Resultaat 25–36 van de 288 resultaten wordt getoond
R. Bobbink
Dit artikel gaat over het recht van pandgebruik: de bevoegdheid tot gebruik, beheer en vruchttrekking van een zekerheidsobject door de zekerheidsgerechtigde. De auteur beschouwt de ontwikkeling en toepassing van deze rechtsfiguur op onroerende zaken, vanaf het Romeinse recht tot het heden. De inzichten uit deze historische rechtsvergelijking bieden inspiratie bij de uitleg van de beheersbevoegdheid van de hypotheekhouder in het geldende Nederlandse recht.
Literatuur | Proefschriftbijdragedecember 2021AA20211141
M. van der Vrugt
Bejaerde wezen is de term die Hugo de Groot gebruikt om de meerderjarige wilsonbekwamen aan te duiden. Hij en zijn tijdgenoot Antonius Matthaeus II zijn de auteurs van twee werken die bepalend zijn geweest voor de wijze waarop in het burgerlijk recht en in het strafrecht de positie van de bejaerde wees werd gezien ten tijde van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Hun geschriften hebben echter niet alleen de na hen levende geleerden, maar ook de practici die de bejaerde wezen van de mondigen moesten onderscheiden, beïnvloed.
Overig | Rode draad | De positie van onbekwamen in het rechtseptember 1991AA19910636
V.J.M. van Hoof
Literatuur | Proefschriftbijdragejanuari 2016AA20160060
J.H.A. Lokin
In dit artikel, behorende bij de Rode draad 2009 'Canon van het Recht' wordt ingegaan op het woord canon en wordt de rode draad ingeleid en uitgelegd. Daarbij gaat Lokin in op de 'Canon van Nederland' die in vijftig vensters de hoofdlijnen van de Nederlandse geschiedenis weergeeft. Lokin vraagt zich af of juristen afzijdig kunnen blijven bij alle verschijningen van canons op velerlei gebied. Zeven hoogleraren bespreken in de volgende afleveringen van Ars Aequi 50 gebeurtenissen en/ of personen beschreven die voor het geldende Nederlandse recht van zo grote betekenis zijn (geweest) dat iedere jurist een gesprek erover zou moeten kunnen beginnen met iedere andere jurist zonder dat hij hoeft uit te leggen wie of wat.
Overig | Rode draad | Canon van het Rechtfebruari 2009AA20090130
W.J. Zwalve
In deel 7 van de Rode draad 'Canon van het recht' gaat Zwalve aan de hand van de civielrechtelijke codificaties vanaf de Bataafse republiek in op het belang van codificaties bij natievorming.
Overig | Rode draad | Canon van het Rechtjuni 2009AA20090413
In dit artikel wordt de rechtenstudie in de Oudheid vergeleken met de retorica in de Oudheid. De juridische opleiding was geschikt om later een groot vermogen te kunnen verdienen maar stond in vergelijking met de de retorica in een lager aanzien.
juli 2007AA20070560
K.J. Krzeminski, M.C.A. van den Nieuwenhuijzen
In de bundel worden fundamentele rechtsfiguren o.a. bezit, dwaling, eigendomsvoorbehoud en onrechtmatige daad vanuit hun oorsprong in het Romeinse recht besproken.
9789069166636 - 22-09-2009
E. Koops
In een nieuwe reeks columns, ‘Romeinen’, schrijven Egbert Koops en Jelle Jansen beurtelings over het leven en werk van Romeinse juristen. In deze eerste aflevering is de eerste hofjurist van Rome aan de beurt: zwemliefhebber Gaius Trebatius Testa.
Perspectief | Columnseptember 2021AA20210867
J.W.A. Fleuren
Joseph Fleuren bespreekt in dit artikel voor het Bijzonder Nummer ‘Zoeken naar hiërarchie’ de historische ontwikkeling van de hiërarchie tussen internationaal en nationaal recht. Hij stelt dat het individu van oudsher altijd gebonden is geweest aan normen van zowel internationaal als nationaal recht. Vanaf de negentiende en twintigste eeuw werd door het opkomende dualisme steeds vaker aangenomen dat internationaal recht alleen gericht is aan staten en niet rechtstreeks de burgers van die staten kan binden. Na de Tweede Wereldoorlog trad er een kentering op in het denken over hiërarchie. Sindsdien blijkt het internationale recht burgers soms weer rechtstreeks te kunnen binden.
Bijzonder nummer | Zoeken naar hiërarchie | Overigjuli 2012AA20120510
E.L. de Jongh
In deze bijdrage bespreekt Lieske de Jongh de historische ontwikkeling van het leerstuk nadeelcompensatie in de negentiende eeuw aan de hand van een paar wettelijke regelingen uit die periode. Hierbij gaat zij vooral in op de reden (grond) waarom in die gevallen nadeelcompensatie werd toegekend. Is dit dezelfde grond als de grond die voor de Awb-regeling gaat gelden, of werd het recht op nadeelcompensatie in de negentiende eeuw ergens anders op gefundeerd? In deze bijdrage definieert zij nadeelcompensatie als de vergoeding die de overheid verschaft als zij schade veroorzaakt door rechtmatig te handelen.
Overig | Rode draad | Historische wortels van het rechtmei 2013AA20130393
J.A. Ankum
Een uiteenzetting van de tot stand koming van art 5:2 BW, te beginnen bij de Romeinse tijd en eindigend bij de huidige tijd.
Overig | Rode draad | Digestennovember 2006AA20060784