Shop

Gecombineerd en bijkomstig goederenvervoer in het privaatrechtelijke luchtvervoerrecht

W.E. Levert

Artikel over de internationaal privaatrechtelijke aansprakelijkheidsaspecten van internationale luchtvervoer. Er wordt ingegaan op gecombineerd en bijkomstig vervoer aan de hand van het Vedrag van Warschau. Na de bespreking van enige begripsbepalingen en het internationaal vervoersrecht wordt ingegaan op de aansprakelijkheid van de vervoerder.

Verdieping | Studentartikel
november 1993
AA19930772

Ontbrekend mandaat en schadevergoeding

P.W.C. Akkermans

Afdeling geschillen van bestuur van de Raad van State (AGRvS) 6 april 1992, ECLI:NL:RVS:1992:AN3044, nr. G09.89.0017, AB 1993, nr. 276 (mrs. Van Zeben, Kamperman, Van der Does). Uitspraak van de Afdeling geschillen van bestuur van de Raad van State waarbij er een besluit is genomen door een hoofd van een afdeling ven Gedeputeerde Staten die daartoe niet bevoegdelijk was gemandateerd. De Afdeling vernietigt het besluit. In de noot wordt dieper op de regels en problemen rondom het mandateren van bevoegdheden ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1993
AA19930823

Plukze-wet

J.T.K. Bos

In dit artikel worden de hoofdlijnen van de Wet Plukze-nationaal besproken. Dit is de wet die op nationaal niveau de ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel regelt.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 1993
AA19930816

Rechtsvraag (228) Gemeenterecht

Hondepoep op de stoep

H.Ph.J.A.M. Hennekens

Rechtsvraag op het gebied van het gemeenterecht waarbij aan de orde komt in hoeverre hogere overheden, zoals Gedeputeerde Staten en de Staat, en de rechter in kunnen grijpen in een kwestie die puur in een gemeente speelt.

Perspectief | Rechtsvraag
november 1993
AA19930834

Verslag van het congres ‘Criminele vermogens’

Georganiseerd door de vakgroep Strafrecht en Criminologie van de Rijksuniversiteit Limburg en de sectie Strafrecht van de Open Universiteit

M.J. Kroeze, J. Postma

Op 4 juni 1993 vond in de Stadsschouwburg te Maastricht een congres plaats over criminele vermogens. Hieronder volgt een weergave van twee op die dag gehouden inleidingen en de daarop volgende discussie.

Verdieping | Studentartikel
november 1993
AA19930781

Erkenning: wordt het geen tijd de waarheid onder ogen te zien?

H. Moons

Het gebeurt niet dagelijks dat een tussenbeschikking de krant haalt, en zeker niet een tussenbeschikking van de kantonrechter in Brielle. Deze uitspraak, die verderop in dit artikel aan de orde komt, illustreert tot welke problemen ons huidig afstammingsrecht, waarin de erkenning een rechtshandeling is, kan leiden. Het wetsvoorstel tot herziening van het afstammingsrecht brengt daarin geen essentiële veranderingen. In dit stuk wordt bepleit om meer recht te doen zowel aan degenen die, zonder de biologische ouders te zijn, met een kind in gezinsverband leven, als aan het belang van een kind om te weten van wie het afstamt. Daartoe is een fundamentele wijziging van het afstammingsrecht noodzakelijk.

Verdieping | Studentartikel
november 1993
AA19930763

Deelnameplicht in het hoger onderwijs (deel 2)

M.A. Collet, N.H.M. Roos

Is het de lege lata et ferenda aanvaardbaar studenten in het hoger onderwijs te verplichten deel te nemen aan het onderwijs? Aanwezigheids- en deelnameplicht zijn in het niet-universitaire hoger onderwijs een al sinds jaar en dag bekend verschijnsel. Aan universiteiten waren dergelijke plichten echter ongebruikelijk en beperkt tot bepaalde practica. Door het toenemende financiële belang van de studierendementen voor de universiteiten, is de weerstand tegen deze vorm van verschoolsing echter aan het afnemen.In het oktobernummer van Ars Aequi zijn de formele bezwaren tegen de deelnameplicht in het hoger onderwijs behandeld. In onderstaande bijdrage zullen de overige bezwaren tegen deze plicht aan bod komen. In dit artikel volgt het tweede en tevens laatste deel over 'Deelnameplicht in het hoger onderwijs'.

Perspectief | Perspectiefartikel
november 1993
AA19930840

De ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst: inbraak in een gesloten systeem?

J. Riphagen

Hoge Raad 6 maart 1992, nr. 7900, ECLI:NL:HR:1992:ZC0535, NJ 1992, 509 In dit arrest van de hoge Raad en de daarbij behorende noot komt aan de orde in hoeverre een ontbindende voorwaarde in een overeenkomst nietig is wegens strijd met het gesloten stelsel van het arbeidsovereenkomstenrecht. De Hoge Raad overweegt dat een ontbindende voorwaarde in een arbeidsovereenkomst niet per definitie nietig is maar dit van geval tot geval bekeken dient te worden. In de noot wordt dieper ingegaan op deze principiële uitspraak van de Hoge Raad.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1993
AA19930828

Beantwoording rechtsvraag (224) casus voor eerstejaars

G.R. de Groot

Beantwoording van een rechtsvraag voor eerstejaars waarbij zaakwaarneming, retentierecht en kosten tot behoud een rol spelen.

Perspectief | Rechtsvraag
oktober 1993
AA19930742

Beantwoording rechtsvraag (225) Romeins recht

J.H.A. Lokin

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het Romeins recht waarbij het pandrecht aan de orde komt.

Perspectief | Rechtsvraag
oktober 1993
AA19930747

De beschikte weekmarkt van Maassluis

L.J.A. Damen

Afdeling rechtspraak Raad van State (ARRvS) 11 juni 1992, ECLI:NL:RVS:1992:AQ1814, R03.91.4358/Y90, Gem. stem 6950.5 m.n. Hennekens (Maassluis). In deze uitspraak van de voorloper van ABRvS, de ARRvS, komt aan de orde het verschil tussen beschikking en besluit van algemene strekking onder het pre-Awb-recht. Het gaat i.c. om een besluit van de gemeenteraad dat de plaats voor het houden van een markt wijzigt. Onder het oude recht was alleen een beschikking appellabel. In de noot wordt op dit onderscheid nader ingegaan en wordt de redenering van de ARRvS gevolgd. Ook wordt er ingegaan op het Awb-recht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1993
AA19930732

De turbo-BV

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 10 maart 1993, nr. 28.327, ECLI:NL:HR:1993:ZC5288, BNB 1993/143 (De Turbo-BV) Arrest van de Hoge Raad en bijbehorende noot over de activiteiten van een BV die een waardestijging van de aandelen met zich meebrengen en hoe opbrengsten hieruit dienen te worden belast. De Hoge Raad formuleert de volgende rechtsregel: 'Indien een nieuwe aandeelhouder van een BV door het starten van nieuwe activiteiten in deze BV een waardestijging bewerkstelligt van de door hem ver beneden de nominale waarde gekochte aandelen en van een bij aankoop onvolwaardige vordering op deze BV, vormt het aldus verkregen voordeel geen inkomsten uit arbeid, zelfs niet als de arbeid ten behoeve van de BV zonder arbeidsbeloning is geschied'.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1993
AA19930738