht volgens Nederlands IPR. Verder wordt er nog in gegaan op de aansprakelijkheidskwestie.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1989
AA19890874