Resultaat 289–300 van de 428 resultaten wordt getoond
J.G. Brouwer, S.M. Wolfert
In 2009 wordt in de gemeenten Utrecht en Rotterdam geëxperimenteerd met een maatregel die te boek staat als de avondklok. Kort gezegd komt het erop neer dat de burgemeester aan de ouders van een overlastgevend kind mededeling doet dat de politie hun kind naar huis brengt, indien het in de eerstkomende drie maanden opnieuw overlast veroorzaakt dan wel indien hun kind zich na 21.00 uur zonder begeleiding op straat bevindt. De introductie van de avondklok stuitte bij veel leden van de Eerste Kamer op verzet. Het was dat de maatregel onderdeel uitmaakte van de package deal die Voetbalwet heet, anders was de bevoegdheid er nooit gekomen. Dat had niet zozeer te maken met het instrument zelf, als wel met het vage toepassingscriterium: herhaaldelijke groepsgewijze verstoring van de openbare orde.
Opinie | Opiniërend artikelapril 2011AA20110267
D. van Diejen
Artikel 1 van de Medische Tuchtwet ziet op handelingen, die het vertrouwen in de stand der geneeskundigen ondermijnen. In de overwegingen leidende tot de onderhavige uitspraak komt het Medisch Tuchtcollege echter niet toe aan de rechtsvraag of de betrokken chirurg nalatig heeft gehandeld.
Opinie | Opiniërend artikelseptember 1992AA19920470
H.-M.Th.D. ten Napel, F.H.K. Theissen
Florian H. Karim Theissen en Hans-Martien ten Napel stellen dat afschaffing of beperking van de godsdienstvrijheid de bijl in het fundament van de open samenleving in Nederland zet en beargumenteren dit aan de hand van een viertal casusposities: het gedoogakkoord, het boerka-verbod, weigerambtenaren en de SGP, en ritueel slachten en mannenbesnijdenis.
Opinie | Opiniërend artikelmaart 2012AA20120182
R.C. Hartendorp
De rechtspraak experimenteert volop met buurtrechtspraak die voor geschillen van gewone burgers een eenvoudige, snelle en op verzoening gerichte procedure biedt. In deze bijdrage wordt ingegaan op de totstandkomingsgeschiedenis van buurtrechtspraak en hoe de verschillende experimenten zijn vormgegeven. De auteur doet tevens een aantal aanbevelingen hoe de rechtspraak haar organisatie van innovatie kan vormgeven om vernieuwingen zoals buurtrechtspraak tot een succes te maken.
Opinie | Opiniërend artikeljuni 2020AA20200544
D.R. Doorenbos
Volgens de Hoge Raad moet ook in het economisch strafrecht de leer van het kleurloos opzet gelden. Dat uitgangspunt wordt in deze opinie ter discussie gesteld. Wie zich niet bewust is van het bestaan van een voorschrift, kan dat voorschrift niet opzettelijk overtreden. Hij begaat geen misdrijf, maar een overtreding. De aanvaarding van boos opzet past in het systeem van de Wet op de economische delicten.
Opinie | Opiniërend artikelmaart 2021AA20210253
R.S. Meijer
Volgens de Hoge Raad vormt schending van de zorgvuldigheidsplicht door een advocaat, indien niet hijzelf maar zijn kantoor de contractspartij is, naast wanprestatie van dat kantoor, steeds een eigen onrechtmatige daad van die advocaat jegens de cliënt. Deze opinie bestrijdt die nieuwe regel als dogmatisch dubieus, praktisch problematisch en sociaal onwenselijk.
Opinie | Opiniërend artikeljuni 2016AA20160441
L.M. Cuelenaere, A.R. Leen
In dit nawoord op een reactie op het oorspronkelijk artikel waarbij er wordt ingegaan op de wijziging van de faillissementswet ten faveure van de crediteur op basis van rechtseconomische argumenten. De oorspronkelijke auteur gaat in op de reactie en zet daarbij zijn stellingen kracht bij.
Opinie | Opiniërend artikelmei 1990AA19900285
P.A.M. Mevis
In deze opiniërende amuse wordt ingegaan op de verhoudingen tussen wetgever en rechter waar het de rechtsvorming in het strafrecht betreft. Daarbij wordt ingegaan op het wetsvoorstel Halsema over wijziging van het toetsingsverbod.
Opinie | Opiniërend artikelmaart 2009AA20090152
K.L.H. van Mens
Dit artikel gaat in op een aantal moeilijke en belangrijke vragen over het menselijk lichaam en over orgaandonatie. In onze rechtenstudie staan misschien teveel de antwoorden voorop. Wellicht is het bij een wetenschappelijke benadering beter om ons te richten op het stellen van vragen, vooral als die vragen weer nieuwe vragen oproepen. De uiteindelijke antwoorden zijn dan een sluitstuk van wijsheid. Hierna wil ik u uitdagen om uw eigen vragen te formuleren. Ingaan op filosofische, ethische en medische aspecten is noodzakelijk om tot een voldragen inzicht in de problematiek van orgaandonatie te geraken. In het juridische kader wordt ook ingegaan op enige rechtshistorie. Daarbij heb ik ervoor gekozen om de praktijk van orgaandonatie beknopt toe te lichten. Het onderwerp van dit artikel is emotioneel beladen. Om die reden zijn de ‘conclusies’ vooralsnog impliciet. Het zou al heel mooi zijn als het maatschappelijke debat over orgaandonatie meer op gang komt.
Opinie | Opiniërend artikelseptember 2003AA20030630
J.E. Jansen
Op 1 januari 1912 trad hetZivilgesetzbuch für die Schweiz (ZGB) in werking. Als een van de laatste landen op het Europese continent kreeg Zwitserland op die dag een landelijke codificatie die het gehele privaatrecht beslaat. Tot die tijd hadden de soevereine kantons, waaruit Zwitserland nog steeds bestaat, een landelijke codificatie tegengehouden. Als gevolg van allerlei kantonale codificaties was een ‘abscheulicher, grauenerregender Gesetzeswirrwarr’ ontstaan. Zwitserland kende aan het einde van de 19e eeuw ongeveer vijfentwintig codificaties. Het ZGB maakte aan deze toestand een einde. Om het Zwitserse eeuwfeest luister bij te zetten, staat Jelle Jansen in deze bijdrage stil bij Zwitserse invloeden op het zakenrecht in het Ontwerp Meijers en het Nederlandse Burgerlijk Wetboek van 1992.
Opinie | Opiniërend artikeldecember 2012AA20120924
A.C.M. Spapens
Houden criminelen de politie beter in de gaten dan anderom? Als dit zo is, mag dan de privacy worden ingeperkt om dit te ondervangen?
Opinie | Opiniërend artikelmaart 2007AA20070225
J.P. de Haan
Het beeld is ontstaan dat de civiele rechter te gemakkelijk zaken op de stelplicht afdoet. Nu dit een barrière vormt voor partijen om hun materiële rechten verwezenlijkt te krijgen, verdient deze praktijk een kritische blik. De rechter zou partijen meer tot bewijslevering moeten toelaten, en als hij een zaak wel op de stelplicht afdoet, beter moeten uitleggen waarom hij dit doet.
Opinie | Opiniërend artikelmei 2021AA20210450