Vermogensrecht

Resultaat 529–540 van de 591 resultaten wordt getoond

Titel 7.1 (koop en ruil) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek

A.S. Hartkamp

In dit artikel gaat Hartkamp in op het nieuwe kooprecht dat per 1 januari 1992 is ingevoerd. In het artikel wordt ingegaan op de totstandkoming, wordt er een korte weergave van de inhoud van de regeling gegeven en komt de samenhang met andere regelingen, met name de boeken 3, 5 en 6 NBW aan bod. Tenslotte wordt er ingegaan op het feit dat de koopovereenkomst een zogenaamde `bijzondere´ of `benoemde´ overeenkomst is en de inwerkingtreding van de regeling.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
mei 1990
AA19900295

Toegang tot recht in perszaken

L.R. van Harinxma Thoe Slooten

Is het voor een door de media benadeelde mogelijk om hun recht te halen, bezien in het licht van baten en lasten? In dit proefschrift is hier onderzoek naar gedaan en de auteur komt tot de conclusie dat een benadeelde meestal niet veel heeft aan sancties.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
juli 2006
AA20060538

Toerekening van een onrechtmatige daad

C.H. Sieburgh

In dit artikel wordt door mr. C.H. Sieburgh haar proefschrift inzake de toerekening bij onrechtmatige daad besproken.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
maart 2001
AA20010182

Toetsing van algemene voorwaarden bij een arbeidsongeschiktheidsverzekering

Annotatie bij HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1800

W.H. van Boom

Hoge Raad 28 september 2018, nr. 18/00989, ECLI:NL:HR:2018:1800

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2020
AA20200060

Twee arresten over ‘winstafroming’ ex artikel 6:104 BW

W.H. van Boom

Hoge Raad 18 juni 2010, nr. 08/04766, ECLI:NL:HR:2010:BM0893, LJN: BM0893 (Doerga/Stichting Ymere); Hoge Raad 18 juni 2010, nr. 08/04918, ECLI:NL:HR:2010:BL9662, LJN: BL9662 (Setel NV/AVR Holding NV) Verbintenissenrecht. Vordering woningcorporatie wegens illegale onderverhuur. Schadebegroting op bedrag van de winst (art. 6:104 BW). Art. 6:104 BW geeft geen vordering tot winstafdracht, maar verleent de rechter een discretionaire bevoegdheid om de gevorderde schadevergoeding te begroten op de door het onrechtmatig handelen of de wanprestatie genoten winst, of een deel daarvan. Enige schade moet aannemelijk zijn; concreet nadeel hoeft niet te worden aangetoond. Vanwege het niet-punitieve karakter van art. 6:104 BW past de rechter in zoverre terughoudendheid dat waar het behaalde voordeel de vermoedelijke omvang van de schade aanmerkelijk te boven gaat de schade in beginsel wordt begroot op een gedeelte van de winst. Voor toewijzing van de vordering tot winstafdracht gelden niet meer of andere vereisten dan ingevolge art. 6:162 of 6:74 BW voor toewijzing van schadevergoeding (vgl. HR 16 juni 2006, NJ 2006, 585). Het schade toebrengend handelen moet bijvoorbeeld op de voet van art. 6:162 lid 3 BW of art. 6:75 BW aan de aansprakelijke persoon kunnen worden toegerekend. Art. 6:104 BW eist geen bijzondere mate van verwijtbaarheid. De in art. 6:104 BW bedoelde winst hoeft geen betrekking te hebben op de winst die de benadeelde zelf had kunnen realiseren. In het algemeen kan niet de eis worden gesteld dat de op te leggen schadevergoeding in een reële verhouding staat tot de daadwerkelijk geleden schade.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2011
AA20110118

Twee werelden apart?

M. Geerdink, J. Straesser

Redactioneel artikel waarbij de verhouding tussen het kerkelijk en burgerlijk huwelijk aan de orde komt.

Opinie | Redactioneel
april 1998
AA19980239

Twintig jaar nieuw BW: bijzondere overeenkomsten

Van oude wetboeken, de dingen die voorbijgaan...

T.F.E. Tjong Tjin Tai

Post thumbnail Twintig jaar bijzondere overeenkomsten hebben veel opgeleverd voor specialisten, doch weinig voor algemene civilisten. Daarnaast roepen de ontwikkelingen de vraag op wat nog de zin is van een boek over bijzondere overeenkomsten in een tijd van europeanisering, specialisatie, consumentenbescherming, en verschuiving naar het publiekrecht. Een snelle duik in de geschiedenis laat echter zien dat dit een eeuw geleden niet anders was. Mits we met voldoende sobere verwachtingen naar de codificatie kijken, kunnen we vrij tevreden zijn met de regeling van bijzondere overeenkomsten.

Rode draad | 20 jaar Nieuw BW
november 2012
AA20120869

Uitleg van afstand van zekerheidsrechten

E. Koops

Post thumbnail

Vrijwillige verkoop levert meer op dan executoriale verkoop, maar een potentiële koper wil niet voor de volle prijs een zaak kopen waarop nog zekerheidsrechten rusten. Crediteuren doen daarom afstand van die rechten. Dat leidt tot problemen van uitleg, want als het even kan, willen crediteuren hun zekerheid graag behouden tot het geld binnen is.

Overig | Rode draad | Historische wortels van het recht
september 2013
AA20130699

Uitleg van commerciële contracten en de entire agreement clause

M.P.L. Schaink

In het handelsverkeer zijn partijen erbij gebaat om op voorhand te weten hoe schriftelijke afspraken die zij maken zullen uitwerken. Daarom wordt vaak aangevoerd dat commerciële contracten naar de letterlijke tekst moeten worden uitgelegd. Hoe kijkt de Hoge Raad aan tegen de taalkundige interpretatiemethode? En in hoeverre wijst de zogenaamde entire agreement clause in die richting?

Bijzonder nummer | Recht & taal
juli 2015
AA20150632

Uitleg van commerciële contracten in de praktijk

D.J. Beenders, J.W.M.K. Meijer

Post thumbnail Het is van essentieel belang dat bij de totstandkoming van een overeenkomst al wordt nagedacht over mogelijke risico’s ten aanzien van de uitleg daarvan en hoe deze risico’s zoveel mogelijk kunnen worden beperkt. Mocht het tot een geschil komen, dient een partij bovendien zoveel mogelijk (processuele) waarborgen te treffen om de kans op een voor haar gunstige uitleg van de overeenkomst te vergroten. Dit artikel is bedoeld om studenten vanuit een praktische invalshoek een inleiding te geven op deze problematiek en de wijze waarop daarmee kan worden omgegaan.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2013
AA20130646

Uitleg van een boetebeding en matiging van contractuele boete: de letter of de geest van het contract?

J.M. van Dunné

Hoge Raad 11 februari 2000, nr. C98/196HR, ECLI:NL:HR:2000:AA4779, NJ 2000, nr. 277, (Kok/Schoor (rattenbestrijding)) In deze noot bij dit arrest wordt ingegaan op de werking van het boetebeding en eventuele matiging op grond van de billijkheid.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2001
AA20010251

Unfair commercial practice ≠ unfair contract term ≠ void contract

The CJEU’s judgment in the case C-453/10 (Pereničová and Perenič)

J. Luzak

Post thumbnail In de relatie tussen consumenten en handelaren zijn consumenten niet zelden in het nadeel, bijvoorbeeld vanwege onredelijke voorwaarden in standaardcontracten, of door misleidende informatie over prijzen voor producten of diensten. Wat gebeurt er nu als een consument een onredelijke voorwaarde uit een standaardcontract aanvecht? Vervalt dan het hele contract? Joasia Luzak onderzoekt dit aan de hand van HvJEU-uitspraak C-453/10 (Pereničová and Perenič). Dit artikel is geschreven in het Engels.

Opinie | Opiniërend artikel
juni 2012
AA20120428

Resultaat 529–540 van de 591 resultaten wordt getoond