Reactie/nawoord

Resultaat 13–24 van de 163 resultaten wordt getoond

De eigendom van een Jan Steen: Kanttekeningen bij een Salomonsoordeel

Reactie op 'De huwelijksnacht van Tobias en Sarah, een Salomonsoordeel?' van P.A.M. Lokin (UU)

R.A.M. Nachbahr

Post thumbnail In dit artikel wordt door jurist en kunsthistoricust Nachbahr ingegaan op de verdeling van de gedeelde eigendom van het schilderij 'De huwelijksnacht van Tobias en Sarah'. Daarbij gaat de auteur in op een artikel dat al eerder in Ars Aequi is verschenen. Aan bod komen onder andere zaaksvorming waarbij de verschillende elementen daarvan aan bod komen. De auteur betoogt dat er i.c. geen sprake van zaaksvorming kan zijn. Nachbahr benadrukt dat de kunsthistorische argumenten daarbij ook een rol spelen.

Opinie | Reactie/nawoord
maart 2009
AA20090172

De leemte in de Beroepswet

Reaktie

P.H. Schoemaker

Opinie | Reactie/nawoord
februari 1980
AA19800083

De OV-studentenkaart en het gemeenschapstrouwbeginsel: een reactie

C.M.J.A. Kuypers

Reactie op een eerder in Ars Aequi gepubliceerd artikel en een andere reactie over de onverenigbaarheid van de OV-Jaarkaart voor studenten en het Europees gemeenschapsrecht. In de reactie wordt deze stelling iets genuanceerd.

Opinie | Reactie/nawoord
oktober 1992
AA19920588

De slechte gedachte onderstreept het gelijk van het goede

Reactie op 'Staat dient op te treden tegen

J. Alsemgeest

Professor Willems concludeert in zijn artikel ‘Staat dient op te treden tegen “pedopartij ”’ dat ereen partijverbod moet komen op de Partij voor de Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit (PNVD).In deze reactie wil ik een aantal kritische kanttekeningen plaatsen bij zijn juridische argumenten.Ik zal daarbij ingaan op het verschil tussen democratie en rechtsstaat, het Refah Partisi arrest van het EHRM en het boek Over vrijheid van John Stuart Mill. Ik wil benadrukken dat ik geen voorstander ben van de PNVD. De inspiratie om dit artikel te schrijven werd mij vooral ingegeven door het verschil van mening tussen mij en professor Willems. Ik ga dan ook vooral in op de juridischeargumenten die professor Willems gebruikt. (zie ook: EHRM 13-2-2003 Case of Refah Partisi (the Welfare Party) and others vs. Turkey).

Opinie | Reactie/nawoord
oktober 2007
AA20070765

De strafrechtelijke aansprakelijkheid van de lokbeambte:een hardnekkig misverstand (inclusief nawoord)

J.F. Nijboer bewerkt door P.A.M. Mevis

Reactie en nawoord bij een artikel dat eerder in Ars Aequi wer gepubliceerd over de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de lokbeambte. Met een nawoord van Clara Fetter

Opinie | Reactie/nawoord
februari 1988
AA19880092

De vele rollen van Kees Schuyt

Nawoord bij nevenstaande reactie

N.J.H. Huls

In dit nawoord gaat de oorspronkelijke auteur in op een reactie op diens oorspronkelijke artikel.

Opinie | Reactie/nawoord
juni 2009
AA20090411

Denken over rekening-courant en schuldoverneming: terug naar de feiten

Reactie op 'Rekening-courantrekening en schuldoverneming in faillissementssituaties; zoete broodjes worden niet gebakken'

A. Smeekes

Een reactie op het artikel: "Rekening-courantrekening en schuldoverneming in faillisementssituaties; zoete broodjes worden niet gebakken'.

Opinie | Reactie/nawoord
juni 2004
AA20040415

Digitalisering en de ontwrichting van de trias politica

Reactie op Reijer Passchier, ‘Digitalisering en de (dis)balans in de trias politica’

D. de Koning

Post thumbnail In zijn bijdrage in Ars Aequi van oktober 2020 beschrijft Reijer Passchier de (dis)balans in de trias politica als gevolg van digitalisering. Passchier verdient terecht waardering voor het erkennen van het belang van digitalisering en de effecten daarvan op de machtsverhoudingen in onze democratische rechtsstaat. Juist vanwege het belang van het onderwerp, is een kritische reflectie op zijn betoog noodzakelijk. Een kritische reflectie niet zozeer vanuit juridisch perspectief, maar met name vanuit het perspectief van een ‘digitaliseringexpert’.

Opinie | Reactie/nawoord
juni 2021
AA20210566

Directors Fiduciary Duties Beyond the Nation State

A Response to Huijbregts

K.H.M. de Roo

Dit artikel is een reactie op het in december 2015 in Ars Aequi geplaatste artikel ‘Directors’ Fiduciary Duties in Public Benefit Corporations’ van S.J.M. Huijbregts.

Opinie | Reactie/nawoord
april 2016
AA20160263

Direkt wonen: doet de praktijk wat de wet niet toestaat?

J.J. Dammingh

In hun bijdrage ‘Direkt wonen; dat kost geld!’ in de rubriek ‘Redactioneel’ in Ars Aequi van september jl. stellen H. Borgers en M. van de Hel dat woningzoekenden die via een tussenpersoon woonruimte te huur krijgen aangeboden, vaak ten onrechte een (te hoge) vergoeding aan die tussenpersoon moeten betalen. Deze stelling lijkt mij niet juist ten aanzien van de verhuur van onzelfstandige woonruimte. Zo zal de student die via een bemiddelingsbureau een kamer of etage vindt, doorgaans wél terecht courtage aan dat bureau verschuldigd zijn. In het navolgende ga ik nader in op enkele door Borgers en Van de Hel in hun bijdrage geponeerde stellingen.

Opinie | Reactie/nawoord
december 1998
AA19980965

Door invoering van de strafbeschikking minder werk voor de rechter? Reactie op Rinus Otte, ‘Het Openbaar Ministerie en de strafbeschikking. De voortdurende ontlasting van de rechtspraak’

Nawoord bij bovenstaande reactie

M. Otte, F. van Tulder

In deze bijdrage reageert Frank van Tulder op een in maart 2019 in Ars Aequi verschenen artikel van Rinus Otte. Met een nawoord van Otte.

Opinie | Reactie/nawoord
september 2019
AA20190668

Een reaktie: de leemte in de Beroepswet bestaat nog steeds

C.J.P. van Laer

In het november-nummer van dit tijdschrift publiceerde C.A.M. Damen een artikel over 'De leemte in de Beroepswet' (pp. 585-588). Het is een enigszins verbeterde versie van een bijdrage van dezelfde auteur voor SMA van dezelfde maand, voorzien van een opmerking van A.B. (pp. 772-775). Het betreft dit belangrijke vraagstuk van rechtsberscherming: welke rechtsgang kan de verzekerde met succes volgen wanneer het uitvoeringsorgaan talmt met het verstrekken van een voor beroep vatbare beslissing (v.b.v.b.)? Ten onrechte wekt de auteur de indruk dat dit vraagstuk een oplossing zou naderen.

Opinie | Reactie/nawoord
januari 1980
AA19800013

Resultaat 13–24 van de 163 resultaten wordt getoond