Verdieping

Een Raad voor de rechtspraak in Nederland

Van adviescommissie tot wetsvoorstel

W.H. Simonis

Eind vorig jaar verschenen er verontrustende berichten ten aanzien van de onafhankelijkheid van onzerechtspraak. De oorzaak was de moderniseringsoperatie van de rechterlijke organisatie, die is neergelegd in twee wetsvoorstellen. De directe aanleiding voor de ophef was het zeer kritische artikel van dePresident van en de Procureur-Generaal (verder:P-G) bij de Hoge Raad, dat nu ook buiten de juridische media in de aandacht kwam. De Volkskrant wijdde onder de kop ‘Rechters in verzet ’een hoofd-redactioneel commentaar aan het rumoer dat was ontstaan. Men concludeerde dat het hoog tijd werdom tot modernisering over te gaan en dat het overdreven was te spreken van een aanslag op de rechterlijke onafhankelijkheid. Alle reden om de beoogde wetgeving eens nader te bekijken.

Verdieping | Studentartikel
april 2001
AA20010202

Een rechter die naar de gunst van het kiezersvolk moet dingen? Ik moet er niet aan denken!

Interview met mr. J.M. Polak

R.J.Q. Klomp, F.J. van Ommeren

Interview met mr. J.M. Polak, lid van de Raad van State en tal van andere commissies als adviseur. Tevens is Polak redacteur van bladen als het NJB en WPNR. In dit interview komt onder meer aan de orde: het proefschrift van Polak, hoogleraarschap in de rechtsgeleerdheid aan een niet-juridische faculteit en de verhouding met andere wetenschappen, de organisatie van het juridisch onderwijs, de invloed van wetenschap op beleid en wetgeving (Polak meent dat bij het NBW de wetenschap een te grote invloed heeft) en tal van andere juridische onderwerpen.

Verdieping | Interview
januari 1988
AA19880011

Een rechtseconomisch perspectief op vallende bloempotten

L.T. Visscher

Juristen zien compensatie, preventie en schadespreiding als de belangrijkste doelstellingen van het onrechtmatigedaadsrecht, terwijl rechtseconomen de schadevergoeding juist als middel zien waarmee preventie en schadespreiding worden nagestreefd. Aan de hand van een recent ongeval waarbij een vrouw werd gedood door een van een balkon gevallen bloempot, wordt de rechtseconomiesche analyse van het onrechtmatigedaadsrecht verduidelijkt. Speciale aandacht gaat uit naar de keuze tussen fout- en risicoaansprakelijkheid, de invulling van de zorgvuldigheidsnorm en het bepalen van de schadevergoeding bij overlijden.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2005
AA20051000

Een rondetafelgesprek over recht, ethiek en dieren

H. van der Tas, C. Zijderveld

In onze samenleving worden dieren gehouden. Soms voor de gezelligheid, maar de meesten worden voor de voedingsindustrie of voor dierenproeven gehouden. Dat dit gebeurt en vooral ook de wijze waarop, is vaak onderwerp van hevige discussie. De vraag is hoe ver je met een dier mag gaan; zijn er (ethische) grenzen? Het antwoord is bevestigend, dat zal niemand verbazen, maar waar liggen die grenzen? Een volgende vraag is wie die grenzen moet stellen? Speelt op dit vlak het recht een rol? Kan, en zo ja, moet de overheid grenzen stellen met een ethisch gehalte? Of is de consument verstandig genoeg om zelf uit te maken waar voor hem de grens ligt? Op 28 mei 1998 werd, in het kader van de Rode draad Recht & Ethiek in Utrecht een rondetafelgesprek gehouden waarin onder meer deze onderwerpen aan de orde kwamen.

Overig | Rode draad | Recht en ethiek | Verdieping | Interview
oktober 1998
AA19980809

Een snelweg voor besluitvorming

F.C.M.A. Michiels

Post thumbnail In dit artikel wordt naar aanleiding van een wetsvoorstel dat wil regelen dat de besluitvorming rondom grote infrastructurele en bouwprojecten aanmerkelijk korter duren voor wat betreft de besluitvorming, ingegaan op het besluitvormingsproces. Daarbij komen de oorzaken van de trage besluitvorming aan de orde, de betrokken spelers, een overzicht van wetgeving ter oplossing van het probleem en wordt er een kort commentaar op de voorgestelde oplossingen gegeven.

Verdieping | Studentartikel
september 2009
AA20090531

Een stapje dichter bij een geen-bezwaarsysteem?

De Wet op de orgaandonatie gewijzigd

M.A.J.M. Buijsen

Post thumbnail Nederland kent een groot tekort aan donorganen. In de ogen van velen is de sterfte onder patiënten op de lange wachtlijsten voor orgaantransplantaties vermijdbaar, daar de tekorten vaak ook toegeschreven worden aan het beslissysteem van de Wet op de orgaandonatie (WOD). Met enige regelmaat wordt daarom een lans gebroken voor de invoering van een geen-bezwaarsysteem (na overlijden zijn mensen orgaandonor, tenzij zij daartegen bezwaar kenbaar hebben gemaakt), omdat men gelooft dat daarmee meer donororganen beschikbaar komen. Steevast is een fel maatschappelijk debat het gevolg. Tot op heden is er onvoldoende politieke steun voor een systeemwijziging. Men houdt vast aan het systeem van expliciete toestemming (na overlijden zijn mensen geen orgaandonor, tenzij zij van toestemming blijk hebben gegeven). Ondertussen wordt de WOD stilletjes beetje bij beetje verspijkerd.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2014
AA20140093

Een tramlijn door Jeruzalem

Verantwoord ondernemen vanuit Nederland

A.G. Castermans, J.A. van der Weide

Post thumbnail Kan een Nederlandse rechtspersoon in rechte verantwoordelijk worden gehouden voor de betrokkenheid van een dochterbedrijf bij mensenrechtenschendingen in het buitenland? Alex Geert Castermans en Jeroen van der Weide behandelen deze vraag in hun artikel ‘Een tramlijn door Jeruzalem’ aan de hand van een rechtszaak in Frankrijk, aangespannen door de Association France Palestine Solidarité tegen Alstom en Veolia, omdat die twee ondernemingen hun medewerking verlenen aan een project dat volgens de eisers bijdraagt aan de instandhouding van een situatie die in strijd is met het internationaal recht.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2010
AA20100404

Een vergelijking van ‘hardship’ uit de UNIDROIT-regeling met de onvoorziene omstandigheden uit artikel 6:258 van het BW

M. Kuijer

In het contractenrecht kunnen zich onbillijke situaties voordoen. Een van die situaties is die waarin het niet redelijk is een partij aan zijn verplichtingen te houden omdat de omstandigheden waaronder het con¬tract gesloten is, al dan niet fundamenteel, gewijzigd zijn. Zowel de UNIDROIT-principles als ons hui¬dige wetboek bevatten een regeling om, onder omstandigheden, onbillijke clausules uit een contract aan te tasten. Een vergelijking.

Verdieping | Studentartikel
januari 1996
AA19960016

Een verplicht openbaar bod op aandelen

F.C. van Spengler

Het is nogal wat om iemand te verplichten een openbaar bod op alle aandelen van een vennootschap uit te brengen. Toch stelt de Europese Commissie voor om deze verplichting op te leggen aan (rechts)personen die wel een flink deel maar niet alle aandelen van een vennootschap in hun bezit krijgen. Een bepaling daartoe is opgenomen in een ontwerp EG-richtlijn inzake het openbaar bod op aandelen. Op welke rechtsgrond steunt de bepaling en hoe is die door de Commissie uitgewerkt? Dat zijn de belangrijkste vragen die in dit artikel aan de orde komen.

Verdieping | Studentartikel
januari 1992
AA19920020

Een vruchtbare samenwerking met de volksvertegenwoordiging. De kabinetsformatie naar Nederlands staatsrecht

G.J. Leenknegt

Een uiteenzetting van hoe de kabinetsformatie in Nederland verloopt.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2002
AA20020798

Een wettelijk verbod op conversietherapie: symboolwetgeving of bittere noodzaak?

L. Postma, J. Verhagen

Post thumbnail

De zogenaamde ‘homogenezingstherapie’, ook wel conversietherapie, is een fenomeen dat de gemoederen bezighoudt. Van verschillende kanten uit de samenleving wordt voor een juridische aanpak voor het voorkomen en tegengaan van conversietherapie gepleit. Maar is een wettelijk verbod aangewezen? En is daar een afzonderlijke bepaling voor nodig? In deze bijdrage bezien de auteurs of het strafrecht en gezondheidsrecht reeds voldoende mogelijkheden bieden om conversietherapie aan te pakken.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2022
AA20220098

Eenheid van recht is buitengewoon belangrijk

Interview met prof.mr. M. Scheltema, hoogleraar Bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen en regeringscommissaris voor de Algemene wet bestuursrecht

M.A. Leijten, G.T.M.J. Raaijmakers

Michiel Scheltema werd geboren in juni 1939 te 's Gravenhage. Hij studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Leiden van 1957 tot 1964. Na die studie studeerde hij een jaar aan de Harvard Law School. Van 1965 tot 1972 was hij wetgevingsambtenaar op het ministerie van Justitie, waar hij wegging toen hij hoogleraar bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen werd. Begin jaren tachtig was hij staatssecretaris van Justitie. Sinds 1983 is hij naast hoogleraar regeringscommissaris voor de Algemene wet bestuursrecht.

Verdieping | Interview
november 1993
AA19930804