Sociaal-economisch recht

Resultaat 121–132 van de 1541 resultaten wordt getoond

De (on)rechtmatigheid van prestatieontlening

M.R. van Zanten

De rechtsbescherming tegen oneerlijke concurrentie, en met name tegen prestatieontlening, zoals deze in Nederland via artikel 1401 BW (oud) door de Hoge Raad wordt geboden is onvoldoende. Naar de mening van de auteur handelt iemand onrechtmatig wanneer hij een wezenlijk element van andermans prestatie exploiteert, een prestatie die slechts na veel kosten en inspanningen aan de kant van die ander mogelijk was, zonder daaraan enige eigen prestatie toe te voegen en puur en alleen om de vruchten van de arbeid van de ander zelf te plukken. De voorwaarden die de Hoge Raad voor het aannemen van onrechtmatigheid stelt worden naar zijn mening derhalve ten onrechte gesteld.

Verdieping | Studentartikel
februari 1992
AA19920073

De 1990-maatregel als emancipatiebeleid: tussen schijn en werkelijkheid

R. de Bock

In dit artikel staat de in 1990 ingevoerde arbeidsplicht voor vrouwen centraal. In het artikel komt achtereenvolgens aan de orde: de inhoud en plaats van deze maatregel (par. 1) en een kort overzicht van de ontstaansgeschiedenis van de 1990-maatregel (par. 2). Vervolgens gaat de auteur in op het kader van de 1990-maatregel, het zogenaamde integrale beleid (par. 3). Het belangrijkste deel van dit artikel bestaat echter uit een bespreking van de — zeer uiteenlopende — kritiek op de 1990-maatregel (par. 4). In dit verband zullen onderwerpen als de (veronderstelde) ondermijning van het gezin, individualisering in de sociale zekerheid en de vermannelijking van het recht aan de orde komen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 1989
AA19890269

De aandeelhoudersovereenkomst in het IPR

Hybride tussen contract en vennootschappelijk document

A.J.N. Draaisma

Post thumbnail Aan aandeelhouders­­­overeenkomsten wordt steeds vaker naast een contractuele, ook een vennootschapsrechtelijke werking toegekend. Dit kan gevolgen hebben voor de aandeelhoudersovereenkomst in het internationaal privaatrecht. Wanneer buitenlandse aandeelhouders van een Nederlandse vennootschap met elkaar een aandeelhoudersovereenkomst sluiten, welke rechter is dan bevoegd? En welk recht is toepasselijk?

Verdieping | Studentartikel
december 2018
AA20180985

De aandeelhoudersvergadering van de beursvennootschap: een orgaan met complexiteiten

A.F. Verdam

Post thumbnail Deze bijdrage belicht een aantal complexe aspecten van de algemene vergadering van aandeelhouders van de beursvennootschap, zoals de identificatie van aandeelhouders, ‘empty voting’, de korte doorlooptijd van aandeelhouders, de onderling verschillende belangen van aandeelhouders. Daarnaast komt de vraag aan bod of de Wet bevorderen langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders zal leiden tot een volwaardiger rol van de algemene vergadering van aandeelhouders in het systeem van ‘checks and balances’ in de vennootschap.

Opinie | Amuse
februari 2020
AA20200126

De adviesprocedure bij de commissie voor beroepszaken van de Ziekenfondsraad

S.M.M. Schouten

De commissie voor beroepszaken van de Ziekenfondsraad brengt adviezen uit omtrent voor beroep vatbare beslissingen van de ziekenfondsen inzake verstrekkingen/ vergoedingen aan verzekerden. De verzekerde is verplicht een dergelijk advies te vragen, alvorens beroep kan worden ingesteld bij een Raad van Beroep. De adviesprocedure functioneert derhalve als een zogenaamde voorprocedure. Voor de toekomst van deze adviesprocedure zijn van belang de plannen van de Commissie-Dekker enerzijds en die van de Commissie-Scheltema anderzijds. In dit artikel bespreek ik de voor- en nadelen van de plannen van beide commissies, alsook die van de huidige adviesprocedure. Hierbij heb ik gebruik gemaakt van de resultaten van een kwantitatief onderzoek dat ik bij de Ziekenfondsraad heb verricht.

Verdieping | Studentartikel
juni 1989
AA19890543

De Agentuurovereenkomst

M.W. Bijloo, T.H.M. van Wechem

Post thumbnail Een praktische handleiding voor de jurist en advocaat die zich in de praktijk bezighoudt met handelsagentuur. De nadruk ligt op de kwalificatie en beëindiging van agentuurovereenkomsten.

9789493199781 - 15-11-2022

De Algemene verordening gegevensbescherming

J.P. de Jong

Op 27 april 2016 werd in Brussel de Algemene verordening gegevensbescherming vastgesteld. De verordening komt in de plaats van de nu nog geldende EU-privacyrichtlijn. De verordening vormt samen met een richtlijn voor de gegevensbescherming op het gebied van de opsporing, de vervolging en de strafrechtstoepassing de algehele herziening van het gegevensbeschermingsrecht van de Europese Unie. Over dit pakket onderhandelden het Europees Parlement en de Raad ruim vier jaar. Deze bijdrage blijft beperkt tot de verordening. Enkele hoofdlijnen worden besproken.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
oktober 2016
AA20160770

De artikelen 1639aa e.v. BW en het faillissement

D.H. Lodder

In november 1985 verscheen van de hand van Jack Linssen in Ars Aequi het artikel 'De Wet overgang van ondernemingen: artt. 1639aa e. v. BW.' Hierin schetste de auteur de problemen die zich voordeden bij de automatische overgang van arbeidsovereenkomsten op een nieuwe werkgever, die een onderneming overneemt. Centraal stond de vraag of de artikelen 1639aa-dd BW van toepassing waren in geval van faillissement. In antwoord op enkele prejudiciële vragen, gaf het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap de uitspraak dat de Richtlijn waarop de artikelen 1639aa-dd BW gebaseerd zijn, niet van toepassing is op de overgang van een onderneming in geval van faillissement. Het Hof bepaalde echter ook dat het de lidstaten vrijstond om de werknemers een verdergaande bescherming toe te kennen. Hierdoor werd de vraag met betrekking tot de werking van de artikelen 1639aa-dd BW een kwestie van uitleg van de nationale regeling. Deze uitleg wordt voor ons land gevonden in het recente arrest van de Hoge Raad, 30 oktober 1987, RvdW 1987 nr. 196.

Verdieping | Studentartikel
april 1988
AA19880223

De Auteursrechtrichtlijn: op welke wijze zal de auteursrechthebbende beroep kunnen doen op de driestappentoets?

J.M. Gonsalves

De Auteursrechtrichtlijn, die met name ten doel heeft het auteursrecht binnen de Europese Gemeenschappen te harmoniseren, is in 2001 in werking getreden. In artikel 5 lid 5 van de richtlijn is de driestappentoets opgenomen. Deze houdt in dat een wettelijke beperking op het recht van een auteursrechthebbende slechts is toegestaan indien het gebruik van de beperking 1) een bijzonder geval betreft, 2) niet in strijd is met de normale exploitatie van het werk en 3) geen onredelijke schade aan de legitieme belangen van de auteursrechthebbende toebrengt. Het is de vraag op welke wijze de auteursrechthebbende beroep zal kunnen doen op de driestappentoets.

Verdieping | Studentartikel
mei 2005
AA20050321

De bancaire informatieplicht: de relatie bank-fiscus aangescherpt

J.C.V. Geenen

Nadat Slavenburg's haar hierin voorging, werden begin oktober 1984 bij het hoofdkantoor van de Verenigde Spaarbank in Nieuwegein en een tiental filialen daarvan in regio Amsterdam invallen gedaan. De invallen brachten inzicht in de verschillende vormen waarin belastingfraude bedreven wordt en in de omvang daarvan. Mede op basis daarvan werd besloten een rentesteekproef te doen uitvoeren naar de mate waarin door cliënten van de banken ontvangen rente in de belastingheffing wordt betrokken. In onderstaand artikel wordt ingegaan op de, gegeven de resultaten, noodzakelijk geachte verruiming van de informatievoorziening van de banken aan de fiscus. Deze verruiming zal bezien worden in samenhang met de in de AWR opgenomen regeling en de beperkingen die daarop golden.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 1988
AA19880163

De bancaire strijd

F.M.A. ´t Hart

Post thumbnail Van banken wordt verlangd dat zij vergaande maatregelen treffen om witwassen te voorkomen. De wetgeving wordt steeds strenger en het toezicht steeds intensiever. Verschillende Nederlandse banken zijn geconfronteerd met enorme boetes van toezichthouders en zelfs strafvervolging dreigt. Maar is het terecht dat banken deze maatregelen moeten treffen om witwassen door hun cliënten te voorkomen? Is dat niet het uitbesteden van een overheidstaak die niet behoort tot het bancaire bedrijf?

Opinie | Opiniërend artikel
juni 2020
AA20200539

De beoordeling van joint ventures onder Europees en nationaal mededingingsrecht

R. Ludding

In de marktgeoriënteerde economieën van de Lid-Staten van de Europese Unie is de mededinging tussen ondernemingen een drijvende kracht, het belangrijkste mechaniek voor het (uiteindelijk) efficiënt aanwenden van schaarse productiemiddelen, een stimulator van vernieuwing. Zowel op nationaal als op Europees niveau bestaan rechtsregels die ondernemingen weliswaar niet tot actieve concurrentie verplichten, maar wel beogen ondernemersgedrag dat tot een afnemende intensiteit of kwaliteit van de mededinging leidt of kan leiden, aan banden te leggen. Een gemeenschappelijke onderneming kan onder omstandigheden een merkbare beperking van de mededinging (tussen de partners onderling of tussen hen en derde-ondernemingen) tot gevolg hebben. Deze bijdrage bespreekt de beoordeling van dat gevolg naar Europees en nationaal recht.

Bijzonder nummer | Joint Ventures
mei 1995
AA19950409

Resultaat 121–132 van de 1541 resultaten wordt getoond