Shop

Kanttekeningen bij het rapport van de Commissie-De Koning

R. Schreuder

Dit artikel beoogt de lezer beter in staat te stellen om de discussie over staatkundige vernieuwing te doorgronden. Geprobeerd wordt om duidelijk te maken hoe de drang tot machtsbehoud van politieke partijen en de daarmee samenhangende vooringenomenheid een rol spelen bij deze discussie. De analyse van de relatie tussen kiezer en gekozene die de Commissie-De Koning in het kader van deze discussie heeft gemaakt, dient hiervoor als vertrekpunt. Daarna wordt in dit artikel het nut van de relatie kiezer-gekozene als invalshoek bij het vraagstuk van staatkundige vernieuwing in twijfel getrokken. Tot slot wordt een voorstel gedaan om tot een duidelijker vernieuwingsdebat te komen.

Verdieping | Studentartikel
september 1993
AA19930609

Kuunders-milieuorganisaties

Th.G. Drupsteen

Hoge Raad 18 december 1992, nr. 14924, ECLI:NL:HR:1992:ZC0808, RvdW 1993, 15, Tijdschrift voor Milieu en Recht 1993, 24 m.nt. Kottenhagen-Edzes (Kuunders/Milieuorganisaties) Arrest in milieurechtelijke casus waarbij verschillende aspecten aan bod komen, te weten: de ontvankelijkheid van organisaties die belangen behartigen, de ontvankelijkheid bij de burgerlijke rechter daar waar een administratieve rechtsgang openstaat en de reikwijdte van artikel 12 van de Natuurbeschermingswet.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1993
AA19930664

Machtsverhoudingen in de structuurvennootschap

S.E. Bartels, G.T.M.J. Raaijmakers

Redactioneel artikel waarin de wijziging van de structuurvennootschap wordt besproken. Er gaan geluiden dat de aandeelhouders meer macht moeten krijgen. De redacteuren betogen dat dit niet het geval dient te zijn en dat de RvC onafhankelijk moet kunnen handelen omdat dit in het belang van de vennootschap is.

Opinie | Redactioneel
september 1993
AA19930599

Nawoord op bovenstaande reactie

M.B.M. Loos

Nawoord bij een reactie op een eerder gepubliceerd artikel in Ars Aequi over de algemene voorwaarden die gehanteerd worden door nutsbedrijven.

Opinie | Reactie/nawoord
september 1993
AA19930628

Raamuitzetter

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 31 mei 1991, nr. 14253, ECLI:NL:HR:1991:ZC0259, NJ 1992, 391 (Borsumij/Stenman). Ook bekend als Raamuitzetter. Uitspraak van de Hoge Raad en daarbij behorende noot op het gebied van het octrooirecht. In de uitspraak komt aan de orde wat de verhouding is tussen de leer van de slaafse nabootsing en de modernere prestatieontlening. De Hoge Raad oordeelt dat de laatste leer de eerdere heeft geabsorbeerd. In de noot wordt dieper op deze problematiek ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1993
AA19930680

Rechtsvraag (226) Burgerlijk procesrecht

A.W. Jongbloed

Rechtsvraag op het gebied van het burgerlijk procesrecht. In de casus worden verschillende conflicten geschetst. Bij elk conflict dient beantwoord te worden welke rechter bevoegd is om van het conflict kennis te nemen en op welke wijze en door wie het geding aanhangig dient te worden gemaakt.

Perspectief | Rechtsvraag
september 1993
AA19930697

Reklame en overlast

E.H. Hondius

In dit artikel wordt door Hondius ingegaan op overlast door reclame en hoe deze door zelfregulering beteugeld wordt. Hondius geeft daarbij een aantal concrete voorbeelden van overlast zoals man-vrouwpatronen die niet beteugeld worden, roken en rassendiscriminatie.

Overig | Rode draad | Recht en reclame
september 1993
AA19930616

Samenleving heeft baat bij goede reclassering

E. Brok, H. van de Leest, G. Sieljes

Artikel waarin de auteur pleit voor betere voorzieningen in de reclassering en tegen bezuinigingen is. Volgens de auteur helpt een goede reclassering bij het tegen gaan van criminaliteit en terugkeer in de samenleving van mensen die fout in zijn gegaan.

Opinie | Opiniërend artikel
september 1993
AA19930624

Steendijkpolder-arresten

J. Hijma

Hoge Raad 9 oktober 1992, nrs. 14668, 14669, 14670 en 14671, ECLI:NL:HR:1992:ZC0707, RvdW 1992, 220-223. Ook bekend als Steendijkpolder-arresten. Reeks uitspraken van de Hoge Raad en bijbehorende noot over de aansprakelijkheid voor het uitgeven van vervuilde grond waarbij twee gemeenten, een projectontwikkelaar en particulieren betrokken zijn. In de uitspraken en de noot komt duidelijk naar voren wie er op welke grond aansprakelijk is en op welke wijze en bij wie de schade verhaald kan worden.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1993
AA19930644

Thorgeir Thorgeirson

G.A.I. Schuijt

Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 25 juni 1992, Application no. 13778/88, ECLI:CE:ECHR:1992:0625JUD001377888, Mediaforum Bijlage (4) 1992-11/12: 88-96 (Thorgeir Thorgeirson v. Iceland) In deze uitspraak van het EHRM komt duidelijk aan de orde hoe wordt geoordeeld of een bepaalde beperking van de vrijheid van meningsuiting een toegelaten beperking is die valt onder art. 10 lid 2 EVRM. In de noot wordt dieper ingegaan op de uitspraak en de beperking van de vrijheid van meningsuiting.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1993
AA19930687

Zelfregulering is volwassen gedrag

Interview met mr. W.R. van Alphen de Veer, lid van het College van Beroep van de Stichting Reklame Code

S.E. Bartels, M.J. Kroeze

Mr. W.R. van Alphen de Veer werd in 1937 te Eindhoven geboren. In 1961 behaalde hij zijn meesterstitel aan de Rijksuniversiteit Leiden. Na zijn diensttijd keerde hij terug naar zijn geboortestad, alwaar hij bij Philips op de juridische afdeling kwam te werken. Veel later, in 1983, kwam hij als hoofd-juridische zaken van Philips Nederland verscheidene malen in aanraking met reclame — naar eigen zeggen vooral vanuit een juridische invalshoek. Sinds enkele jaren draagt Van Alphen de Veer, vanuit zijn mooie kantoor aan de Korte Voorhout te Den Haag, zorg voor de relatie tussen de overheid en Philips. In 1985 heeft hij namens de BVA Associatie Nederlandse Adverteerders zitting genomen in de Reclame Code Commissie van de Stichting Reclame Code. Sinds 1989 maakt Van Alphen de Veer deel uit van het College van Beroep. Het College oordeelt in tweede instantie over uitspraken van de Reclame Code Commissie. Van Alphen de Veer is een 'reclamerechter' die afkomstig is uit het bedrijfsleven en daarom spraken wij met hem.

Overig | Rode draad | Recht en reclame | Verdieping | Interview
september 1993
AA19930620

Rechtenstudenten en gezagsargumenten horen bij elkaar

L. Hesselink

Juristen die argumenteren, doen vaak een beroep op gezag, ze grijpen naar personen en instanties van naam. De critici van de juristerij vinden dat niet zo best. Zij menen dat echte redeneringen en ware theorieën de plaats moeten innemen van die slaafse gezagsgetrouwheid. Maar wat is eigenlijk een gezagsargument en wat voor rol speelt het precies in het juridisch argumenteren? Moeten de rechtenstudies radicaal worden omgegooid? Op deze vragen past een duidelijk antwoord.

Perspectief | Perspectiefartikel
september 1993
AA19930629