Resultaat 373–384 van de 485 resultaten wordt getoond
M. Rood-De Boer
Na een korte omschrijving van wat onder het begrip rechtsbeginselen en -begrippen wordt verstaan gaat de auteur in op de klassieke rechtsbeginselen in het personen-, familie- en jeugdrecht. Daartoe komen met name vrijheid, gelijkheid en verantwoordelijkheid aan de orde. In de derde paragraaf worden nieuwe rechtsbeginselen besproken zoals evenredigheid, proportionaliteit, redelijkheid en toets- en controleerbaarheid.
Bijzonder nummer | Rechtsbeginselenoktober 1991AA19910802
M. Adams
Inzicht in de werking en betekenis van het constitutionele recht kan niet alleen via de tekst van, bijvoorbeeld, een grondwet worden verklaard. Dergelijk inzicht ontstaat vooral door het constitutionele recht te bestuderen in samenhang met en de institutionele én culturele context waarin het is ingebed. Zeker voor de rechtsvergelijker is het ontrafelen van die context niet vanzelfsprekend. Over wat daarvoor nodig is gaat deze bijdrage.
Bijzonder nummer | Reizen naar Rechtjuli 2024AA20240626
Ch. Caanen, P.H.J. Essers
In dit artikel worden de invloeden van de twee belangrijkste kernbegrippen van de rechtseconomie, effectiviteit en efficiëntie, op het belastingrecht. Dit onderzoek speelt zich af op een drietal niveaus: de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht.
Bijzonder nummer | Rechtseconomieoktober 1990AA19900677
B. Hoogenboom
In deze bijdrage wordt de theorievorming over de veiligheidsindustrie besproken. Twee theorieën domineren: de Junior-Partner theorie en de Economische theorie. De eerste theorie benadrukt de complementaire positie van de veiligheidsindustrie: de overheid is gebaat bij aanvullend preventief toezicht door het bedrijfsleven. De Economische theorie daarentegen wijst op de 'loss prevention' functie van de veiligheidsindustrie die wezenlijk verschilt van de strafrechtelijke doeleinden van de overheid. In deze benadering staan begrippen als doelmatigheid, efficiency en effectiviteit centraal. 'Misdaadbestrijding' is een afgeleide van een 'hoger' doel: winstmaximalisatie. Deze doelstelling kan ten koste gaan van de positie van werknemers. Het wetboek van Strafvordering begrenst slechts het optreden van overheidsfunctionarissen, niet dat van particuliere beveiligers. In de eerste paragraaf wordt betoogd dat het criminaliteitsvraagstuk uitsluitend wordt benaderd vanuit rechtsstatelijk perspectief. In paragraaf drie en vier wordt de theorie rondom het veiligheidsvraagstuk behandeld.
Bijzonder nummer | Rechtseconomieoktober 1990AA19900721
D.R. Doorenbos, J.F.L. Roording
De economics of crime reiken verder dan de grenzen van het strafrecht. De benadering is namelijk ook bruikbaar als het gaat om de vraag welke handhavingsmiddelen ter bestrijding van een bepaalde vorm van onrechtmatig gedrag uit het oogpunt van efficiëntie en effectiviteit het meest aangewezen zijn. Het inschakelen van strafrechtelijke middelen is dan een optie. In dit artikel stellen wij ons deze vraag voor een concrete gedraging, namelijk het misbruik van voorwetenschap bij de handel in ter beurze genoteerde effecten. Na een schets van het door ons gehanteerde model (paragraaf 2) wordt een en ander toegepast op misbruik van voorwetenschap (paragraaf 3). Aan het slot veroorloven wij ons enige kanttekeningen bij de rechtseconomische benadering van het strafrecht (paragraaf 4).
Bijzonder nummer | Rechtseconomieoktober 1990AA19900733
I.C. van der Vlies
In dit artikel wordt beschreven hoe het Europese recht anders ingericht kan worden zodat de wetgeving van de Lid-staten en de EG beter op elkaar afgestemd kunnen worden.
Bijzonder nummer | Rechtsharmonie - Wetsharmoniemei 1996AA19960293
G.A.M. Strijards
In het Wetboek van Strafrecht zijn slechts enkele, meer incidentele wezensvreemde elementen tengevolge van internationaal recht aan te wijzen. In dit artikel zal aangetoond worden dat buiten het Wetboek van Strafrecht om belangrijke ontwikkelingen gaande zijn, welke nopen tot het heroverwegen van introverte kenmerken van het Wetboek van Strafrecht.
Bijzonder nummer | Rechtsharmonie - Wetsharmoniemei 1996AA19960378
F. van Tulder
In dit artikel wordt op economische wijze het systeem van de gefinancieerde rechtshulp besproken. Eerst wordt de doelstelling en de huidige regeling van de rechtshulp kort beschreven. Vervolgens wordt de afweging van een rechtzoekende in een eenvoudig model geïllustreerd; hieruit worden enige conclusies over de vraag naar rechtshulp en de huidige rechtshulpregeling getrokken. Vervolgens komt een empirische analyse van de vragers van rechtshulp aan de orde. Daarna wordt bekeken in hoeverre het rechtshulpsysteem en de rol van de aanbieders daarin tot een maatschappelijk gezien optimaal gebruik van rechtshulp leidt. Tenslotte volgt een aantal conclusies.
Bijzonder nummer | Rechtseconomieoktober 1990AA19900692
P. Ducheine
In deze bijdrage wil de auteur op summiere wijze de vraag beantwoorden aan de hand van welke rechtsregimes functioneel militair geweldgebruik in uitzendsituaties beoordeeld moet worden. ‘Rechtsregime’ wordt in deze bijdrage gebruikt in de betekenis van (rechts)regels die de uitvoering van operaties beheersen, inclusief geweldsinstructies. Samen met de rechtsgrondslagen –rechtsbases – voor een operatie, bieden zij het juridische kader van operaties.
Bijzonder nummer | Oorlog & recht | Verdieping | Studentartikeljuli 2009AA20090490
T.P. Spijkerboer
Dit artikel gaat over een staatsrechtelijk probleem dat zich voordoet als gevolg van de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Aan de hand van een aantal voorbeelden betogen dat de Afdeling onvoldoende doet waar zij als besuutrsrechter nu juist wel voor is, namelijk het bestuur controleren.
Bijzonder nummer | De rechtsstaat Nederlandjuli 2004AA20040569
J.C.M. Leijten
Een column over onze rechtsstaat.
Bijzonder nummer | De rechtsstaat Nederland | Opinie | Columnjuli 2004AA20040481
I.R. Jong, L. Strikwerda
Welke rol vervult rechtsvergelijking bij rechtsvinding door de Hoge Raad in burgerlijke zaken? Deze vraag staat in dit artikel centraal. Een vijftal wordt onderscheiden waarin buitenlands recht aan de orde komt In deze gevallen blijkt het rechtsvergelijkend argument een steeds wisselende rol te spelen. Als zelfstandig interpretatie-argument is rechtsvergelijking een betrekkelijk zeldzame verschijning in de rechtsvinding van de Hoge Raad.
Bijzonder nummer | Rechtsvergelijkingmei 1994AA19940284