Sociaal-economisch recht

Resultaat 145–156 van de 1588 resultaten wordt getoond

De bescherming van gewichtheffers, cheerleaders en menselijke kanonkogels

D.J.G. Visser

Opiniërend artikel over de destijds in te voeren wet die ziet op de naburige rechten. Volgens de auteur wordt is het onduidelijk wie beschermd worden, de kunstenaars en wat onder de definitie valt. De auteur pleit na invoering voor proefprocessen om de onduidelijkheid te voorkomen.

Opinie | Opiniërend artikel
januari 1993
AA19930020

De beurs-NV van nul tot nu van VOC tot hedge fonds

J.M. de Jongh

Post thumbnail

Conflicten tussen aandeelhouders en bestuurders zijn van alle tijden. Zij doen zich niet alleen voor bij wanbeleid maar ook bij belangenconflicten. Matthijs de Jongh schreef een ontwikkelingsgeschiedenis van de kapitaalvennootschap aan de hand van de ingewikkelde verhouding tussen aandeelhouders en de vennootschap. In deze bijdrage belicht hij enkele hoofdlijnen uit zijn boek.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
oktober 2014
AA20140777

De bijzondere zorgplicht van de bank als beleggingsadviseur

D. Busch

Hoge Raad 3 februari 2012, nr. 10/04578, ECLI:NL:HR:2012:BU4914, LJN: BU4914 (Coöperatieve Rabobank Vaart en Vecht UA/X)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2012
AA20120752

De civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener bij niet-particuliere beleggers. Het publiekrecht bepaalt!

I.P.M.J. Janssen

De civielrechtelijke zorgplicht van financiële ondernemingen is al jarenlang een hot topic. Zij doet zich in veel gedaanten voor. Denk bijvoorbeeld aan een civielrechtelijke zorgplicht bij het opstellen van prospectussen, het verstrekken van kredieten maar ook bij het verlenen van beleggingsdiensten. Vooralsnog genoot in ieder geval een particulier de bescherming van de civielrechtelijke zorgplicht. In het specifieke geval van beleggingsdienstverlening kwam enige tijd geleden de vraag op of de beleggingsdienstverlener deze verplichting ook bij niet-particuliere beleggers moet naleven. Deze bijdrage gaat in op de civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener bij niet-particuliere beleggers.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
december 2017
AA20171033

De concernenquête: moeizaam laveren tussen processuele zekerheid en economische werkelijkheid

S.M. Bartman, R.P. Jager

Hoge Raad 3 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:478 (SNS)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2020
AA20200581

De Conservatrix-casus: pionieren met resolutie

J. Altunian, F.L.P. Vulto

Post thumbnail Dit artikel is gewijd aan het faillissement van de Nederlandsche Algemeene Maatschappij van Levensverzekering Conservatrix N.V. In dit artikel ontleden de auteurs de spraakmakende Conservatrix-casus en wordt onderzocht hoe de afwikkelingsinstrumenten van De Nederlandsche Bank N.V. in een faillissement van een levensverzekeraar werken. In hoeverre bieden de ruime kaders waarbinnen de rol van De Nederlandsche Bank N.V. als toezichthouder wordt vormgegeven, houvast en welke lering kan getrokken worden uit deze in het oog springende casus?

Verdieping | Studentartikel
november 2022
AA20220841

De contractuele of de fictieve opzegtermijn: artikel 16 lid 3 WW opnieuw ter discussie

J. Riphagen

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 11 december 2002, ECLI:NL:CRVB:2002:AF3226, USZ 2003, 54 Uit zowel de tekst als de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 16, lid 3 WW blijkt dat ook bepalingen opgenomen in een individuele of collectieve arbeidsovereenkomst, die afwijken van – onder andere – het tweede lid van artikel 7:672 BW, bij de toepassing van de fictieve opzegtermijn in beschouwing moeten worden genomen. Zulks op voorwaarde dat zij blijven binnen de in laatstgenoemd artikel aangegeven grenzen. Een en ander ligt niet anders indien de tekst van een dergelijke bepaling met betrekking tot de opzegtermijn voor oudere werknemers (nagenoeg) hetzelfde effect heeft als artikel XXI van de wet Flexibiliteit en Zekerheid ten aanzien waarvan in de uitspraak van 28 maart 2001 van de Raad is geoordeeld dat zij in het kader van artikel 16 lid 3 juist buiten beschouwing moest blijven.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2003
AA20030867

De Corporate Governance Code en het drijfzand van de open norm

K.H.M. de Roo

Post thumbnail Het Engelse ‘comply or explain’-principe heeft in korte tijd een zegetocht door het continentaal-Europese ondernemingsrecht gemaakt. In het decennium waarin het principe wettelijk is verankerd, is de hantering ervan meermaals in jurisprudentie aan bod gekomen. Besproken wordt in hoeverre de Nederlandse implementatie- en hanteringswijze de waarde van het principe heeft kunnen behouden.

Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikel
april 2015
AA20150257

De Curaçaose Protected Cell Company

H. Koster

Post thumbnail In deze bijdrage gaat de auteur in op de Protected Cell Company naar het recht van Curaçao. Dit is een rechtspersoon die over meerdere afgescheiden vermogens kan beschikken opdat schulden die verband houden met een van de afgescheiden vermogens niet kunnen worden verhaald op het algemene vermogen van de Protected Cell Company of op een van de andere afgescheiden vermogens.

Blauwe pagina's | Caribisch recht
maart 2019
AA20190172

De Data Act: van het beschermen van data naar het delen van data?

I. Graef

Post thumbnail In deze aflevering van ‘Verdraaid recht’ schrijft Inge Graef over de Data Act. Hoewel het doel van de Data Act is om innovatie te bevorderen door data beschikbaar te maken voor hergebruik door derden, zouden verplichtingen om data te delen ook kunnen leiden tot een afname van prikkels voor marktspelers om te blijven investeren in producten en diensten die data genereren, waardoor er een averechts effect optreedt.

Blauwe pagina's | Verdraaid recht
maart 2024
AA20240196

De derdenwerking van niet-ingeschreven pandrechten op geregistreerde IE-rechten

Een verkenning van verleden, heden en toekomst

J. Brugman

Post thumbnail Uit de diverse IE-regelgeving op Nederlands, Benelux- en EU-niveau blijkt dat een pandrecht op een geregistreerd IE-recht pas jegens derden kan worden ingeroepen na inschrijving ervan in het register. De reikwijdte van deze derdenwerkingbepalingen is niet geheel duidelijk en verschilt per IE-recht. Wat kunnen de totstandkomingsgeschiedenissen en de jurisprudentie ons leren over de positie van rechtsopvolgers, latere beperkt gerechtigden, beslagleggers en de faillissementscurator? Een blik op het Draft Common Frame of Reference biedt mogelijk aanknopingspunten voor een uniforme interpretatie van de derdenwerking.

Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikel
juni 2021
AA20210529

De doorwerking van Europese rechtsbeginselen bij de decentrale handhaving van het EU-mededingingsrecht

M.J. Frese

De handhaving van het EU-mededingingsrecht door nationale autoriteiten is onderworpen aan Europese rechtsbeginselen. Deze beginselen dragen bij aan de effectiviteit van de handhaving en aan de bescherming van individuele rechten. Omdat deze beginselen niet alle aanstonds kenbaar zijn geeft dit artikel een impressie van het huidige Europese raamwerk. Hiermee wordt beoogd zowel het vigerende Europese rechtsregime als de mate van Europese integratie op dit terrein te verduidelijken.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2012
AA20120108

Resultaat 145–156 van de 1588 resultaten wordt getoond