Annotatie

De ICOVA-heffing op aardolieprodukten en het EEG-recht

K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 12 december 1990, ECLI:EU:C:1990:455, zaak C 302/88 (Hennen Olie BV tegen Stichting Interim Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieprodukten en Staat der Nederlanden) In deze uitspraak van het HvJ EG komt naar aanleiding van prejudiciële vraag de werking van art. 34 EEG (maatregelen van gelijke werking als kwantitatieve uitvoerbeperking aan de orde) in een casus die draait om olie. In de noot wordt dieper ingegaan op de internationale regelingen, waaronder een Europese richtlijn, die hieraan ten grondslag liggen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 1991
AA19910408

De IJzeren Rijn

De inningsbevoegdheid van de pandhouder van een vordering

R.M. Wibier

Hoge Raad 21 januari 2014, nr. 13/02185, ECLI:NL:HR:2014:415 (Immun Age/Neo-River)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2015
AA20150126

De invloed van studiefinanciering op de aftrek van kosten van levensonderhoud

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 15 december 1999, nr. 34 746, ECLI:NL:HR:1999:AA4203, BNB 2000/158

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2000
AA20000683

De Jong/Carnifour

A.I.M. van Mierlo

Hoge Raad 30 november 2001, nr. C00/041HR, ECLI:NL:HR:2001:AD3953, RvdW 2001, 196 (De Jong/Carnifour) Derdenbeslag. Verklaring van derde-beslagene op de voet van artikel 476a Rv. Staat het de derde beslagene vrij zijn verklaring, zo die onjuist is, te herroepen of te wijzigen? Onrechtmatige daad; rechtsverwerking. Geen analoge toepassing artikel 3:35 en 3:36 BW.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2002
AA20020276

De judiciële lus: alleen voor kleine of ook grote ongelukken?

Y.E. Schuurmans

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 5 februari 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:289, nr. 13-4139 AW, TAR 2015/65 (Risicovolle hellingbaan)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2016
AA20160377

De juridisering van de afwikkeling van de toeslagenaffaire

A.T. Marseille

Rb. Overijssel 25 april 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:1459, JB 2023/141, NLF 2023/1170, m.nt. E.J.M. Roosendaal Rb. Rotterdam 26 april 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:3475, NLF 2023/1169, m.nt. E.J.M. Roosendaal

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2023
AA20230663

De kantonrechtersformule: AxBxC – rechtseenheid of (nieuwe) rechtsonzekerheid?

J. Riphagen

Rechtbank Utrecht 8 december 1997, JAR 1998/28 en Kantonrechter Amersfoort 5 november 1997, JAR 1998/57 Kantonrechter Utrecht: De verwerende partij heeft gesteld dat er geen economische noodzaak bestond voor de reorganisatie en het daarmee samenhangende ontbindingsverzoek. De vraag echter of er een economische noodzaak tot sluiting van de vestiging aanwezig was dan wel of er voor een ander alternatief gekozen moest worden, behoort in beginsel tot beleidsvrijheid van de ondernemer. Tevens heeft verweerder verzocht om - in geval van ontbinding - bij de toe te kennen vergoeding de C-factor hoger te stellen dan 1. Daartoe bestaat echter geen aanleiding onder andere omdat ook bij een niet-verliesgevende situatie de ontbinding toch als een `kleurloze´ of `neutrale´ ontbinding valt aan te merken, waarbij doorgaans de factor C=1 op haar plaats is.Kantonrechter Amersfoort: Niet of onvoldoende is gebleken dat de werknemer in kwestie die al 29 jaar bij de werkgever in dienst was, niet in zou zijn aan de nieuwe machines, die in verband met een rationalisatie van het productieproces nodig waren, te werken; niet is onterecht of hij al dan niet met succes gebruik zou maken van een handleiding in zijn eigen taal noch is gebleken dat hij onwillig was of niet bereid zou zijn tot bijscholing. Het ontbindingsverzoek wordt derhalve afgewezen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1998
AA19980986

De kasgeldarresten

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 11 juli 1990, nrs. 25.579, 25.655, 25.687 en 26.306, ECLI:NL:HR:1990:ZC4345. Ook bekend als de kasgeldarresten. Uitspraak van de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelt dat indien een aandeelhouder in een BV de onderneming van de BV met uitzondering van de overtollige geldmiddelen onderbrengt in een andere door hem beheerste BV, levert verkoop van de aandelen in de aldus ontstane kasgeld-BV met een beroep op fraus legis inkomsten uit vermogen op. Belastingplichtige had als doorslaggevende beweegreden de heffing van belasting ontgaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1990
AA19900846

De klachtplicht van de teleurgestelde koper

T. Hartlief

Hoge Raad 29 juni 2007, nr. C06/002HR, ECLI:NL:HR:2007:AZ7617, RvdW 2007, 636 (Pouw/Visser) In dit arrest en de daarbij behorende noot staat het klachtrecht van de koper centraal bij non-conformiteit van de geleverde zaak. Besproken wordt wanneer de klachttermijn begint te lopen. Daar aan voorafgaand is er ook nog sprake van een onderzoekstermijn. Verschillende factoren die bij beide termijnen een rol spelen worden besproken.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2008
AA20080362

De Koning in de Awb

C.A.J.M. Kortmann

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 6 juni 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BA6497, LJN: BA6497, nr. 200608642/1 Staatsrechtelijke annotatie bij een uitspraak van de ABRvS waarbij aan de orde komt: de Koning als voorzitter van de Raad van State, de Koning als (niet) bestuursorgaan en de onschendbaarheid van de Koning.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2008
AA20080139

De Kroon c.s./Notaris Peters

A.I.M. van Mierlo

Hoge Raad 15 november 2002, nr. C00/279HR, ECLI:NL:HR:2002:AF0576, RvdW 2002, 181 (De Kroon c.s./Notaris Peters) Verkoop onroerende zaak. Stichting derdengelden. Conservatoir derdenbeslag onder de notaris ten laste van de verkoper. Is de vordering van de verkoper tot uitbetaling van de koopsom een vordering op de notaris dan wel op de Stichting derdengelden?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2003
AA20030449